Parenteel van Sacharias Maton (±1660-1717) drs. K. Kramer - MMIV -

© 2004  drs. K. Kramer

Waterranonkel 2

8445 RV HEERENVEEN

opmaak: Haza-21 versie 3.1.0.4050.20040630


Generatie I

(van 1660 tot 1717)

In deze generatie is 1 gezin bekend met 3 kinderen. Kinderen uit dit gezin zijn geboren tussen 1683 en 1714. De kinderen uit dit gezin zijn afkomstig uit Den Haag.

I  Sacharias Maton ook genaamd Sagcharius Matton is geboren rond 1660, is nederduits-gereformeerd gedoopt, is overleden op zondag 1 augustus 1717 te Batavia, eerste schout (ter zee), schrijver en commandeur, wonende te Rotterdam (Stijger) (5.2.1708) (Lombertstr. (1711))) en te Delft (1715). Sacharias wordt vermeld op zaterdag 3 januari 1711 als testateur. Sacharias wordt vermeld op donderdag 16 februari 1713 als comparant. Sacharias wordt vermeld in september 1714 als vader, commandeur.<1..3>

Uit het Oud Notarieel Archief (in Gemeentearchief Rotterdam, arch.nr.: 1814/327) blijkt dat Sagharias Maton in 1708 eerste schout (ter zee) bij de Admiraliteit op de Mase is.
Uit het bron document [17130216] blijkt, dat Sagharias Maton als schrijver gediend heeft bij het Ed. Mog. Collegie van de Admiraliteit op de Maze; voorts wordt in dit document melding gemaakt van een aantal reizen die hij gemaakt heeft op een aantal oorlogsschepen van de Admiraliteit, t.w. in 1709 op het schip Handenbrock, in 1710 op het schip de Provincie van Utzegt', in 1711 met het schip De Lepelaer, in 1712 met het schip Gelderlant.
In 1711 woont hij met zijn echtgenote Maria Bruijnhof in de Lombartstraat in Rotterdam. In 1713 woont hij nog steeds in Rotterdam.
In Januari 1715 vertrekt Sagharias Maton, woonachtig in Delft, met het schip "Duyvenvoorde" van Zeeland naar Indie als commandeur. Van zijn soldij wordt fl. 20,- afgehouden voor zijn dochter Anna Maria Maton die op 17-01-1715 2 maanden oud is. Van zijn gage werd fl. 200,- ingehouden vanwege een schuld aan Zacharias de Jonge. Op 19-07-1717 wordt hij overgebracht naar het bataljonshospitaal te Batavia en hij is kort daarop (1 augustus 1717) overleden en aldaar begraven (bron: Scheepssoldijboeken ARdH 1.04.03 VOC, inv.nr. 12760).

Sacharias was gehuwd (1) met Emilia van den Waeter. Emilia is geboren rond 1660, is nederduits-gereformeerd gedoopt, is overleden voor 1708. Emilia wordt vermeld op zaterdag 3 januari 1711 als overledene.<4>

Sacharias en Emilia hebben samen 3 kinderen:

1  waarschijnlijk Pieter Maton is nederduits-gereformeerd gedoopt, is overleden op maandag 17 maart 1727 te Batavia, wonende te Rotterdam. Pieter wordt vermeld na 1712 als zeeman, constabelsmaat.<5>

Pieter Maton vertrekt op 7 maart 1713 van Zeeland met het schip "Schellenbergh" als scheepsjongen. Hij woonde in Rotterdam. Op 25-06-1719 wordt hem fl. 221.- uitbetaald. Ongeveer 6 jaar later (vlak voor 7-2-1726) vertrekt hij als constabelsmaat met het schip "Barbesteijn" van Zeeland naar Indie. Hij is kort na of op 17-03-1727 overleden, hij laat een kist met goederen na aan de curator, deze nalatenschap gaat naar Johannes Borsewijn op 31.3.1729. (bron ARdH, Scheepssoldijboeken 1.04.13 VOC inv. nr. 12747 en 12859)

2  Isaäc Maton is geboren op zondag 25 juli 1683 afkomstig uit Den Haag, is nederduits-gereformeerd gedoopt, zie II-A.

3  Johannes Maton is geboren rond 1685, is nederduits-gereformeerd gedoopt, zie II-B.

Sacharias gaat in ondertrouw (kerk) (nederduits-gereformeerd) op zondag 5 februari 1708 te Rotterdam, trouwt (kerk) (nederduits-gereformeerd) op donderdag 8 maart 1708 aldaar (2) met Maria Jans van Bruynhof. Maria is geboren rond 1675, is nederduits-gereformeerd gedoopt, wonende te Rotterdam [Bagijnhof] = Voor Huwelijk. Maria wordt vermeld op zaterdag 3 januari 1711 als testatrice.<6>

Maria was eerder gehuwd (1) met Thomas Stam.<7>

Sacharias en Maria hebben samen een kind:

4  Anna Maria Maton is geboren in november 1714, is nederduits-gereformeerd gedoopt.

Op 28.3.1719 wordt Jacob Uitboom fl. 105.15 in handen gegeven voor het kind Anna Maria Maton (Bron. Scheepssoldijboeken ArdH, inv. nr. 1.04.13 VOC, inv. nr. 12760).

Generatie II

(van 1683 tot 1728)

In deze generatie zijn 2 gezinnen bekend met in totaal 7 kinderen. Kinderen uit deze gezinnen zijn geboren tussen 1708 en 1726. De kinderen uit deze gezinnen zijn afkomstig uit Rotterdam (3x), aldaar, aldaar, aldaar en aldaar.

II-A  Isaäc Maton, zoon van Sacharias Maton en Emilia van den Waeter, is geboren op zondag 25 juli 1683 afkomstig uit Den Haag, is nederduits-gereformeerd gedoopt, is overleden op vrijdag 10 maart 1724 te Rotterdam, is begraven op woensdag 15 maart 1724 aldaar, opperchirurgijn, wonende aldaar. Isaäc wordt vermeld na 1682 als boreling, bruidegom, overledene, zeeman.<8>

In juli 1716 vertrekt Isaac Maton, woonachtig in 't Hagen, met het schip "Haringtuyn' uit Delft (het is een nieuw schip, het was de eerste reis van dit schip) als opper-chirurgijn. Gage wordt op het land uitgekeerd (= Delft) ad fl. 108.-. Mogelijk heeft zijn echtgenote (Maria Coupé) hem hierbij vergezeld (zij tekent n.l. op 14-10-1718 voor een bedrag van fl. 206.50 en op 2-7-1719 voor een bedrag van fl. 93.15). Op 11-09-1720 wordt aan Isaac Maton fl. 506.40 uitbetaald. Beiden komen in 1720 behouden thuis in Zeeland (Goes) voor de reissom van fl. 102.- (bron: ARdHR, Scheepssoldijboeken 1.04.13 VOC, inv.nr 13908)

Bij zijn overlijden woonde Isaak op de 'Lombartstraat over Tiele'. Hij wordt vervoerd 'na den Bergh' en in de kerk begraven (impost f. 6.-.-). Hij laat drie minderjarige kinderen na (bron: DTB)

Isaäc gaat in ondertrouw (kerk) (gereformeerd) op zaterdag 8 januari 1707 te Rotterdam, trouwt (kerk) (gereformeerd) op maandag 24 januari 1707 aldaar met Maria Coupé ook genaamd Coepe, dochter van Jacob CoupÉ en Adriaantje van Es. Maria is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 12 januari 1676 te Rotterdam (doopgetuigen waren Susaane Pouley Coobus van Esch, Anneken van den Herk en haar oom Coobus van Es), is overleden op zaterdag 7 januari 1747. Maria wordt vermeld na 1706 als bruid, overledene.<9>

Uit de Renteboeken van het Oud Rechterlijk Archief (ORA) [zie: Gemeentearchief Rotterdam (GAR), archief nr. 871/209 dd. 20.2.1728] blijkt dat zij rente verschuldigd was over een bedrag van 2000 gulden aan Lambertus van den Truyn en Johannes Cuijer, voogden van de minderjarige kinderen van Anthony van Truyn. Door het document was een streep gehaald, waaruit afgeleid kan worden dat de schuld is afgeost.

Uit de Renteboeken van het ORA (GAR-archief nr. 872/447) blijkt dat zij op 1.12.1731 500 Carolusgulden schuldig was. Er wordt in dit document gesproken van een testament, dat gemaakt is op 26.3.1708!

Uit de Renteboeken van het ORA (GAR-archief nr. 874/332) blijkt dat zij volgens het testament van 26.3.1708 voor Notaris Johannes Bondels schuldig was 3100 gulden.

Verder blijkt uit het archief van Rotterdam, dat:

op 14.10.1716 (arch.nr.1549/419) Dina Vermeulen, gesepareerde huysvrouw van Corneli Picolet, verklaart verkocht en ontvangen te hebben aan Maria Coupé op 28Mey 1716 voor 100 Carolus Guldens, meubilaire goederen, waaronder: een arabisch cabinet, een arabische tafel, een oostindische kast met coopere banden, een spiegel met een vergulde lijst, een lessenaar met bruijne voet, een fijne geschilderde theetafel, ses fijne geschilderde schilderieën, verscheyde stuckken van tin en cooper, diverse soorten van porcelijn soo klein als groot, twee beddens met fijn toebehoren, set bettekussens, twee damasten gordijnen, etc.

in oct. 1716 (arch. nr. 1549/438) Maria Coupé wordt gemachtigd door Anna Ponsen, huijsvrouw van Jan Brouwer, om bij de Edelachtbare Bewindhebberen van de Geoctroyeerde Oostindische Compagnie van de Stadt Rotterdam de haar toekomende maandgelden en verdiende gage, te innen.

op 17.1.1712 (arch. nr. 1961/32) Maria Coupé, omtr. 43 jr., getuigt dat Susanne Jans, 'waer en waeragtig'gehuwd is met Cornelis Cornelisse van Sommelsdijk, dewelke voor omtrent vier jaren als Capitein Luytenant naar Muskovia is vertrokken en dat zij is belast met de opvoeding van haar kind en dat op haar handel en wandel 'niets tot oneer valt te zeggen'.

op 29.4.1712 (arch. nr. 1921/343) Isaac Maton machtigt zijn vrouw, Maria Coupé, om namens hem, tijdens zijn afwezigheid al zijn (financiële) zaken te behartigen.

op 9.2.1716 (arch.nr. 1991/272) Maria Coupé koopt van Dina Vermeulen, huijsvrouw van Cornelis Picolet, 'alle haere meubelen, inboel en huijsraet volgens de gemaakte notities daer van zijnde, nevens de winkel en winkelwaren'.

op 23.4.1716 (arch.nr. 1991/306) Maria Coupé verkoopt aan Dina Vermeulen, huijsvrouw van Cornelis Picolet, alle op 9.2.1716 van haar gekochte spullen.

op 11.11.1718 (arch.nr. 2385/136) Aana Ponsen, huijsvrouw van Jan Brouwer, uitgevaren in 1713 met het schip Neptunus, machtigt Maria Coupé tot het innen van haar toekomende gage.

(N.B. Het dagloon in de 17e en 18e eeuw was ca. 1 gulden!).

Isaäc en Maria hebben samen 4 kinderen:

1  Emilia Maton ook genaamd Matton is gereformeerd gedoopt op dinsdag 30 oktober 1708 te Rotterdam (doopgetuigen waren Johannes Maton en Ariaentje Coepe, haar oom Johannes Maton (zie II-B) en haar tante Ariaentje CoupÉ). Emilia wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1708 als boreling.<10>

Zij is in Rotterdam geboren in de Lombartstraat bij de Lombartsebrugge.

2  Philippus Maton is geboren op dinsdag 6 januari 1711 afkomstig uit Rotterdam, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 11 januari 1711 aldaar (doopgetuigen waren Adraentje Susanne Copee Johannes Maton, van Es, zijn oom Johannes Maton (zie II-B), zijn grootmoeder Adriaantje van Es en zijn tante Susanne CoupÉ), zie III-A.

3  Zacharias Mouton is geboren op maandag 23 januari 1713, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zaterdag 28 januari 1713 te Rotterdam, zie III-B.

4  Jacob Maton is gedoopt op dinsdag 20 augustus 1715 te Rotterdam, is overleden op dinsdag 26 september 1719 aldaar.

II-B  Johannes Maton, zoon van Sacharias Maton en Emilia van den Waeter, is geboren rond 1685, is nederduits-gereformeerd gedoopt, is begraven op woensdag 4 februari 1728 te Rotterdam, wonende aldaar, aldaar en aldaar. Johannes is doopgetuige van Emilia Maton op dinsdag 30 oktober 1708 aldaar. Johannes is doopgetuige van Philippus Maton op zondag 11 januari 1711 aldaar. Johannes wordt vermeld op zondag 29 februari 1728 als overledene.<11>

In Staten Bijbel wordt als datum van overlijden genoemd 29.2.1728!

Johannes was gehuwd met Johanna Rosenbos. Johanna is geboren rond 1685.

Johannes en Johanna hebben samen 3 kinderen:

1  Petrus Maton is gereformeerd gedoopt op zondag 27 juni 1723 te Rotterdam (doopgetuige was Jan Pool Catrina Lindenhol), is overleden voor 1725.

2  Petrus Maton is gereformeerd gedoopt op zondag 16 september 1725 te Rotterdam (doopgetuige was Petrus Maton Maria Copee).

3  Henderickus Maton is gereformeerd gedoopt op zondag 10 november 1726 te Rotterdam (doopgetuige was Salomon de Visser Neeltje Middelcoop).

Generatie III

(van 1708 tot 1792)

In deze generatie zijn 2 gezinnen bekend met in totaal 13 kinderen. Kinderen uit deze gezinnen zijn geboren tussen 1741 en 1766. De kinderen uit deze gezinnen zijn afkomstig uit Nieuwveen (7x), Rotterdam (2x), aldaar (2x) en Voorburg.

III-A  Philippus Maton, zoon van Isaäc Maton en Maria Coupé, is geboren op dinsdag 6 januari 1711 afkomstig uit Rotterdam, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 11 januari 1711 aldaar (doopgetuigen waren Adraentje Susanne Copee Johannes Maton, van Es, zijn oom Johannes Maton (zie II-B), zijn grootmoeder Adriaantje van Es en zijn tante Susanne CoupÉ), is overleden op zondag 7 oktober 1770 aldaar, is begraven op donderdag 11 oktober 1770 aldaar, diaken, wonende aldaar. Philippus wordt vermeld na 1710 als boreling,overledene.<12>

In 1747 woont hij in de Santstraat over 4-Windestraat (Rotterdam) en in 1752 woont hij op de Goudseweg bij de Lange Warane (Rotterdam), tevens blijkt hij dan diaken te zijn.

Philippus trouwt op maandag 6 juni 1740, trouwt (kerk) (nederduits-gereformeerd) op zondag 22 mei 1740 met Adriana van Besooyen. Adriana is geboren rond 1715 afkomstig uit Rotterdam, is nederduits-gereformeerd gedoopt. Adriana is doopgetuige van Philippus Maton op zondag 16 augustus 1772. Adriana is doopgetuige van Maria Maton op zaterdag 2 april 1774 aldaar. Adriana is doopgetuige van Adriana Maton op zondag 15 juni 1777 aldaar.

Philippus en Adriana hebben samen 5 kinderen:

1  Maria Maton ook genaamd Marijtje is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 26 februari 1741 te Rotterdam (doopgetuige was Adrian van Besooyen Maria Mouton).

Maria trouwt op dinsdag 19 mei 1761 te Rotterdam, trouwt (kerk) (gereformeerd) op zondag 3 mei 1761 aldaar met Jan van Gaale. Jan is geboren rond 1740 afkomstig uit Rotterdam.

2  Cornelis Maton is gedoopt op zondag 19 januari 1744 te Rotterdam (doopgetuige was Cornelis van Besooyen), zie IV-A.

3  Isak Maton is gereformeerd gedoopt op zondag 15 januari 1747 te Rotterdam (doopgetuige was Anna Snik), is overleden op donderdag 11 mei 1747 aldaar.

4  Ysak Maton is gereformeerd gedoopt op dinsdag 11 februari 1749 te Rotterdam (doopgetuige was Anna Snik).

5  N.N. Maton is geboren op donderdag 20 januari 1752, is overleden op donderdag 20 januari 1752.

III-B  Zacharias Mouton ook genaamd Sagcharias Matton en Moutton, zoon van Isaäc Maton en Maria Coupé, is geboren op maandag 23 januari 1713, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zaterdag 28 januari 1713 te Rotterdam, is overleden in juni 1792 ontleend aan een Statenbijbel van het geslacht der Matons,Mathons en Moutons (zie: CBG/Dossier Mouton)., mr. chirurgijn, schepen, ambachtsbewaarder, poldermeester, kroosheemraad, rendant, ouderling, armmeester en kerkmeester, wonende te Voorburg en te Nieuwveen. Zacharias wordt vermeld na 1712 als boreling, bruidegom (2x), overledene. Zacharias wordt vermeld na 1747 als mr.chirurgijn, diaken, armmeester, rendant. Zacharias wordt vermeld na 1747 als mr.chirurgijn, kerkeraadslid, ambachtsbewaarder. Zacharias is koopt op dinsdag 26 september 1747 aldaar voor 600 gulden een huis en erf van Mr. Chrirugijn Jan Pieter Sprenger; het huis ligt ten zuiden van de Nieuweveenschen dijk (zie: ORA, Nieuwveen 14, blz. 2 dd. 26.9.1747). op dinsdag 26 september 1747 aldaar. Zacharias wordt vermeld op dinsdag 26 september 1747 als koper. Zacharias is koopt in 1748 aldaar een grafkelder in de Geref. kerk van Nieuwveen, zo blijkt uit Rekeningen van den Achterhoekse polder van Nieuveen (GAH/kast 20, nr. 236). in 1748 aldaar. Zacharias wordt vermeld op vrijdag 14 juli 1752 als testateur. Zacharias is tekent in 1753 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen 2.5.1753, 8.5.1753 en 17.5.1753)). in 1753 aldaar. Zacharias wordt vermeld op donderdag 31 mei 1753 aldaar tevens is hij kroosheemraad (zie: ARM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum). als schepen. Zacharias is weesmeester op donderdag 31 mei 1753 aldaar (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum). op donderdag 31 mei 1753 aldaar. Zacharias is armmeester in 1754 aldaar,aldus Capitaal boekje van de Groote Armen van Nieuwveen (GA, kast 20, nr. 308). in 1754 aldaar. Zacharias is rendant in 1754 aldaar,aldus Capitaal boekje van de Groot Armen van Nieuwveen/Afrekeningen van de Diakonie (GAH, kast 20, nr. 309). in 1754 aldaar. Zacharias is kerkmeester op donderdag 23 mei 1754 aldaar (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum); dit ambt vervult hij ook nog 1756/1757 (zie: Dorpkosten Nieuwveen en Uitterbuurt, GAH, kast 21, nr.34).. Zacharias is armmeester op donderdag 23 mei 1754 aldaar benoemd door de schout (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum; dit wordt bevestigd door het Capitaalboekje van de Groote Armen van Nieuwveen/Afrekeningen van de Diakonie, GAH, kast 20, nr. 308). op donderdag 23 mei 1754 aldaar. Zacharias wordt vermeld op donderdag 8 mei 1755 aldaar benoemd door de schout, tevns in het ambt van kroosheemraad (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum). als schepen. Zacharias is armmeester op donderdag 8 mei 1755 aldaar (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum). op donderdag 8 mei 1755 aldaar. Zacharias is tekent in 1756 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van 9.1.1756, 27.1.1756,27.5.1756) in 1756 aldaar. Zacharias wordt vermeld na 1756 als kerkmeester, ambachtsbewaarder. Zacharias is koopt op dinsdag 13 juni 1758 aldaar voor 75 gulden de helft van een huis en erf, zijnde twee woningen onder een dak, gelegen ten noorden van de Heereweg, van Arend van den Berg (die getrouwd is met een zuster van zijn vrouw Marijtje); hij krijgt het recht van keuze om het grootste gedeelte te bewonen voor 18 gulden per jaar en de verkoper het kleinste voor 11 gulden per jaar (zie: ORA, Nieuwveen van 13.6.1758). op dinsdag 13 juni 1758 aldaar. Zacharias is verkoopt op dinsdag 13 juni 1758 aldaar samen met Arend van den Berg, beiden erfgenamen van Barend van Gelder (hun schoonvader) een huis, timmerhuis, houtloods, schuitenhuis en erf, gelegen op de Kerklaan voor een bedrag van 100 gulden (zie: ORA, Nieuwveen 14, blz 135 dd. 13.6.1758). op dinsdag 13 juni 1758 aldaar. Zacharias wordt vermeld op dinsdag 13 juni 1758 als koper. Zacharias wordt vermeld op dinsdag 13 juni 1758 als erfgenaam. Zacharias is tekent in 1759 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van 24.4.1759 en 26.4.1759). in 1759 aldaar. Zacharias is diaken in 1759 aldaar (zie: Rekeningen van de Achterhoekse Polder van Nieuwveen/GAH, kast 20, nr. 246). in 1759 aldaar. Zacharias is tekent op donderdag 12 juli 1759 aldaar als getuige bij een inventaris-beschrijving van Grietje Willems Pauw (zie Not. Arch. Corn. Bosch, Alg. Rijksarchief Den Haag: 3.04.01/6242 Nieuwveen). op donderdag 12 juli 1759 aldaar. Zacharias is kerkmeester op donderdag 30 april 1761 aldaar benoemd door de schout (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum, alsmede Dorpskosten Nieuwveen en Uitterbuurt, GAH, kast 21, nr. 39).. Zacharias wordt vermeld op dinsdag 12 juni 1764 aldaar tevens kroosheemraad (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum). als schepen. Zacharias wordt vermeld op donderdag 9 oktober 1766 als eigenaar v.e. werf. Zacharias wordt vermeld op donderdag 11 mei 1769 aldaar tevens bekleedt hij het ambt van kroosheemraad (zie: SRM/OAN I, Commissieboek Nieuwveen van die datum). als schepen. Zacharias is tekent in 1770 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van 20.2.1770 en 16.3.1770). in 1770 aldaar. Zacharias wordt vermeld in 1771 aldaar,dit ambt heeft hij tot zijn overlijden in 1792 uitgeoefend; hiervoor kreeg een jaarlijkse vergoeding van f. 10.- (zie: Dorpkosten Nieuwveen en Uitterbuurt, GAH, kast 21, nr. 49; Dorpsrekening van Nieuwveen en Uitterbuurt; GAH, kast 21, nrs. 53-69; Kerkkosten van Nieuwveen, kast 21, nrs. 74-92; Rekeningen wegens 't slagturven en baggeren Nieuwveen, GAH, kast 21, nrs. 144-160; Stuivergelden Nieuwveen, GAH, kast 21, nrs. 245-263). als ambachtsbewaarder. Zacharias wordt vermeld na 1771 als ambachtsbewaarder,kerkmeester. Zacharias wordt vermeld na 1772 als ambachtsbewaarder. Zacharias wordt vermeld na 1773 als ambachtsbewaarder. Zacharias wordt vermeld na 1773 als ambachtsbewaarder. Zacharias wordt vermeld op zondag 19 september 1773 aldaar bij het afsluiten van een testament door zijn schoonzoon Jan van de Geer en dochter Maria Mouton (zie: ONA/Nieuwveen, Corn. Bosch van die datum). als getuige. Zacharias wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als erflater. Zacharias wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als vader. Zacharias wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als erflater. Zacharias is diaken in 1777 aldaar,aldus Capitaal boekje van de Groote Armen van Nieuwveen/Afrekeningen van de Diakonie (GAH, kast 20, nr. 331); volgens Rekeningen van den Achterhoekse polder van Nieuwveen (brondoc. 17251792/20-213v) heeft hij dit kerkelijke ambt uitgeoefend tot 1788. in 1777 aldaar. Zacharias is poldermeester in 1782 aldaar,aldus Rekeningen van de Agterhoeksepolder van Nieuwveen (toev.), GAH, kast. 20, nr. 201. in 1782 aldaar. Zacharias wordt vermeld in 1782 als ambachtsbewaarder, poldermeester. Zacharias is tekent in 1783 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van 4.3.1783, 16.4.1783, 20.5.1783 en 4.6.1783). in 1783 aldaar. Zacharias is tekent in 1784 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van 20.2.1784 en 21.4.1784). in 1784 aldaar. Zacharias is tekent op woensdag 29 juni 1785 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van die datum). op woensdag 29 juni 1785 aldaar. Zacharias is tekent op woensdag 25 april 1787 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van die datum). op woensdag 25 april 1787 aldaar. Zacharias is verkoopt op donderdag 5 juli 1787 aldaar samen met zijn schoonzuster Trijntje van Gelder een huis en erf staande op de Kerklaan in de Agterdijkse Polder voor een bedrag van 150 gulden (zie: ORA, Nieuwveen 17, p.18,19 dd. 5.7.1787). op donderdag 5 juli 1787 aldaar. Zacharias wordt vermeld op donderdag 5 juli 1787 als verkoper. Zacharias is tekent op dinsdag 6 oktober 1789 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van die datum). op dinsdag 6 oktober 1789 aldaar. Zacharias is tekent op woensdag 3 november 1790 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van die datum). op woensdag 3 november 1790 aldaar. Zacharias is tekent op zaterdag 26 maart 1791 aldaar als schepen (zie: ORA, Nieuwveen van die datum). op zaterdag 26 maart 1791 aldaar. Zacharias is verkoopt op woensdag 15 februari 1792 aldaar een huis en erf gelegen in de Oosterpolder van Nieuwveen voor een bedrag van 135 gulden (zie: ORA, Nieuwveen van die datum). op woensdag 15 februari 1792 aldaar. Zacharias wordt vermeld op donderdag 15 maart 1792 als verkoper. Zacharias wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erflater, overleden. Zacharias wordt vermeld op woensdag 31 januari 1838 als overledene.<13..33>

Voer uit als opperchirurgijn (hoogste rang van chirurgijn aan boord) op het schip "Kasteel van Woerden" van de kamer Rotterdam (VOC) op 20 april 1738. Hij vermaakt van zijn salaris 3 maanden per jaar aan zijn moeder Maria Coepe à f. 38 per maand. Op 19 december 1738 komt hij aan te Batavia. Hij gaat dan over op het schip "Stadwijk" waarmee hij een aantal inter-aziatische reizen maakt tot 4 juli 1739. Dan neemt hij het schip "Haamstede" voor de kamer Hoorn (VOC) terug naar de Republiek. Hij heeft dan f. 912.7.10 verdiend (ARA, inv.nr. 1.04.02, scheepsbetaalboeken nrs. 14182 en 14187).
In 1747 vestigt hij zich als Mr. Chirugijn in Nieuwveen als opvolger van Mr. Chirurgijn Jan Pieter Sprenger. Uit het Capitaal boekje van de Groote Armen van Nieuwveen/Afrekeningen van de Diakonie (GAH, kast 20, 301-343) blijkt dat hij vanaf 1747 tot zijn overlijden geregelde diensten en medicamenten levert in opdracht van de diakonie. Dit wordt bevestig door Rekeningen van den Achterhoekse polder van Nieuwveen (GAH, kast 20, nrs.235-274), waaruit tevens blijkt dat hij verbanden aanlegt en een razierder (barbier) in dienst had.

OVER HET BEROEP VAN CHIRURGIJN:
Van ca. 1400-1800 waren er naast de academische gevormde algemene geneesheren de chirurgijns. Hielden de eersten zich uitsluitend bezig met diagnose en het voorschrijven van recepten, de chirurgijns verrichtten ingrepen, zoals aderlaten, trepaneren en amputaties. Een chirurgijn kreeg zijn ambachtelijke opleiding in een gilde en combineerde zijn vakwerk met dat van barbier.

Na het overlijden van zijn eerste echtgenoot laten hij en zijn tweede echtgenote Maria van Gelder een testament opmaken, waarin als universelen erfgenamen worden aangewezen Maria van Gelder, alsmede al zijn kinderen uit het eerste en tegenwoordige huwelijk (zie: Kopie Testament Zacharais Mouton en Marijtje van Gelder, opgemaakt op 14.7.1752 te Nieuwveen door notaris Corn. Schrevelius Theodoruszoon, in ORA, Nieuwveen van 18.7.1793). Op 19.9.1773 wordt bij Acte van Uitkoop geregeld, dat zijn dochter Maria geboren uit zijn eerste huwelijk 12 weken na zijn overlijden zal ontvangen een bedrag van 50 gulden (zie: ONA/Nieuwveen, Corn. Bosch van die datum).

Zacharias gaat in ondertrouw op zondag 11 september 1746 te Alphen aan den Rijn, trouwt op zondag 25 september 1746 aldaar, trouwt (kerk) (nederduits-gereformeerd) (1) met Adriaantje Verhoog ook genaamd Ariaantje, dochter van Leendert Verhoog en Lijsbeth Leenders. Adriaantje is geboren rond 1727 te Rotterdam, is nederduits-gereformeerd gedoopt, is overleden op zaterdag 3 mei 1749 te Nieuwveen. Adriaantje wordt vermeld na 1745 als bruid, overledene. Adriaantje wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als overleden echtg.. Adriaantje wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als overl. echtg.. Adriaantje wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als overledene. Adriaantje wordt vermeld op woensdag 31 januari 1838 als overledene.<34..38>

Zacharias en Adriaantje hebben samen een kind:

1  Maria Mouton is geboren op dinsdag 21 maart 1747 te Voorburg, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 26 maart 1747 aldaar, zie IV-B.

Zacharias gaat in ondertrouw op vrijdag 30 april 1751 te Nieuwveen, trouwt op zondag 16 mei 1751 aldaar, trouwt (kerk) (gereformeerd) (2) met Marijtje Barends van Gelder ook genaamd Maria, dochter van Barend Tjalling van Gelder en Johanna Jans Langerak. Marijtje is geboren op zondag 15 februari 1728 te Nieuwveen, is nederduits-gereformeerd gedoopt. Marijtje wordt vermeld op woensdag 5 november 1732 als erfgename. Marijtje wordt vermeld op vrijdag 14 juli 1752 als testatrice. Marijtje wordt vermeld op dinsdag 13 juni 1758 als erfgename. Marijtje wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als echtgenote. Marijtje wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als echtgenote. Marijtje is doopgetuige van Zacharias van de Geer op zondag 5 mei 1776 te Aalsmeer. Marijtje wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als testatrice. Marijtje wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als weduwe, verkoper, voogdesse.<39..45>

Uit een opdracht dd. 18.7.1793 van de weduwe van Zacharias Mouton (R.A. Nieuwveen 19) blijkt dat Maria (Marijtje) van Gelder medeerfgenaam is voor een kindsgedeelte, tevens is zij voogdesse over den 'Uijtlandige 'Barend Mouton (minderjarige) en Isaac Mouton mr. chirurgijn te Benthuijze.
In de opdracht wordt verkocht aan Mattijs Wendt mr. chirurgijnin Nieuwveen een huis en erve zijnde twee woningen onder één da2 v66r f. 300.-.

Uit de Gaardersbescheiden van Nieuwveen blijkt, dat zij elk aangeslagen worden voor drie gulden.

Zacharias en Marijtje hebben samen 7 kinderen:

2  Johanna Mouton is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 20 februari 1752 te Nieuwveen (doopgetuigen waren Arent van den Berg Trijntje Barends van Gelder, haar behuwd oom Arend van den Berg en haar tante Catarina Barends van Gelder), is overleden voor 1753.

3  Johanna Mouton is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 27 mei 1753 te Nieuwveen (doopgetuigen waren Arend van den Berg Trijntje van Gelder, haar behuwd oom Arend van den Berg en haar tante Catarina Barends van Gelder), is overleden voor 1755.

4  Johanna Mouton is geboren op donderdag 13 maart 1755 te Nieuwveen, is nederduits-gereformeerd gedoopt aldaar (doopgetuigen waren Arend van den Berg Trijntje van Gelder, haar tante Catarina Barends van Gelder en haar behuwd oom Arend van den Berg), naaister, kleermaakster. Johanna wordt vermeld op donderdag 13 maart 1755 als boreling. Johanna wordt vermeld in 1773 als naaister, kleermaakster. Johanna is doopgetuige van Trijntje van de Geer op zondag 5 april 1778 aldaar. Johanna wordt vermeld in 1790 als houder v.e. kostganger. Johanna wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgename.<46..49>

Johanna gaat in ondertrouw op zaterdag 23 september 1786 te Nieuwveen, trouwt op zondag 8 oktober 1786 aldaar met Lut de Vries ook genaamd Lutje. Lut is geboren te Leijmuiden.

5  Isaäc Mouton is geboren op zondag 11 maart 1759 te Nieuwveen, is nederduits-gereformeerd gedoopt (doopgetuigen waren Philip. Mouton en zijn oom Philippus Maton (zie III-A)), zie IV-C.

6  Barend Mouton is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 27 september 1761 te Nieuwveen (doopgetuigen waren Arend van den Berg en Trijntje van Gelder, zijn tante Catarina Barends van Gelder en zijn behuwd oom Arend van den Berg), is overleden op woensdag 17 augustus 1763.

7  Barendina Mouton is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 6 januari 1765 te Nieuwveen.

8  Barend Mouton is geboren op zaterdag 18 januari 1766 te Nieuwveen, is nederduits-gereformeerd gedoopt (doopgetuigen waren Trijntje van Gelder (wed. van Arend van den Berg) en zijn tante Catarina Barends van Gelder). Barend wordt vermeld op zaterdag 18 januari 1766 als boreling. Barend wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam. Barend wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam (uitlandig).<50..52>

Is op 18.7.1793 'uitlandig'(RA Nieuwveen 19).

Generatie IV

(van 1741 tot 1838)

In deze generatie zijn 3 gezinnen bekend met in totaal 17 kinderen. Kinderen uit deze gezinnen zijn geboren tussen 1772 en 1793. De kinderen uit deze gezinnen zijn afkomstig uit Benthuizen (8x), Nieuwveen (4x), Rotterdam (2x) en Aalsmeer (2x).

IV-A  Cornelis Maton, zoon van Philippus Maton en Adriana van Besooyen, is gedoopt op zondag 19 januari 1744 te Rotterdam (doopgetuige was Cornelis van Besooyen), wonende te Rotterdam [Wijnhaven) = Voor Huwelijk.

Cornelis trouwt op dinsdag 19 mei 1772 te Rotterdam, trouwt (kerk) (nederduits-gereformeerd) op zondag 3 mei 1772 aldaar met Adriana Peeper. Adriana is geboren rond 1745 afkomstig uit Haarlem (?), wonende te Rotterdam [Wijnhaven] = Voor Huwelijk.

Cornelis en Adriana hebben samen 3 kinderen:

1  Philippus Maton is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 16 augustus 1772 (doopgetuigen waren Adriana van Besooyen en zijn grootmoeder Adriana van Besooyen (zie III-A)).

2  Maria Maton is nederduits-gereformeerd gedoopt op zaterdag 2 april 1774 te Rotterdam (doopgetuigen waren Adriana van Besooyen en haar grootmoeder Adriana van Besooyen (zie III-A)).

3  Adriana Maton is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 15 juni 1777 te Rotterdam (doopgetuigen waren Adriana van Besooyen en haar grootmoeder Adriana van Besooyen (zie III-A)).

IV-B  Maria Mouton ook genaamd Moutton, dochter van Zacharias Mouton en Adriaantje Verhoog, is geboren op dinsdag 21 maart 1747 te Voorburg, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 26 maart 1747 aldaar, is overleden op dinsdag 30 januari 1838 te Rijnsaterwoude op nr. 66 (= in het huis van haar oudste zoon Pieter). Uit Mem. v. Successie (rzh 3.06.05/5687/fo 94 art.46) blijkt dat zij in behoeftige omstandigheden is overleden. De Mem. v. Successie is gepasseerd op 24.05.1838., naaister, wonende te Voorburg, te Nieuwveen, te Aalsmeer, te Woubrugge en te Rijnsaterwoude. Maria wordt vermeld op dinsdag 21 maart 1747 als boreling. Maria wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als erfgename. Maria wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als testatrice. Maria wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als testatrice. Maria wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als erfgename. Maria wordt vermeld in 1791 als naaister. Maria wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam [zonder rechten]. Maria wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam [zonder rechten]. Maria wordt vermeld op dinsdag 19 maart 1799 als comparante. Maria wordt vermeld op woensdag 15 juli 1801 als comparante. Maria wordt vermeld op woensdag 7 juli 1802 als verkoopster. Maria wordt vermeld op zaterdag 11 mei 1805 als moeder. Maria is verkoopt op maandag 31 mei 1813 een huis te Nieuwveen, een huis (no. 84) aan haar zoon ARIE VAN DE GEER voor fl. 300.-; ze woont op dat moment in Woubrugge op nr. 28 bij haar dochter Trijntje (zie: ONA, Corn.Kempenaer van die datum, nr. 8838). op maandag 31 mei 1813. Maria wordt vermeld op maandag 31 mei 1813 als verkoopster. Maria wordt vermeld op zondag 21 mei 1815 als erfgename. Maria wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als moeder. Maria wordt vermeld op donderdag 5 februari 1829 als ouder. Maria wordt vermeld op woensdag 31 januari 1838 als overledene.<53..69>

Uit een familiekroniek komend uit een Statenbijbel (van 1664) van het geslacht der Matons, Mathons, Moutons - gevonden in het CBG en wel in dossier Mouton - blijkt dat Maria afkomstig was uit een familie van Oost-Indië-vaarders. Zowel haar vader als grootvader waren opperchirurgijn op één van de schepen van de Verenigde Oost Indische Compagnie (VOC), haar overgrootvader Sagharias Matton, de eerste die vermeld wordt in de familiekroniek overleed in Batavia in sept 1714, zijn laatste reis maakte hij als commandeur van Staten met het schip 'Duivenvoorde'.
Uit Rekeningen van de Agterhoeksepolder (GAH, kast 20, nr. 262) blijkt dat zij naaister is, zij krijgt namelijk in 1764 f. 3.7.- naailoon uitbetaald.
Als het gezin er in 1790 financieel niet zo best voorstaat (de diakonie moet bijspringen) verricht Maria omstreeks 1791 voor de diaconie naaiwerk (hiervoor ontvangt zij f. 18.8), zo blijkt uit Rekeningen van den Achterhoekse polder van Nieuwveen (GAH, kast 20, nr. 276).
In 1792 overlijdt haar vader Zacharias Mouton, zijn weduwe Marijtje van Gelder verkoopt op 18.7.1793 het huis (2 woningen onder één kap); zie ORA, Nieuwveen van die datum. Maar zowel Maria als haar man Jan erven niets, omdat zij erfgenaam zijn zonder rechten; zij waren op 19.9.1773 uitgekocht.
Als haar man Jan in 1799 overlijdt wordt op 15.7.1801 bij notaris Clant jr. te Nieuwveen de voogdij geregeld over de minderjarige kinderen. Als voogden worden aangewezen: de oudste zoon Pieter van de Geer en haar halfbroer Isaac Mouton (mr. chirurgijn te Benthuizen), alsmede Willem Couprie (mr. timmerman te Nieuwveen). Financieel blijkt Maria er weer wat bovenop gekomen te zijn. In ieder geval verkoopt ze op 7.7.1802 (zie: ORA, Nieuwveen van die datum) enige partijen land (= 148 roeden) in de Agterhoekse Polder voor een bedrag van 102 gulden en 12 stuivers.
Op 31.5.1813, zo blijkt uit ONA, Corn. Kempenaer, verkoopt ze haar huis, schuur en erven in Nieuwveen op nr. 84 aan haar zoon Arie en wel voor drie honderd gulden. Financieel weet ze zich verder gesteund door haar dochter Trijntje, die haar uitdrukkelijk als erfgename opneemt in haar testament (zie: ONA, Corn. Kempenaer dd. 21.5.1815); hieruit valt tevens op te maken dat ze op dat moment bij haar dochter (in)woont in Woubrugge. Tevens weet ze zich gesteund door haar zoon Pieter, die eveneens in een testament zijn moeder als erfgename opneemt (zie: ONA, Corn. Kempenaer dd. 30.10.1821); hieruit valt verder op te maken, dat zij op dat moment in Rijnsaterwoude bij haar zoon inwoont.

Maria is voogd van Willem Couprie.<70> Maria gaat in ondertrouw op vrijdag 20 augustus 1773 te Nieuwveen aangifte van het huwelijk geschiedt in de classis van 3 gulden (zie: Gaardersbescheiden, Nieuwveen 2 dd. 20.8.1773)., trouwt op zondag 5 september 1773 aldaar met Jan Pieterse van de Geer, zoon van Pieter Janse van de Geer en Trijntje Cornelis Lelijveld. Jan is geboren op woensdag 8 mei 1743 te Nieuwveen, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 12 mei 1743 aldaar (doopgetuigen waren zijn grootvader Jan Pieterse van de Geer en zijn grootmoeder Marretje Antonis Rietveld), is overleden op dinsdag 5 maart 1799 aldaar aldus Gaarderbescheiden Nieuwveen 3:II en 4, de aangifte van overlijden is gedaan door zijn zoon Pieter van de Geer onder de klasse van drie gulden., winkelier (?), wonende aldaar en te Aalsmeer. Jan wordt vermeld op zaterdag 4 februari 1769 als kleinzoon. Jan wordt vermeld op woensdag 16 juni 1773 als erfgenaam. Jan heeft een testament gemaakt op zondag 19 september 1773 te Nieuwveen (zie: ONA/Nieuwveen, Corn. Bosch), het betreft een zgn. langstlevende testament.. Jan wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als schoonzoon. Jan wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als schoonzoon. Jan wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als testateur. Jan wordt vermeld op zondag 19 september 1773 als testateur. Jan wordt vermeld in 1790 als armlastig. Jan wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam [zonder rechten]. Jan wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam [zonder rechten]. Jan wordt vermeld op dinsdag 19 maart 1799 als overledene. Jan wordt vermeld op woensdag 15 juli 1801 als overledene. Jan wordt vermeld op woensdag 7 juli 1802 als overledene. Jan wordt vermeld op maandag 31 mei 1813 als overledene. Jan wordt vermeld op donderdag 5 februari 1829 als ouder. Jan wordt vermeld op woensdag 31 januari 1838 als overledene.<71..85>

Uit de ONA/Nieuwveen van Corn. Bosch van 4.2.1769 blijkt dat hij een bijbel met zilverbeslag van zijn grootvader heeft gekregen.
Op 16.6.1773 laten zijn vader Pieter Janse van de Geer en zijn tweede vrouw Marritje Baas een testament opmaken (zie: ONA, Corn. Bosch), hierin wordt hij bedacht als een van de erfgenamen. Een en ander wordt bekrachtigd met een handtekening van hemzelf.
In een Acte van Uitkoop van 19.9.1773 van Zacharias Mouton (zie: ONA/Nieuveen, Corn. Bosch) regelt Zacharias, dat 12 weken na zijn overlijden 50 gulden zal worden uitbetaald aan Jan en Maria, dit gebeurt echter eerder en wel op 1.9.1782 (zie: ORA, Nieuwveen dd. 18.7.1793).
Uit rekeningen van den Agterhoekse polder van Nieuwveen (GAH, kast 20, nr. 262) blijkt, dat hij in 1777 zijn vader een keer geholpen heeft bij het bezorgen van wat winkelwaren.
Hij heeft enige tijd (van omstreeks 1773 tot 1778) in Aalsmeer gewoond, alwaar Pieter en Sacharias zijn geboren. Het vertrek van Jan en Maria, zo omstreeks 1773, heeft vermoedelijk mede te maken gehad met het feit, dat de bestaansmogelijkheden in Nieuwveen door de uitdijende veenplassen steeds kleiner was geworden. ZIE: Kaart Nieuwveen van die tijd!
Nieuwveen maakte in de periode 1750 tot 1800 dan ook een crisis door. Vele veenarbeiders werden werkloos. Tegen het einde van het jaar 1790 telde Nieuwveen nauwelijks meer dan 500 inwoners.

In Nieuwveen en omgeving is men vrij laat begonnen met de droogmaking van de verzwolgen afgegraven gebiedem (de eerste plannen dateren van 1742). De beweegredenen tot droogmaking was beslist niet altijd een streven naar landaanwinst. In het gebied rondom Nieuwveen heeft de zorg voor de veiligheid van de overige gebieden (én van de steden Amsterdam, Haarlem en Leiden) vaak voorop moeten staan. Ook bleken lang niet alle droogmakerijen een onverdeeld winstobject. Grote gedeelten van de polders van Zevenhoven en Nieuwkoop bleken slechts schraal land te bevatten. In de Ronde Venen (Mijdrecht) werd het kwelwater zo'n lijdensweg, dat het Rijk zelfs moest inspringen om de droogmaking te doen voltooien. In 1797 begonnen een zevental wind-watermolens in de tegenwoordige Nieuwkoopse en Zevenhovense polders te draaien. Met dit werk was men in 1810 zo ver, dat de drooggelegde gronden konden worden uitgegeven ter cultivering. Nieuwveen ging weer groeien! De kinderen van Jan en Maria hebben, met uitzondering van Arie, deze groei niet afgewacht. Zij verlieten Nieuwveen en vonden elders emplooi.

In 1778 blijkt het gezin weer in Nieuwveen te wonen. Dit valt op te maken uit het feit dat aldaar het derde kind Trijntje wordt geboren. In de Rekeningen van den Achterhoekse polder van Nieuwveen (GAH, kast 20, nr. 275) wordt gemeld dat de armmeesteren van Aalsmeer in 1790 12 gulden hebben overgemaakt voor het huisgezin van Jan van de Geer; kortom het gezin heeft Aalsmeer vermoedelijk armlastig verlaten of de financiële nood van het gezin is de diakonie van Aalsmeer ter ore gekomen. Tevens laat de diakonie van Nieuwveen in hetzelfde jaar voor f. 21.10 en f. 27.12 aan winkelwaren bezorgen bij het gezin.
Hoewel nergens uitdrukkelijk vermeld, is er aanleiding om aan te nemen dat hij en zijn vrouw in de nadagen van vader Pieter van de Geer op een of andere manier betrokken zijn geweest bij zijn winkel. Hoogstwaarschijnlijk is de winkel van grootvader Pieter van de Geer uiteindelijk overgegaan in handen van kleinzoon Arie, die vermeld staat als winkelier in Nieuwveen.
Het gezin is er financieel weer redelijk bovenop gekomen, want als Jan in 1799 overlijdt, wordt hij niet pro deo begraven, maar onder de klasse van drie gulden.

Jan en Maria hebben samen 6 kinderen:

1  Pieter van de Geer is geboren op zaterdag 17 september 1774 te Aalsmeer, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 25 september 1774 aldaar (doopgetuige was zijn stiefgrootmoeder Marretje Claes Baas), is overleden op maandag 2 juli 1855 te Rijnsaterwoude, mr. schoenmaker, deurwaarder bij de directe belastingen en tapper (kastelein), wonende te Nieuwveen, te Ter Aa, te Loenen (1812) en te Rijnsaterwoude (1813vv) (Nr. 18 (Nr. 66)). Pieter wordt vermeld op woensdag 15 juli 1801 te Nieuwveen aangesteld door zijn moeder Maria Mouton over zijn broers en zuster, tevens krijgt hij de macht om waar nodig als administrateur op te treden bijv. bij verkoop van goederen (zie ONA, Nieuwveen, not. Corn. Clant jr. van die datum). als voogd. Pieter wordt vermeld op woensdag 15 juli 1801 als voogd, administrateur. Pieter is tekent op vrijdag 19 februari 1819 te Woubrugge als getuige bij een testament van Johannes Verkoljen met vermelding van zijn beroep (= schoenmaker); zie ONA, Not. Corn. Kempenaar, nr. 8842 van die datum. op vrijdag 19 februari 1819 aldaar. Pieter wordt vermeld op maandag 8 oktober 1821 als verkoper. Pieter wordt vermeld op maandag 8 oktober 1821 als eigenaar, verkoper. Pieter is verkoopt op dinsdag 9 oktober 1821 te Rijnsaterwoude een slachthuis, gezien het geboden bod op de veiling gaat de verkoop niet door; zijn beroep is mr. schoenmaker te Rijnsaterwoude (zie: ONA, not. Kempenaar te Woubrugge van 8.10.1821, rep.no.108). op dinsdag 9 oktober 1821 aldaar. Pieter is verkoopt op dinsdag 9 oktober 1821 aldaar meubelen en huisraad, het gaat om in totaal 169 artikelen, w.o. een hondenhok, duivenhok, een vinkenkooitje, schilderijen, spiegel, een bed, een bijbel (!) en wat dies meer zij. De opbrengst is, vermindert met kosten f. 185.60. Als woonplaats van Pieter wordt opgegeven: Rijnsaterwoude no. 18, kanton Woubrugge (zie: ONA, not. Corn. Kempenaar te Woubrugge van 8.10.1821, rep.no.109). Vermoedelijk gaat het om meubelen en huisraad van zijn moeder Maria Mouton, die in 1821 bij haar zoon is gaan wonen (verg. hiertoe ook het testament van Pieter van de Geer van 30.10.1821, rep.no.112). op dinsdag 9 oktober 1821 aldaar. Pieter heeft een testament gemaakt op dinsdag 30 oktober 1821 aldaar tot erfgenaam benoemt hij zijn vrouw Christina Heuneveldt, bij zijn overlijden komt al het eigendom en vruchtgebruik haar toe, onder voorwaarde dat mocht zijn moeder nog in leven zijn bij zijn overlijden, dat dan zijn moeder deelt in het vruchtgebruik dat haar toekomt (zie: ONA, not. Kempenaar te Woubrugge van die datum, rep.no 112).. Pieter is verkoopt op dinsdag 30 oktober 1821 aldaar samen met zijn schoonmoeder Trijntje Schouwman, eigenaresse, een perceel hooiland en een perceel teelland in de Blocklandse polder onder ter Aar (zie: ONA, Corn. Kempenaar te Woubrugge van die datum, rep.nr. 115). op dinsdag 30 oktober 1821 aldaar. Pieter wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als testateur. Pieter wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als erfgenaam. Pieter wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als verkoper, echtgenoot. Pieter wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als gemachtigde. Pieter is verkoopt op woensdag 19 juni 1822 aldaar zaadgewas in de Blocklandtpolder voor f. 200,20 (ONA, Corn. Kempenaar te Woubrugge van die datum). op woensdag 19 juni 1822 aldaar. Pieter wordt vermeld op maandag 5 september 1825 als gemachtigde. Pieter is verkoopt op woensdag 14 september 1825 aldaar een huis met grond in opdracht van en gemachtigd door zijn schoonmoeder Fijtje Schouwman een huis met grond te Rijnsaterwoude nr. 67, op dat moment bewoond door Hendrik Korstjans. Bij dit huis behoorde oorspronkelijk ook enige grond, die nu hoort bij het huis en erf van Pieter van de Geer (zie: ONA, Corn. Kempenaar te Woubrugge van die datum en ook die van 28.9.1825 (= datum van de feitelijke overdracht) rep.nr.89, waar vermeld wordt dat Pieter van de Geer woont op nr. 66. op woensdag 14 september 1825 aldaar. Pieter wordt vermeld op woensdag 14 september 1825 als gemachtigde. Pieter wordt vermeld op woensdag 28 september 1825 als gemachtigd verkoper. Pieter is verkoopt op woensdag 1 februari 1826 aldaar als gemachtigde van zijn schoonmoeder Trijntje Schouwman een huis en erve in Rijnsaterwoude nr. 16, belend ten oosten de pastorie, ten zuiden de Pastoriesteege, ten westen de Dorpsstraat voor f. 300.- contant (zie: ONA, not. Corn. Kempenaar te Woubrugge van die datum, rep.nr.19). op woensdag 1 februari 1826 aldaar. Pieter wordt vermeld op maandag 14 juli 1828 aldaar bij een verkoop; zijn beroep is mr. schoenmaker (zie: ONA, Corn. Kempenaar te Woubrugge van die datum). als getuige. Pieter wordt vermeld op donderdag 2 oktober 1828 aldaar bij het opmaken van een testament; zijn beroep is dan deurwaarder bij de directe belastingen (zie: ONA, not. Corn. Kempenaar van die datum). als getuige. Pieter is leent op vrijdag 26 juni 1829 aldaar 1000 gulden van Willem Ouwerkerk, wonende te Leiden, met de nodige onderpanden, w.o. een huis op nr. 66 in Rijnsaterwoude, een huis op nr. 19 in Rijnsaterwouden en het nodige land; zij beroep is: deurwaarder bij de Rijks directe belastingen (zie: ONA, Corn. Kempenaar inv.nr. 8852, rep. nr. 63) op vrijdag 26 juni 1829 aldaar. Pieter wordt vermeld op vrijdag 27 april 1832 te Woubrugge over Neeltje en Kors van de Geer, minderjarige kinderen van zijn overleden broer Sacharias van de Geer en Barbara Oudshoorn; zijn beroep is deurwaarder der directe belastingen (Repertoire Woubrugge, Vredegerechten nr. 27). als voogd. Pieter is tekent op zaterdag 19 december 1835 te Rijnsaterwoude de overlijdensacte van Neeltje van de Geer; zijn beroep is deurwaarder der directe belastingen (zie: BS, Rijnsaterwoude). op zaterdag 19 december 1835 aldaar. Pieter wordt vermeld op zaterdag 19 december 1835 als getuige. Pieter is erft op woensdag 6 april 1836 aldaar na het overlijden van zijn vrouw, de helft in de onroerende goederen, waaronder drie huizen in Rijnsaterwoude en de helft in enige parijen land en water gelegen op de gemeente Ter Aar van 12 bunders, 85 roeden, 47 ellen, benevens een huis en erf, de andere helft (= onbeschikbaar) is voor zijn vier dochters (Memorie van Successie van die datum, nr. 5680, ondertekening heeft plaats gevonden op 4.7.1836).. Pieter wordt vermeld op woensdag 6 april 1836 als echtgenoot, erfgenaam. Pieter is tekent op woensdag 31 januari 1838 aldaar de overlijdensacte van zijn moeder Maria Mouton, overleden te Rijnsaterwoude op nr. 66; zijn beroep is deurwaarder (zie: BS, Rijnsateroude van die datum). op woensdag 31 januari 1838 aldaar. Pieter wordt vermeld op woensdag 31 januari 1838 als zoon. Pieter wordt vermeld op dinsdag 3 juli 1855 als overledene. Pieter wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als overledene. Pieter wordt vermeld op woensdag 25 november 1868 als overledene.<86..101>

30.10.1821 : Fijtje Schouwman-Heuneveld (Hienfeld) laat een testament maken. Christina Heuneveld blijkt het enig nagelaten kind te zijn (zie: ONA, Corn. Kempenaar van die datum). Verkocht wordt op 14.9.1825 aan Hendrik Maas een perceel houtland en een perceel teelland à fl. 900.-; Pieter van de Geer assisteert zijn schoonmoeder bij de verkoop (zie: ONA, Cornelis Kempenaar van die datum).
Uit de overlijdensacte van Pieter (BS, Rijnsaterwoude no.7 dd. 3.7.1855) blijkt dat hij in zijn nadagen tapper was.

Pieter heeft als voogd zijn neef Corstiaan van de Geer.<102> Pieter heeft als voogd zijn nicht Neeltje van de Geer.<103> Pieter gaat in ondertrouw op vrijdag 26 juni 1807 te Rijnsaterwoude aldus GB, Rijnsterwoude van die datum; Pieter woont op dat moment nog in Nieuwveen., trouwt op maandag 13 juli 1807 te Nieuwveen aldus GB, Nieuwveen. met Christina Heuneveld, dochter van Jan Frederik Hienfeld en Trijntje Schouwman. Christina is geboren in 1779 te Rijnsaterwoude, is nederduits-gereformeerd gedoopt, is overleden op woensdag 6 april 1836 aldaar,aldus Mem. van Successie nr. 5680 van die datum., wonende aldaar. Christina heeft een testament gemaakt op dinsdag 30 oktober 1821 aldaar tot algehele erfgenaam wordt benoemd haar man Pieter van de Geer (zie: ONA, Corn. Kempenaar te Woubrugge van die datum, rep.no.113).. Christina wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als testatrice. Christina wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als erfgename. Christina wordt vermeld op dinsdag 30 oktober 1821 als erfgename. Christina wordt vermeld op woensdag 28 september 1825 als verkoopster, erfgename. Christina wordt vermeld op woensdag 6 april 1836 als overledene, erflater. Christina wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als overledene.<104..109>

2  Zacharias van de Geer ook genaamd Sacharias en Zaag is geboren op woensdag 1 mei 1776 te Aalsmeer, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 5 mei 1776 aldaar (doopgetuige was zijn stiefgrootmoeder Marijtje Barends van Gelder (zie III-B)), is overleden op dinsdag 3 februari 1829 te Woubrugge aangegeven door zijn zwager Jan de Pijper., landbouwer (in Aarlanderveen en Woubrugge) en arbeider (Woubrugge), wonende te Nieuwveen, te Oudshoorn (1811), te Woubrugge (1812), te Aarlanderveen (1813) en te Woubrugge. Zacharias is woont op maandag 8 april 1811 te Oudshoorn aldus de Trouwacte van Zacharias van de Geer en Barbara Oudshoorn (zie: DTB Woubrugge 5). op maandag 8 april 1811 aldaar. Zacharias is woont op zaterdag 18 april 1812 te Woubrugge aldus de vermelding van de geboorte van een doodgeboren kind. op zaterdag 18 april 1812 aldaar. Zacharias is woont op donderdag 2 september 1813 te Aarlanderveen aldus de geboorteacte van zijn zoon Jan, zijn beroep is landbouwer (zie: BS van Aarlanderveenvan die datum). op donderdag 2 september 1813 aldaar. Zacharias wordt vermeld op donderdag 2 september 1813 als aangever. Zacharias is woont op donderdag 2 februari 1815 te Woubrugge aldus de vermelding van de geboorte van een doodgeboren kind. op donderdag 2 februari 1815 aldaar. Zacharias is woont op maandag 2 augustus 1819 aldaar aldus de geboorteacte van zijn dochter Neeltje, zijn beroep is dan bouwman of te wel landbouwer (zie: BS van Woubrugge van die datum). op maandag 2 augustus 1819 aldaar. Zacharias wordt vermeld op maandag 2 augustus 1819 als vader. Zacharias is woont op woensdag 4 augustus 1824 aldaar aldus de geboorteacte van zijn zoon Corstiaan, zijn beroep is bouwman of te wel landbouwer (zie: BS van Woubrugge van die datum). op woensdag 4 augustus 1824 aldaar. Zacharias wordt vermeld op woensdag 4 augustus 1824 als vader. Zacharias is woont op dinsdag 3 februari 1829 aldaar op no. 112, het beroep dat vermeld wordt is: arbeider (zie: BS van Woubrugge van 5.2.1829). op dinsdag 3 februari 1829 aldaar. Zacharias wordt vermeld op donderdag 5 februari 1829 als overledene. Zacharias wordt vermeld op maandag 10 augustus 1829 als overledene. Zacharias wordt vermeld op zaterdag 19 december 1835 als overledene. Zacharias wordt vermeld op zondag 1 februari 1852 als overledene. Zacharias wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als ouder/overleden.<110..117>

Uit MS van 10.8.1829, afgegeven ten kantore van het regt van successie binnen de gemeente Woubrugge, blijkt dat hij geen onroerende goederen heeft nagelaten.

Zacharias trouwt (voor het Gerecht) op maandag 8 april 1811 te Esselijkerwoude en Heer Jacobswoude met Barbara Oudshoorn ook genaamd Baartje en Batje, dochter van Corstiaan Jacobszn. Oudshoorn en Neeltje Ariens van der Bijl. Barbara is geboren te Rijpwetering, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 28 september 1783 te Hoogmade (doopgetuigen waren Cornelis Oudshoorn en Cornelia Oudshoorn), is overleden op vrijdag 24 februari 1832 te Woubrugge (De aangifte wordt gedaan door o.a. haar broer Arie Oudshoorn; uit MS van 24.2.1832 blijkt dat zij in in behoeftige omstandigheden is overleden.), wonende aldaar, te Aarlanderveen (1813) en te Woubrugge. Barbara wordt vermeld op zondag 5 augustus 1810 als erfgename. Barbara wordt vermeld op donderdag 2 september 1813 als moeder. Barbara wordt vermeld op maandag 2 augustus 1819 als moeder. Barbara wordt vermeld op woensdag 4 augustus 1824 als moeder. Barbara is woont op maandag 10 augustus 1829 aldaar op no. 17, aldus MS van Sacharias van de Geer van die datum ter kantore van het regt van successie te Woubruge. op maandag 10 augustus 1829 aldaar. Barbara wordt vermeld op maandag 10 augustus 1829 als weduwe. Barbara is woont op vrijdag 24 februari 1832 aldaar op no. 15, zo blijkt uit haar acte van overlijden (zie: BS van Woubrugge van 25.2.1832). op vrijdag 24 februari 1832 aldaar. Barbara wordt vermeld op vrijdag 24 februari 1832 als overledene. Barbara wordt vermeld op zaterdag 25 februari 1832 als overledene. Barbara wordt vermeld op zaterdag 19 december 1835 als overledene. Barbara wordt vermeld op zondag 1 februari 1852 als overledene. Barbara wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als ouder/overleden.<118..127>

3  Trijntje van de Geer is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 5 april 1778 te Nieuwveen (doopgetuige was haar halftante Johanna Mouton), is overleden op vrijdag 29 september 1848 te Woubrugge wonend in het huis staande wijk D no. 12; aangegeven door Jan de Pijper., wonende te Nieuwveen en te Woubrugge. Trijntje heeft een testament gemaakt op zondag 21 mei 1815 aldaar bij Corn. Kempenaer, hierin benoemt zij haar echtgenoot als erfgenaam, voor haar moeder regelt zij, indien die dan nog in leven is, dat zij zal delen in een deel van het vruchtgebruik.. Trijntje wordt vermeld op zondag 21 mei 1815 als echtgenote. Trijntje wordt vermeld op zondag 21 mei 1815 als testatrice. Trijntje wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als overledene. Trijntje wordt vermeld op woensdag 25 november 1868 als overledene.<128..131>

Trijntje trouwt op vrijdag 9 mei 1806 te Nieuwveen (zie: Gaarderbescheiden Nieuwveen van 9.5.1806, waaruit tevens blijkt dat Jan de Pijper minderjarig is, afkomstig is uit Thamen en woonachtig in Nieuwveen)., trouwt (kerk) (nederduits-gereformeerd) op zondag 11 mei 1806 aldaar met Jan de Pijper, zoon van Abraham de Pijper en Marritje Borst. Jan is geboren op zaterdag 21 december 1782 te Thamen, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 22 december 1782 aldaar (doopgetuige was Grietje Pijper), is overleden op zaterdag 7 november 1857 te Leiderdorp vermoedelijk in het huis van zijn dochter Matje, die hem naar we kunnen aannemen in zijn nadagen verzorgd heeft., markt(veer)schipper en winkelier, wonende te Thamen, te Nieuwveen en te Woubrugge. Jan is tekent op dinsdag 17 december 1811 aldaar als getuige, hij blijkt markt- en veerschipper te zijn (zie: ONA, not. Corn. Kempenaar te Woubrugge van die datum). op dinsdag 17 december 1811 aldaar. Jan heeft een testament gemaakt op zondag 21 mei 1815 aldaar,waarin hij zijn vrouw Trijntje aanwijst als enige erfgename; zijn beroep is schipper en winkelier (zie: ONA, not. Cornelis Kempenaar van die datum).. Jan wordt vermeld op zondag 21 mei 1815 als testateur. Jan wordt vermeld op zondag 21 mei 1815 als echtgenoot. Jan is koopt op maandag 6 november 1815 aldaar het huis no. 30 aan de Westzijde van de Woudwetering, het betreft een voormalige broodbakkerij van Maarten van Wieringen. Hij betaalt hiervoor 450 gulden (zie: ONA, Corn. Kempenaer te Woubrugge van die datum). N.B. ten westen van dit huis woont Cornelis Kempenaer, notaris, die we in 1829 tegenkomen als burgemeester. op maandag 6 november 1815 aldaar. Jan wordt vermeld op maandag 6 november 1815 als koper. Jan is koopt op maandag 13 november 1815 aldaar het huis no. 29 van Marrigje van der Nik (weduwe van Cornelis Vonk), gelegen aan de Westzijde van de Woudwetering voor een bedrag van duizend guldens hollandsch geld, zijn beroep is: marktschipper benevens winkelier (zie: ONA, Corn. Kempenaer te Woubrugge van die datum). op maandag 13 november 1815 aldaar. Jan wordt vermeld op maandag 13 november 1815 als koper. Jan is leent op dinsdag 21 november 1815 aldaar 1000 gulden tegen een rente van 6 procent van mevr. Petronella Brugmans, weduwe van de Hooggeleerde Heer Carolus Boers om leven professor aan de Academie te Leijden. Terugbetaling moet geschieden in gemunt guld (goud of zilver) en niet in papier geld of effecten en wel in vijf jaar, het onderpand bestaat uit twee huizen te Woubrugge op nr. 29 en 30 (zie: ONA, Con.Kempenaer te Woubrugge van die datum). op dinsdag 21 november 1815 aldaar. Jan wordt vermeld op dinsdag 21 november 1815 als crediteur. Jan wordt vermeld op donderdag 15 augustus 1816 als borg. Jan is tekent op maandag 16 november 1818 aldaar als schipper (zie: ONA, Corn.Kempenaer te Woubrugge van die datum). op maandag 16 november 1818 aldaar. Jan is tekent op vrijdag 19 maart 1819 aldaar als getuige bij een testament van Cornelis Schouten, zijn beroep wordt vermeld (= schipper en winkelier). op vrijdag 19 maart 1819 aldaar. Jan is koopt op dinsdag 27 april 1824 aldaar de helft van een huis en erf, alsmede de gehele schuur, gelegen in het Zuideinde van Woubrugge (zie: ONA, Corn. Kempenaer van die datum). op dinsdag 27 april 1824 aldaar. Jan is tekent op donderdag 5 februari 1829 aldaar als aanzegger van het overlijden van zijn zwager Zacharias van de Geer (zie: Burg. Stand Woubrugge van die datum). Zijn beroep is: winkelier, klaarblijkelijk is hij gestopt met zijn werk als markt(veer)schipper.. op donderdag 5 februari 1829 aldaar. Jan wordt vermeld op donderdag 5 februari 1829 als aangever, zwager. Jan wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als overledene. Jan wordt vermeld op woensdag 25 november 1868 als overledene.<132..140>

In 1815 woonde hij op nr. 28 aan de Westzijde van de Woudwetering, zo blijkt uit zijn testament, dat hij op 21.5.1815 liet opmaken bij Corn. Kempenaer. Uit ONA, Corn. Kempenaer van 31.5.1813 blijkt dat hier ook zijn schoonmoeder Maria van de Geer-Mouton woonde. Vermoedelijk is het gezin einde 1815 verhuisd naar het naastgelegen aangekochte huis op nr. 29, mede omdat inmiddels binnen het gezin het eerste kind geboren was: Matje; er zouden nog drie kinderen volgen. Hoe dan ook in ieder geval woont het gezin op 27.04.1824 op nr. 29 in Woubrugge. Uit de overlijdensacte van zijn vrouw Trijntje van 29.9.1848 valt opnieuw een verhuizing af te lezen, zij wonen dan niet meer op nr. 29, maar in een huis staande in wijk D. no. 12 in Woubrugge.
Uit ONA, Corn. Kempenaer te Woubrugge van 15.8.1816 blijkt uit een Acte van Cautie, waarin Jan de Pijper en Cornelis van Dam (beurtman en eigenaar) een schuld splitsen wegens geveende turf in het jaar 1816, dat hij een compagnon heeft. Dit wordt bevestigd door ONA, Corn. Kempenaer van 22.4.1817, waaruit blijkt dat hij samen met Cornelis van Dam markt- en veerschipper is.

4  Arie van de Geer ook genaamd Arij is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 4 juni 1780 te Nieuwveen (doopgetuige was Ameila Boogaart), is overleden op dinsdag 22 april 1856 aldaar,zo blijkt uit MS nr. 2451, deel 12, fol. 9 van 30.5.1856, hierin wordt vermeld dat hij geen roerende en onroerende goederen nalaat., winkelier, metselaar en ouderling (1817-1822), wonende aldaar. Arie is koopt op zaterdag 4 mei 1805 aldaar een huis en erve voor 200 gulden; het huis ligt ten zuiden van de Hereweg en ten noorden van de Vaarwetering en ten westen ervan ligt de pastorie (zie: ORA, Nieuwveen van die datum). op zaterdag 4 mei 1805 aldaar. Arie wordt vermeld op zaterdag 4 mei 1805 als koper. Arie is koopt op maandag 31 mei 1813 van zijn moeder voor 300 gulden een huis te Nieuwveen, gelegen op no. 84 en wel ten zuiden de Rinsloot en ten noorden van de weg. Zijn beroep is: winkelier (zie: ONA, Corn. Kempenaer van die datum nr. 8838). op maandag 31 mei 1813. Arie wordt vermeld op maandag 31 mei 1813 als koper. Arie wordt vermeld op maandag 20 april 1835 te Bleiswijk van het huwelijk van zijn zoon Jan met Helena van der Sterre; zijn beroep is dan metselaar. als getuige. Arie wordt vermeld op maandag 20 april 1835 als vader. Arie wordt vermeld op zondag 1 mei 1836 te Nieuwveen van het huwelijk van zijn zoon Gerrit met Pietertje Hendrika Langerak; zijn beroep is dan winkelier. als getuige. Arie wordt vermeld op zondag 1 mei 1836 als vader. Arie wordt vermeld op zondag 27 maart 1842 aldaar van het huwelijk van zijn dochter Maartje met Dirk Langerak; zijn beroep is dan winkelier. als getuige. Arie wordt vermeld op zondag 27 maart 1842 als vader. Arie wordt vermeld op vrijdag 30 mei 1856 als overledene. Arie wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als overledene, broeder. Arie wordt vermeld op woensdag 25 november 1868 als overledene, broeder. Arie wordt vermeld op dinsdag 3 mei 1881 als overledene.<141..149>

In 1805 wordt Nieuwveen (en Zevenhoven) ingedeeld bij Utrecht; het behoort dan tot het Departement van de Zuiderzee, kwartier Utrecht, kanton Mijdrecht. Dit duurt tot 1814, daarna valt Nieuwveen weer onder de Provincie Zuid-Holland, kanton Woubrugge.
Uit te Kadastrale Atlas van Zuid-Holland, 1832 deel 12 Nieuweveen en Zevenhoven, Alphen a.d. Rijn, 2001, p.77,87 blijkt dat Arie metselaar is en de bezitter is van een huis en erf (oppervl. 0,0200) en een tuin (oppervl. 0,1070).

Arie gaat in ondertrouw op zaterdag 11 mei 1805 te Nieuwveen (de bruidegom valt onder de klasse van 3 gulden)., trouwt op maandag 27 mei 1805 aldaar, trouwt (kerk) (nederduits-gereformeerd) op zondag 2 juni 1805 aldaar met Geertje Oudshoorn, dochter van Cornelis Oudshoorn en Marretje van Eyck. Geertje is geboren te Nieuwkoop, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 29 november 1778 aldaar (doopgetuige was Lena van Oyen), is overleden op zondag 27 maart 1842, wonende aldaar en te Nieuwveen. Geertje wordt vermeld op maandag 20 april 1835 als moeder. Geertje wordt vermeld op zondag 1 mei 1836 aldaar van het huwelijk van haar zoon Gerrit met Pietertje Hendrika Langerak. als getuige. Geertje wordt vermeld op zondag 1 mei 1836 als moeder. Geertje wordt vermeld op vrijdag 30 mei 1856 als overledene. Geertje wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als overledene. Geertje wordt vermeld op dinsdag 3 mei 1881 als overledene.<150..154>

Zij beheerste niet de schrijfkunst, want op de Acte van Ondertrouw tekent ze met een kruisje (zie: GB, Nieuwveen van 11.5.1805). Bij het huwelijk van haar zoon Jan met Lena van der Sterre kan zij niet aanwezig zijn, zij verleent toestemming per Notariële Acte (Not. C. van der Lee te Aarlanderveen). Bij het trouwen van haar zoon Gerrit produceert zij met enige moeite een handtekening.

5  Ariaantje van de Geer is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 18 april 1784 te Nieuwveen, is overleden op vrijdag 15 april 1785 aldaar.

6  Adrianus van de Geer ook genaamd Arienus is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 26 februari 1786 te Nieuwveen, is overleden op zaterdag 4 januari 1868 te Sloten (N.H.), is begraven te Nigtevecht, timmermansbaas, wonende te Nieuwveen, te Nigtevecht en te Sloten (N.H.). Adrianus heeft een testament gemaakt op vrijdag 31 maart 1848 te Nigtevecht door Sandrinus van Kempen, notaris te Abcoude, ten huize van de testateur; hij benoemt als enige erfgenaam zijn echtgenote Elisabeth Scheepmaker. Uit het betreffende testament blijkt tevens dat hij timmermansbaas is met als woonplaats het dorp Nigtevecht (zie: ONA in UA).. Adrianus wordt vermeld op vrijdag 31 maart 1848 als erfgenaam. Adrianus wordt vermeld op vrijdag 31 maart 1848 als testateur. Adrianus wordt vermeld op dinsdag 18 juni 1861 als aangever. Adrianus wordt vermeld op dinsdag 1 april 1862 als opdrachtgever. Adrianus wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als erflater, weduwnaar, overleden. Adrianus wordt vermeld op woensdag 25 november 1868 als erflater.<155..160>

Uit het lidmatenboek van de Gereformeerde kerk van Nigtevecht blijkt, dat op 3.11.1811 zijn attestatie is binnen gekomen van de Gereformeerde kerk te Nieuwveen. Tevens blijkt uit hetzelfde lidmatenboek, dat hij op 31.3.1862 is vertrokken is naar Sloten (zie: UA).
Op 22.3.1862 vindt een voorlopige aangifte plaats van een openbare verkoping in opdracht van Adrianus, op 1.4.1862 worden vervolgens zijn roerende goederen -in totaal 157 artikelen, zowel afkomstig uit de huishoudelijke inboedel als timmerwerkplaats, die zich bevinden in zijn huis gelegen op nummer 62a in het dorp Nigtevecht, bij opbod verkocht. De opbrengst is: f. 202,71 (zie: ONA, notaris Sandrinus van Kempen te Abcoude, nr.2501 in UA).
Eenmaal wonende in Sloten stelt hij in verband met zijn nalatenschap een verklaring op, die als volgt luidt:
'De ondergetekende Adrianus van de Geer woonende te Sloote in Noorthollant verklaart bij dese tot zijne boedelreeders bezorgers zijner begraafing en tot uitvierders van zijne uittersten wil te benoemen Dirk Scheepmaker woonende te Amsterdam in de Oude Weetering Dwars straat boove B.B. No 235 zoon van Krijn Scheepmaker en Cretina van Stokkem en Cors van de Geer Mr. Waagemaker te Sloote zoon van Zaggarias van de Geer en Babje van Oushoore. Aan welke beijden hij de bezorging geeft van alle goederen zijner nalatenschap. Sloote 26 Januarij 1863 Arienus van de Geer'.
Conform deze laatste wilsbeschikking met inachtneming van eerder opgemaakte testamenten door hemzelf en zijn vrouw, opgemaakt op 31.3.1848, wordt na zijn overlijden op 6.1.1868 (en afgehandeld op 18.11.1868) door Notaris D. van Ossenbruggen te Nieuwe Amstel (inv.nr. 186.15/RNH, Haarlem) zijn nalatenschap en die van zijn overleden echtgenote Elisabeth Scheepmaker verdeeld onder zijn familie en de familie van de kant van zijn vrouw, in totaal 56 personen; het bedrag dat verdeeld wordt, bedraagt (na aftrek van kosten) f. 2353,88.

Adrianus trouwt op zondag 21 april 1811 met Elizabeth Scheepmaker ook genaamd Elisabeth, dochter van Dirk Krijn Scheepmaker en Grietje Arisze Barneveldt. Elizabeth is geboren op vrijdag 26 september 1788 te Kortenhoef, is nederduits-gereformeerd gedoopt op zondag 28 september 1788 (doopgetuige was Trijntie Scheepmaker), is overleden op zaterdag 15 juni 1861 te Nigtevecht, wonende te Vreelandt en te Nigtevecht. Elizabeth wordt vermeld op zondag 28 september 1788 als dopeling. Elizabeth heeft een testament gemaakt op vrijdag 31 maart 1848 aldaar ;het is opgemaakt door Sandrines van Kempen, notaris te Abcoude, ten huize van de testatrice; als enige erfgenaam benoemd zij haar echtgenoot Adrianus van de Geer (zie: ONA in UA).. Elizabeth wordt vermeld op vrijdag 31 maart 1848 als testatrice. Elizabeth wordt vermeld op vrijdag 31 maart 1848 als erfgename. Elizabeth wordt vermeld op dinsdag 18 juni 1861 als overledene. Elizabeth wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als erflaatster, overledene. Elizabeth wordt vermeld op woensdag 25 november 1868 als erflaatster.<161..166>

Bij haar overlijden (zij is dan ruim 72 jaar) geeft haar echtgenoot aan de BS op, dat zij een dochter is van Dirk Scheepmaker en Grietje Barrevelt.
Zij heeft haar attestatie, afgegeven door de Gereformeerde kerk van Vreelandt, bij de Gereformeerde kerk van Nigtevecht ingeleverd op 13.9.1811 (zie: UA).

IV-C  Isaäc Mouton ook genaamd Isaak Moutton, zoon van Zacharias Mouton en Marijtje Barends van Gelder, is geboren op zondag 11 maart 1759 te Nieuwveen, is nederduits-gereformeerd gedoopt (doopgetuigen waren Philip. Mouton en zijn oom Philippus Maton (zie III-A)), is overleden in 1835 te Benthuizen, meester chirurgijn te Benthuizen. Isaäc wordt vermeld op zondag 11 maart 1759 als boreling. Isaäc wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam. Isaäc wordt vermeld op donderdag 18 juli 1793 als erfgenaam, voogd. Isaäc wordt vermeld op woensdag 15 juli 1801 als voogd, administrateur.<167..170>

Hij staat tevens te boek als heelmeester en apotheker.

Isaäc gaat in ondertrouw op maandag 7 januari 1782, trouwt op zondag 30 juni 1782 te Zoetermeer met Maria Rijsdijk. Maria is geboren in 1754 te Zegwaard, is overleden op donderdag 7 november 1844 te Rijnsaterwoude.

Gegevens van dit gezin zijn ontleend aan de collecte Koppeschaar, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag.

Isaäc en Maria hebben samen 8 kinderen:

1  Zacharias Mouton is geboren op vrijdag 11 april 1783 te Benthuizen, is gedoopt op zondag 13 april 1783 aldaar, is overleden na 1844.

2  Jacob Mouton is geboren op zaterdag 31 juli 1784 te Benthuizen, is gedoopt op zondag 1 augustus 1784 aldaar, is overleden voor 1786.

3  Neeltje Mouton is geboren op woensdag 3 mei 1786 te Benthuizen, is overleden voor 1790.

4  Jacob Mouton is geboren op woensdag 3 mei 1786 te Benthuizen, is overleden voor 1788.

5  Jacob Mouton is geboren op donderdag 24 april 1788 te Benthuizen, is gedoopt op zondag 27 april 1788 aldaar, is overleden op dinsdag 16 maart 1824.

Overleden 'na een langzame verzwakking en daarop gevolgde zenuwinzinking-ziekte'(aldus collectie Koppeschaar).

6  Neeltje Mouton is geboren op woensdag 9 juni 1790 te Benthuizen, is gedoopt op zondag 13 juni 1790 aldaar.

7  Johannes Mouton is geboren op vrijdag 23 december 1791 te Benthuizen, is gedoopt op maandag 26 december 1791 aldaar.

8  Cornelis Mouton is geboren op donderdag 8 augustus 1793 te Benthuizen, is gedoopt op zondag 18 augustus 1793 aldaar.


Noten

  Dit overzicht is gemaakt op dinsdag 3 augustus 2004 met Haza-21 versie 3.1.0.4050.20040630 door drs. K. Kramer, Waterranonkel 2, 8445 RV HEERENVEEN.

1)  Zie bijlage III

2)  Zie bijlage IV

3)  Zie bijlage I

4)  Zie bijlage III

5)  Zie bijlage I

6)  Zie bijlage III

7)  Thomas Stam. Thomas is geboren rond 1675, is overleden voor 1708. Thomas wordt vermeld op zaterdag 3 januari 1711 als overledene.

8)  Zie bijlage I

9)  Zie bijlage I

10)  Zie bijlage I

11)  Zie bijlage I

12)  Zie bijlage I

13)  Zie bijlage I

14)  Zie bijlage II

15)  Zie bijlage VIII

16)  Zie bijlage X

17)  Zie bijlage XI (bladzijde 1)

18)  Zie bijlage VI

19)  Zie bijlage XII

20)  Zie bijlage XIII

21)  Zie bijlage XV

22)  Zie bijlage XVI

23)  Zie bijlage VII

24)  Zie bijlage XVIII

25)  Zie bijlage V

26)  Zie bijlage XXIII

27)  Zie bijlage XX

28)  Zie bijlage XXII

29)  Zie bijlage XIV

30)  Zie bijlage XXIV

31)  Zie bijlage XXVI (bladzijde 1)

32)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 1,3,4)

33)  Zie bijlage LXII

34)  Zie bijlage I

35)  Zie bijlage XXIII

36)  Zie bijlage XXII

37)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 4)

38)  Zie bijlage LXII

39)  Zie bijlage IX

40)  Zie bijlage XI (bladzijde 1)

41)  Zie bijlage XIII

42)  Zie bijlage XXII

43)  Zie bijlage XXIII

44)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 1,4,7)

45)  Zie bijlage XXVII

46)  Zie bijlage I

47)  Zie bijlage II

48)  Zie bijlage VIII

49)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 5)

50)  Zie bijlage I

51)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 5)

52)  Zie bijlage XXVII

53)  Zie bijlage I

54)  Zie bijlage XXIII

55)  Zie bijlage XXI

56)  Zie bijlage XX

57)  Zie bijlage XXII

58)  Zie bijlage VIII

59)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 3,4,7)

60)  Zie bijlage XXVII

61)  Zie bijlage XXIX

62)  Zie bijlage XXX

63)  Zie bijlage XXXI

64)  Zie bijlage XXXIII

65)  Zie bijlage XXXV

66)  Zie bijlage XXXVII

67)  Zie bijlage XLIX

68)  Zie bijlage LIV

69)  Zie bijlage LXII

70)  Willem Couprie. Willem is geboren rond 1750, wonende te Nieuwveen. Willem is koopt op woensdag 20 april 1791 aldaar een huis in de Oosterpolder (Nieuwveen), aldus de Oud Recht. Arch van Nieuwveen van die datum. op woensdag 20 april 1791 aldaar. Willem wordt vermeld op woensdag 15 juli 1801 als voogd, administrateur.

71)  Zie bijlage XVII

72)  Zie bijlage XIX

73)  Zie bijlage XXII

74)  Zie bijlage XXIII

75)  Zie bijlage XXI

76)  Zie bijlage XX

77)  Zie bijlage VIII

78)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 3,4,8)

79)  Zie bijlage XXVII

80)  Zie bijlage XXIX

81)  Zie bijlage XXX

82)  Zie bijlage XXXI

83)  Zie bijlage XXXV

84)  Zie bijlage LIV

85)  Zie bijlage LXII

86)  Zie bijlage XXX

87)  Zie bijlage XLV

88)  Zie bijlage XLIV

89)  Zie bijlage XLIX

90)  Zie bijlage XLVIII

91)  Zie bijlage XLVI

92)  Zie bijlage XLVII

93)  Zie bijlage LI

94)  Zie bijlage LII

95)  Zie bijlage LIII

96)  Zie bijlage LIX

97)  Zie bijlage LX

98)  Zie bijlage LXII

99)  Zie bijlage LXVII

100)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 10)

101)  Zie bijlage LXXII (bladzijde 36)

102)  Corstiaan van de Geer ook genaamd Kors, zoon van Zacharias van de Geer en Barbara Oudshoorn. Corstiaan is geboren op maandag 2 augustus 1824 te Woubrugge De geboorteacte luidt als volgt: In het jaar achttien honderd vierëntwintig, den vierde der maand Augustus des na de middag ten zeven uren, is voor ons Schout van Woubrugge Officier van den Burgerlijke Stand verschenen SACHARIAS VAN DE GEER oud acht en veertig jaren, van beroep bouwman, wonende in deze Gemeente, welke ons heeft verklaard, dat BATJE OUDSHOORN zijne huisvrouw op den tweeden Augustus achttien honderd vierëntwintig des avonds ten tien uren bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk bij deze geeft de voornaam van CORSTIAAN. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Bartholomeus van Leeuwen oud en en dertig jaren, van beroep arbeider en van Abraham Nulden, oud zes en dertig jaren, van beroep Veldwachter, wonende beiden alhier, en hebben de declarant en getuige deze na voorlezing met ons geteekend. Except Bartholomeus van Leeuwen dewelke verklaarde niet te kunnen schrijven. (w.g.) Z. van de Geer Ab. Nulden Cornelis Kempenaar schout, is overleden op dinsdag 16 februari 1915 te Zaandam, mr. wagenmaker en timmerman, wonende te Woubrugge, te Rijnsaterwoude, te Sloten (N.H.) (nr.61 (Nr.66b (1855v) (Nr.85 (1860v)))), te Zaandam en te Zandvoort. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 4 augustus 1824 als zoon. Corstiaan wordt vermeld op maandag 10 augustus 1829 als zoon. Corstiaan wordt vermeld op maandag 6 januari 1868 als lasthebber, erfgenaam, comparant. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 25 november 1868 als lasthebber, executeur. Corstiaan wordt vermeld op zondag 1 oktober 1876 te Zaandam van het huwelijk van zijn dochter Barbara met Rijn Smit te Zaandam; de woonplaats van Corstiaan is dan Zaandam, zijn beroep is timmerman. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op zondag 1 oktober 1876 als vader. Corstiaan wordt vermeld op zondag 19 mei 1878 aldaar van het huwelijk van zijn zoon Jacob met Sophia Bot; het beroep van Corstiaan is timmerman. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op zondag 19 mei 1878 als vader. Corstiaan wordt vermeld op dinsdag 6 juni 1882 aldaar van het huwelijk van zijn dochter Barbara met Jan de Boer; het beroep van Corstiaan is timmerman. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op dinsdag 6 juni 1882 als vader. Corstiaan wordt vermeld op vrijdag 8 april 1887 als vader. Corstiaan wordt vermeld op zaterdag 23 april 1887 te Zandvoort van het huwelijk van zijn zoon Pieter met Trijntie Weber, zijn beroep is dan wagenmaker. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op zaterdag 23 april 1887 als vader. Corstiaan wordt vermeld op zondag 14 augustus 1887 te Zaandam van het huwelijk van zijn dochter Geertje met Joachim Bobeldijk te Zaandam; het beroep van Corstiaan is dan wagenmaker. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op zondag 14 augustus 1887 als vader. Corstiaan wordt vermeld op zondag 21 juli 1889 aldaar van het huwelijk van zijn dochter Jansie met Hendrik Porssius; het beroep van Corstiaan is wagenmaker. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op zondag 21 juli 1889 als vader. Corstiaan wordt vermeld op donderdag 27 oktober 1892 te Zaandijk van het huwelijk van zijn zoon Sacharias met Elisabeth de Vries; het beroep van Corstiaan is wagenmaker. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op donderdag 27 oktober 1892 als vader. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 24 juni 1903 te Zaandam van het huwelijk van zijn docter Barbara met Jan Bes; Corstiaan oefent dan een beroep meer uit. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 24 juni 1903 als vader, getuige. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 7 juli 1909 te Wormerveer bij het huwelijk van zijn kleinzoon Jan van de Geer met Hillegonda Bruijn. als getuige. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 7 juli 1909 als grootvader v.d. bruidegom. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 9 oktober 1912 aldaar bij het huwelijk van zijn kleinzoon Pieter van de Geer met Geertje de Boer (zijn kleindochter). als getuige. Corstiaan wordt vermeld op woensdag 9 oktober 1912 als grootvader v.d. bruidegom. Aangenomen kan worden dat hij na het overlijden van zijn moeder is opgenomen in het huisgezin van zijn oom en voogd Pieter van de Geer te Rijnsaterwoude. Ten tijde van de loting voor de Nationale Militie op 19.8.1851 woont Corstiaan nog steeds in Rijnsaterswoude. Hij wordt vrijgeloot. Op het certificaat van de Nationale Militie luidt zijn signalement: Lengte: 1.69 m., aangezicht: breed, voorhoofd: laag, ogen: blauw, neus: ordinair (gewoon), mond: klein, kind:rond, haar en wenkbrauwen: blond. Gelet op het feit, dat de tweede zoon van Corstiaan naar Pieter is vernoemd, geeft aan dat zijn oom veel voor hem heeft betekend. Cors vestigt zich na zijn huwelijk in Sloten (NH) en wordt aldaar lid van de Ned. Herv. Kerk. In december 1859 staat hij op de nominatie voor ouderling, hij wordt echter niet gekozen. In november 1868 overlijdt zijn oom Adrianus van de Geer, door wie hij (samen met Dirk Scheepmaker) was benoemd tot executeur testamentair. Bij de boedelscheiding treedt hij op als gemachtigde voor een aantal familieleden. Hij erft zelf van zijn oom een bedrag van f.295,15 1/2 cent (zie: NA, D. van Osenbruggen te Nieuwe Amstel van 6.1. en 25.11.1868, RNH). Hij heeft volgens mondelinge overlevering zijn wagenmakerij in Sloten 'verdronken'. Of er sprake is geweest van een faillissement is de vraag. Onderzoek in het Gemeentearchief van Amsterdam heeft in ieder geval tot op heden niets opgeleverd. Naar het zich laat aanzien is hij in Sloten een aantal keren verhuisd, al kan de eerste verhuizing ook te maken hebben met omnummering. De 'verhuizing' naar nr. 85 kan ook te maken hebben met een grote brand, die op 14.6.1859 ontstond in de burgemeesterswoning en die oversloeg naar andere huizen, daarbij werd ook de kerk beschadigd. Na het teloor gaan van de wagenmakerij heeft hij enige tijd bij de Hembrug gewerkt (als timmerman) en is daarna in Zaandam (aan de Hoogendijk nr. 82) opnieuw een wagenmakerij begonnen, die door zijn zoon Sacharias is overgenomen. Hij heeft na het overlijden van zijn vrouw voor enige tijd bij zijn zoon Pieter in Zandvoort gewoond. Op 12.8.1897 is hij terug in Zaandam (aldus de BS) en woont dan in bij zijn dochter Jansie. Corstiaan was gehuwd met Hendrica Lieneke.

103)  Neeltje van de Geer, dochter van Zacharias van de Geer en Barbara Oudshoorn. Neeltje is geboren op vrijdag 30 juli 1819 te Woubrugge,aangifte geschiedt door haar vader Zacharias en grootvader Kors Oudshoorn., is overleden op vrijdag 18 december 1835 te Rijnsaterwoude, wonende te Woubrugge en te Rijnsaterwoude. Neeltje wordt vermeld op maandag 2 augustus 1819 als boreling. Neeltje wordt vermeld op maandag 10 augustus 1829 als dochter. Neeltje wordt vermeld op zaterdag 19 december 1835 als overledene. Omdat zij overlijdt in Rijnsaterwoude op nr. 66 (= het woonadres van Pieter van de Geer) kan worden aangenomen, dat Neeltje (samen met haar broer Corstiaan) na het overlijden van haar moeder is opgenomen in het gezin van haar oom en voogd Pieter van de Geer.

104)  Zie bijlage XLVIII

105)  Zie bijlage XLIX

106)  Zie bijlage XLVI

107)  Zie bijlage LIII

108)  Zie bijlage LX

109)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 10)

110)  Zie bijlage XXXVI

111)  Zie bijlage XLIII

112)  Zie bijlage L

113)  Zie bijlage LIV

114)  Zie bijlage LV

115)  Zie bijlage LIX

116)  Zie bijlage LXVI

117)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 7)

118)  Zie bijlage XXXIV

119)  Zie bijlage XXXVI

120)  Zie bijlage XLIII

121)  Zie bijlage L

122)  Zie bijlage LV

123)  Zie bijlage LVI

124)  Zie bijlage LVII

125)  Zie bijlage LIX

126)  Zie bijlage LXVI

127)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 7)

128)  Zie bijlage XXXVIII

129)  Zie bijlage XXXVII

130)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 8,21)

131)  Zie bijlage LXXII (bladzijde 21)

132)  Zie bijlage XXXVIII

133)  Zie bijlage XXXVII

134)  Zie bijlage XXXIX

135)  Zie bijlage XL

136)  Zie bijlage XLI

137)  Zie bijlage XLII

138)  Zie bijlage LIV

139)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 8,21)

140)  Zie bijlage LXXII (bladzijde 21)

141)  Zie bijlage XXXII

142)  Zie bijlage XXXV

143)  Zie bijlage LVIII

144)  Zie bijlage LXI

145)  Zie bijlage LXIII

146)  Zie bijlage LXVIII

147)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 10)

148)  Zie bijlage LXXII (bladzijde 31,34)

149)  Zie bijlage LXXIII

150)  Zie bijlage LVIII

151)  Zie bijlage LXI

152)  Zie bijlage LXVIII

153)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 10)

154)  Zie bijlage LXXIII

155)  Zie bijlage LXV

156)  Zie bijlage LXIV

157)  Zie bijlage LXIX

158)  Zie bijlage LXX

159)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 1v,4v,7,13-16,19)

160)  Zie bijlage LXXII (bladzijde 21-25,27v,31,33v)

161)  Zie bijlage XXV

162)  Zie bijlage LXV

163)  Zie bijlage LXIV

164)  Zie bijlage LXIX

165)  Zie bijlage LXXI (bladzijde 2,13-15,17,19)

166)  Zie bijlage LXXII (bladzijde 40,44,47,52,55vv)

167)  Zie bijlage I

168)  Zie bijlage XXVIII (bladzijde 5)

169)  Zie bijlage XXVII

170)  Zie bijlage XXX


Bijlage I Afschrift uit een Statenbijbel fam. Mouton

(16831792/2-dm *)

na zondag 25 juli 1683
familiekroniek
Dossier Mouton

[1]
Afschrift
In een Staten Bijbel gedrukt Anno 1664,
staan de volgende aantekeningen, betrek-
kelijk het geslacht der Matons, Mathons, Moutons
--------------------------------------------------------
Anno 1714 in September is Vader Sagcharius Matton uitgevaren
van Zeeland, voor Commandeur van Staten met het
schip "Duivervoorde"naar Oost Indie, en op Batavia
1 Augs 1717 ontslapen en aldaar begraven.
1683 25 Juli ben ik geboren "Isaäc Maton"
1707 24 Januari is gehuwd Isaac Maton met
Maria Coepe
1708 30 October is geboren Emilia Matton
1711 6 Januari is geboren Philippus Matton
1713 28 Januari is geboren Sagcharias Matton
1724 10 Maart is gestorven Isaäc Matton
1728 29 Febrij is gestorven Johannes Matton
1747 7 Janij is gestorven Maria Coepe
1746 25 Sept is gehuwd Sagcharias Mouton met
Ariaantje Verhoog - te Alphen
1747 21 Maart is geboren Maria Mouton te Voorburg.
1749 3 Mei is gestorven Ariaantje Verhoog, de vrouw van Sags Mouton.
1751 16 Mei is Sags Mouton weder gehuwd met
Maria van Gelderen te Nieuweveen.
1755 13 Maart is deze vrouw bevallen van
eene dochter Johanna Mouton
1759 11 Maart weder een kind Isaäc Mouton
1766 18 Januari weder een Zoon Barend van Gelderen Mouton
1770 7 October is te Rotterdam gestorven Philippus
Mouton broeder van Sags Mouton oud 59 jaar
1792 in Juni is gestorven te Nieuwveen Sags Mouton
de Vader van Isaäc Mouton oud 79 jaren
1713 Is uigevaren Pieter Maton van Zeeland
met het schip "Schellenberg"
1714 Is uitgevaren Sags Maton met het Schip
"Duivenvoorde"van Zeeland
1716 In Juli is Isaäc Mouton naar OO.Indie gegaan
met het Schip Haringtuin van Delft
[2]
Anno 1726 3 October is uitgevaren Pieter Maton
voor Constabelsmaat met het Schip
Barberstijn voor Zeeland en overleden
deze kant Batavia 17 Maart Anno ?

Bijlage II Capitaal boekje van de Groote Armen v. Nieuwveen

(17090092k20-gah)

tussen 1709 en 1792
afrekeningen van Diakonie van Nieuwveen
Rekeningen diakonie Nieuwveen kast 20/277-343

Gemeentearchief Haarlem

Kast 20, nr. 277 t/m 343 (= Capitaal boekje van de Groote
Armen van Nieuwveen: = periode )
(N.B. er wordt ook geld ingelegd van rooms-kath. kapi-
taalkrachtigen)


nr. 277: (1) Rente-betaling op een obligatie t.n.v. Jacob
Janse van de Geer dd. 23/8/1709 geaggreëert
14/1/1709 op een capitaal van 1100 gulden. De
rente werd uitbetaald op 23/8/1736;
(2) Rente-betaling op een obligatie mede ten name van
Jacob Janse van de Geer dd. 31/8/1712 geaggreëert
23/1/1713 op een capitaal van 1000 gulden. De rente
werd uitbetaald op 31/8/1736.
nr. 278: Jacob Janse van de Geer betaald voor leverantie van
brood t.b.v...... Dit is in het jaar 1725.
nr. 278 en 280: Niets gevonden.
nr. 281: Betaald aan Jan Pieterse van de Geer over geleverde
goederen t.b.v........ ƒ 18.18 over geleverde eetwa-
ren. Dit is in het jaar 1728.
nr. 282: Niets gevonden.
nr. 283: Betaald aan Jan Pieterse van de Geer, winkelier,
over geleverde winkelwaren t.b.v..... Dit is in het
jaar 1733.
nr. 284: Jan Pieterse van de Geer wordt genoemd als aangeko-
men armmeester". Dit is in het jaar 1731.
Jan Pieterse van de Geer levert als rendant
(=beheerder van gelden) eetwaren t.b.v.... voor een
bedrag van ƒ 15.-. Dit is 11/8/1733; hij tekent
tevens als armmeester.
nr. 285: Jan Pieterse van de Geer wordt genoemd als armmees-
ter. Hij betaald tevens als rendant aan "hem selven
voor geleverde eetwaren" aan een weduwe tot 12 stui-
ver p. week = totaal ƒ 33.-. Dit is in het jaar
1733.
nr. 286: In het jaar 1733 levert Pieter Janse van de Geer
eetwaren t.b.v....... voor ƒ 30.12.
nr. 287: Niets gevonden.
nr. 288: In 1735 levert Pieter Janse van de Geer eetwaren
voor een bedrag van ƒ 39.18

N.B. Willem Adriaanse van Ruijten is dan
schoolmeester in Nieuwveen.

nr. 289: Van Pinksteren 1735 tot 1736 levert Jan Pieterse van
de Geer winkelwaren aan.....; levert teven een paar
kousen.
nr. 290: In het jaar 1737 levert Jan Pieterse van de Geer
eetwaren en kleederen, wolle en de linnen. Tevens
verzoekt hij de ambachtsheeren om een "stuijver te
setten op ijden Roede voor den buijten armen". Ver-
der declareert hij geld vanwege een reis naar Den
Haag.
N.B. Frederick Antonius van Schnoeff wordt genoemd als chirurgijn (tevens barbier) van
Nieuwveen. Later heet hij Mr.(!) Chirurgijn.
nr. 291 t/m 293: Niets gevonden.
nr. 294: Jan Pieterse van de Geer wordt genoemd als armmees-
ter. Hij levert gaaren en band, eetwarem
t.b.v....... Dit is in het jaar 1741.
nr. 295: Jan Pieterse van de Geer wordt genoemd (in het jaar
1742) als aangekomen armmeester, hij levert tevens
eetwaren en klederen w.o. een "hoge baije rok.

Betaald aan Pieter Janse van de Geer vanwege leve-
ring van 4 1/4 ellen linnen t.b.v....

Betaald aan rendant Jan Pieterse van de Geer voor
geleverde eetwaren

Dirk Corn. van de Geer wordt genoemd als melkboer,
krijgt geld vanwege geleverde melk aan de armen.

Dirk Janse van de Geer krijgt terug een bedrag ƒ
16.13.6 terug = schdeloosstelling als gevolg van
fraudatie.
nr. 296: Pieter Janse van de Geer krijgt geld voor geleverde
winkelwaren = ƒ 1.-., dit is in het jaar 1745.
Genoemd wordt Dirk Bastiaanse van de Geer, die geld
uitgegeven heeft t.b.v. de Roomse armen.

Betaald aan Jan Pieterse van de Geer voor leverantie
van linne, melk, eetwaren en schoenwerk.

Dirk Cornelisse van de Geer, bouman, levert melk.
nr. 297: Dirk Bastiaanse van de Geer wordt genoemd als besor-
ger van de Roomse armen. Hij heeft in febr. 1744 ƒ
3.18.0 aan geld ontvangen t.b.v. Roomse armen.

Jan Pieterse van de Geer ontvangt ƒ 3.18.8 voor
geleverd schoenwerk en klompen.

Corn. Dirkse van de Geer krijgt ƒ 3.19 voor gelever-
de melk, zijn beroep is koehouder.
nr. 298: (boekjaar 1744/45):
Dirk Bastiaanse van de Geer wordt genoemd als Roomse
aanbesorger t.b.v. de roomsen.

P.M. Jan Pieter Sprenger wordt genoemd als Mr. Chi-
rurgijn.
nr. 299: (boekjaar 1745/1746):
Jan Pieterse van de Geer ontvangt geld voor maken en
leggen van schoenen t.b.v....
nr. 300: (boekjaar 1746/47)
Pieter Janse van de Geer wordt genoemd; hij heeft ƒ
10.- uitbetaald t.b.v....

Pieter Janse van de Geer ontvangt geld voor geleverd
schoenwerk.

Jan Pieterse van de Geer ontvangt geld voor geleverd
schoenwerk.
nr. 301: (boekjaar 1747/48):
Pieter Janse van de Geer ontvangt geld voor gelever-
de winkelwaren.

Zacharias Mouton chirurgijn ontvangt geld voor geda-
ne diensten en geleverde medicamenten.
nr. 302: Niets gevonden.
nr. 303: (boekjaar 1749/1750):
Jan Pieterse van de Geer wordt genoemd als armmees-
ter.

P.M. Barend van Gelder krijgt ƒ 8.- voor het maken
van twee doodkisten.
nr. 304: (boekjaar 1750/51):
Jan Pieterse van de Geer wordt genoemd als armmees-
ter.

Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn ontvangt ƒ 12.- voor
gedane diensten en medicamenten.
nr. 305: (boekjaar 1751/52):
Aan Zacharias Mouton, chirurgijn, wordt ƒ 11.- uit-
betaald voor geleverde diensten en medicamenten.

Jan Pieterse van de Geer ontvangt geld voor gelever-
de waren, alsmede voor geleverd schoenwerk aan de
armen = ƒ 19.-
nr. 306: (boekjaar 1752/53):
Ontvangen van Pieter Janse van de Geer, diakon van
Nieuwveen de helft van 't geene in Den Bosch bij den
predikant is bevonden.

Ontvangen (op 6/1/1753!) van de weduwe Jan van de
Geer voor een jaar verdiend loon van Geurtje van
Leeuwen (= ƒ 20.-)

Jan Pieterse van de Geer ontvangt geld voor geleverd
schoenwerk (!).
N.B.: Hierna komt Jan Pieterse van de Geer niet
meer voor. Conclusie: In 1752 moet hij overle-
den zijn!!

Aan Cornelia van de Geer wordt een voorschot gegeven
voor Gerrigje van Leeuwen (= ƒ 5.13). Gerrigje van
Leeuwen krijgt korte daarop ƒ 18.- voor diverse
reijsen.
nr. 307: (boekjaar 1753/54):
Ontvangen van de diakon Pieter Janse van de Geer ƒ
97.-.
Betaald aan Zach. Mouton Mr. Chirurgijn voor gedane
diensten en medicamenten.
nr. 308: (boekjaar 1754/55):
Zach. Mouton wordt genoemd als armmeester.
nr. 309: (boekjaar 1755/56):
Zach. Mouton wordt genoemd armmeester en rendant.

Pieter Janse van de Geer ontvangt geld voor gelever-
de winkelwaren.
nr. 310: (boekjaar 1756/57):
Z. Mouton ontvangt geldt voor bewezen diensten.

P.M. Nieuwcoop en Meijdrecht worden genoemd als
plaatsen waren Nieuwveners heen gegaan zijn en
ondersteund worden vanuit de diaconie van
Nieuwveen.
nr. 311: (boekjaar 1757/58) en 312 (1758/59):
Z. Mouton wordt in deze boeken genoemd als Mr. Chi-
rurgijn, hij omntvangt geld voor bewezen diensten,
medicamenten.
nr. 313: (boekjaar 1759/60):
Aan Weduwe Jan Pieters Van de Geer 11 weken aan
Jacobus Cloppenburg à 10 stuivers p. week ƒ 5.10.
nr. 314 t/m 317: (boekjaar 1760/61 t/m 1763/64):
elk jaar wordt Z. Mouton genoemd als chirurgijn voor
gedane diensten en medicamenten.
nr. 318 t/m 323: (boekjaar 1764/65 t/m 1769/70): elk jaar
wordt gesproken van:
Z. Mouton wordt genoemd als chirurgijn voor gedane
diensten en medicamenten.

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde win-
kelwaren.
nr. 324: (boekjaar 1770/71):
Aan Grietje van de Geer wordt betaald over 43 weken
costgeld van denzelven en 37 st. p. week = ƒ 79.11

Z. Mouton krijgt 2x geld uitbetaald voor geleverder-
de diensten en medicamenten.
nr. 325 t/m 326: (boekjaar 1771/72 en 1772/73):
elk jaar wordt gesproken van Z. Mouton voor gelever-
de diensten en medicamenten en Pieter van de Geer
voor geleverde winkelwaren.
nr. 327: (boekjaar 1773/74):
Ontvangen van de goederen nagelaten bij Grietje van
de Geer en publicque Veijlingee verkocht om ƒ
30.18.8

Betaald aan Johanna Mouton over naijloon = ƒ 1.13.

Verder wordt geld uitbetaald aan Z. Mouton voor
bewezen diensten en medicamenten en aan Pieter van
de Geer voor geleverde winkelwaren.

Z. Moutton tekent met anderen het kasboek (nr. 327).
nr. 328: (boekjaar 1774/75):
Johanna Mouton ontvangt ƒ 2.- voor geleverd klaarma-
kerwerk.

Verder wordt geld uitbetaald aan Z. Mouton voor
bewezen diensten en medicamenten en aan Pieter van
de Geer voor geleverde winkelwaren.
nr. 329: (boekjaar 1775/76):
Betaald aan de weduwe Corn. Rietveld over kostgeld
Grietje van de Geer = 51 weken = ƒ 77.80.
nr. 330: (boekjaar 1776/77):
Aan Z. Mouton wordt ƒ 2.10 uitbetaald voor geleverde
vleerbessen.

Aan Pieter van de Geer wordt ƒ 9.12 uitbetaald over
geleverde eetbare waren.
nr. 331: (boekjaar 1777/78):
Z. Mouton wordt genoemd als diaken.

Aan Pieter van de Geer wordt ƒ 6.80 uitbetaald voor
geleverde eetbare waren.

nr. 332: (boekjaar 1778/79):
Aan wed van der Wiel over costgeld van Grietje van
de Geer = ƒ 45.-.

Z. Mouton ontvangt geld voor geleverde diensten en
medicamenten.

Pieter van de Geer ontvangt geld voor geleverde
eetbare waren.
nr. 333: (boekjaar 1779/80):
Pieter van de Geer ontvangt geld voor gedane uitga-
ven (t.b.v. de armen).

Z. Mouton ontvangt geldt voor geleverde diensten en
medicamenten.
nr. 334: (boekjaar: 1782/83):
Z. Mouton krijgt geld uitbetaald t.b.v. huijshuur (=
voor armen).
nr. 335: (boekjaar: 1783/84):
Betaald aan Jan Baas wegens kostgeld aan Grietje van
de Geer = ƒ 37.- (voor 37 weken à ƒ 1.-) aan de
weduwe Cornelisse Splinter.

Betaald aan Trijntje van Gelder (= ƒ 6.-) voor gele-
verde winkelwaren.
nr. 336: (boekjaar 1784/85):
Pieter Jansz van der Geer genoemd als armmeester van
Nieuweveen;
Ontvangen een jaar werfhuur van Grietje van de Geer
ƒ 3.-
Aan Pieter van der Geer wordt uitbetaald wegens
geleverde goederen.
nr. 337: (boekjaar 1785/86):
Pieter Jansz van de Geer = armmeester;
Ontvangen een jaar werfhuur van Willem van Dam voor
de werf afkomstig van Grietje van de Geer;
Kostgeld voor Grietje van de Geer à ƒ 5.- (?) weeks
= ƒ 55.-
Betaald aan Zach. Mouton, mr.chir. ƒ 3.16;
Ontvangen bij liquidatie een jaar huyshuur van (=a-
pril 1786) van Pieter Jansz van de Geer, getekend
door P:v:d:Geer = ƒ 16.-.
nr. 338: (boekjaar 1786/87)
Aan Zacharias Mouton, chir. wegens gedane diensten ƒ
20.8.=
Aan Pieter Janse van de Geer wegens geleverde win-
kelwaren ƒ 6.12;
nr. 339: (boekjaar 1787/88)
Aan J. van Ieeveerexzeel, armmeester te Woubrugge
voor gedane voorschotten aan Matje Baas (=echtg. v.
Pieter van de Geer?!) ƒ 21.13;
Aan Zach. Mouton, chir. ƒ 22.2.=
P:v:d:Geer tekent als armmeester.
nr. 340: (boekjaar 1788/89)
Voorschotten betaald aan Matje Baas ƒ 6.16
Aan Z. Moutton voor geleverde medicamenten ƒ 77.18;
P:v:d:Geer tekent als armmeester.
nr. 341: (boekjaar 1789/90)
Pieter van de Geer tekent als armmeester van Nieuwe-
veen;
55 weken kostgeld van Grietje van de Geer ƒ 77.=
(over 1787 tot 31 meij 1789); eveneens aan Grietje
van de Geer kostgeld van 31/5/1789 tot 22/5/1790 = ƒ
68.17;
Voorschotten aan Matje Baas aan de armmeester van
Woubrugge ƒ 9.4.=
Aan Pieter van de Geer weegens geleverde klompen +
winkelwaren ƒ 15.4.= + ƒ 1.9.6
Aan Z. Mouton weegens diensten en medicamenten ƒ
21.10
nr. 342: (boekjaar 1790/91)
Pieter van de Geer = armmeester van Nieuweveen
Aan Pieter van de Geer weegens geleverde gaaren,
band, klompen ƒ 3.9.4.
Aan Z. Moutton, chir. weegens diensten en medicamen-
ten ƒ 20.50;
Er wordt getekend door P:v:d:Geer en Z. Moutton als
armeesteren.
nr. 343: (boekjaar 1791/92)
Weegens 22 weken kostgeld van Grietjes van de Geer
(1791 tot den 13 nov. 1791) na aftrek van het brood-
geld bij quit. ƒ 21.9.8;
idem aan Grietje van de Geer 28 weken kostgeld na
aftrek van broodgeld van 13/11/1791 tot 27/5/1792 =
ƒ 30.1.6;
Aan Pieter van de Geer wegens geleverde gaaren,
band, klompen ƒ 6.12;
Aan Z. Moutton, mr.chir. voor geleverde diensten en
medicamenten ƒ 20.10.

Uit bovenstaande blijkt:

Cornelia van de Geer wordt in 1753 genoemd.

Jacob Janse van de Geer: blijkt kapitaalkrachtig te zijn (zie
bij nr. 277, 278).

Jan Pieterse van de Geer: = winkelier, hij levert eetwaren
(melk), winkelwaren (kousen,
klederen, wollen en linnen, ga-
ren en band, klompen), tevens
maakt en repareert hij schoenen;
= armmeester (vanaf 1731-1751) en
rendant (vanaf 1731-1742); hij
declareert in 1737 geld vanwege
een reis naar Den Haag.
Uit bovenstaande valt af te lezen,
dat hij ong. 1752 is overleden (en
niet in 1758)!
Pieter Janse van de Geer: = winkelier, hij levert eetbare
waren, winkelwaren (gaaren, band
en klompen) en int geld voor
geleverd schoenwerkt (d.i. in
1746, wanneer zijn vader nog
leeft, die schoenmaker is!);
= diaken (vanaf 1752-1779);
= armmeester van Nieuweveen (vanaf
1785-1791).
De echtgenote van Pieter Janse van de Geer, Matje Baas
regelt geldzaken t.b.v. de diakonie in de jaren 1787-1789).

Grietje van de Geer: verzorgt (in 1770) iemand op kosten
van de diakonie, in 1773 gaat haar
bezit naar de diakonie, die hvoor
haar onderhoud verder zorgt. Zij
trekt sucessievelijk in bij wed. van
Corn. Rietveld, wed. v.d. Wiel en
wed. Cornelisse Splinter.

Corn. Dirkse vande Geer = koehouder (1744)

Dirk Corn. van de Geer: = melkboer(1742), bouman (1744)

Dirk Bastiaanse van de Geer: = (aan)besorger van de Roomse
armen (in 1744/1745).

Barend van Gelder maakt (in 1749) doodkisten.

Zacharias Mouton: = Mr. Chirurgijn, levert tevens medica-
menten (o.a. vleerbessen);
= diaken (vanaf 1777), armmeester en
rendant (vanaf 1754-1791).

Johanna Mouton: = naaister/kleermaakster (1773/1774).

Bijlage III Testament Sacharias Maton/Maria Bruijnhoff

(17110103/4-na *)

op zaterdag 3 januari 1711 Rotterdam
nalatenschap
Oud Notarieel Archief - Rotterdam 1544/1

[1]
De comparanten hebben verklaert in den 200e penning niet gequoticeert te zijn.

In de name des heeren Amen. Op huijden den 3e januarij 17-elff des smorgens de klocke thien uijren compareerden voor mij Mr. Pieter Onseel Notaris publijcq bij den hove van holland geadmitteert, residerende binnen de stadt Rotterdam ende d''ondergenoemde getuijgeen Monsr. SACHARIAS MATON, en jufvr. MARIA BRUIJNHOFF echtgenoten mij notaris bekent, te kennen gevende genegen te zijn omme alvorens uijt desen leve te scheijden bij uijtterste wille van haere tijdelijcke goederen te disponeren revocerende tot dien eijnde eerst, ende alvorens alle voorgaende testamenten, codicillen, en alle andere actens van uijtterste wille, die sijlieden te samen ofte elck van henlieden int bijsonder voor dato deses sounde mogen gemaeckt, en verleden hebben, niet willende dat alle deselve ofte eenige vandien d' alderminste kracht sal ofte sullen hebben als die altesamen doodende en vernietigende bij desen. Ende komende op nieuwen ter dispositie, verklaerde hij comparant eerst disponerende tot sijn eenige, en unverseele erffgenamen bij desen te nomineren en institueren sijn kind ofte kinderen door hen verweckt bij EMILIA VAN DE WAETER syn eerste overlede huijsvrouw, de kind, ofte kinderen, die hij staende dit huwelijck soude mogen comen te procreeeren, en MARIA BRUIJNHOFF sijn tegenwoordige huijvrouw in alle de goederen egeen uijtgesondert, die hij deser werelt overlijdende metterdoodt ontruijmen, en nalaten sal yder hooft voor hooft in egaelle portien, en gelijcke gedeeltens.
[2]
Ende sij comparante mede disponerende verklaerde in alle haere natelatene goederen tot haer eenige, en universeele erffgenamen te nomineren, en institueren de kind, ofte kinderen bij haer verweckt door THOMAS STAM haeren overleden man, de kind ofte kinderen die sij staende dit huwelijck soude mogen conen te procreeren en SACHARIAS MATON haeren tegenwoordigen man in egaele portien en gelijcke gedeeltend hooft voor hooft yder, die sij deser wereld overlijdende nalaten sal.
Stellende sij comparanten d'eerst stervende, de langstlevende van hen beijden over ende weder tot voogd ofte voogdesse over haere natelate minderjarige kind, ofte kinderen met macht omme soodanige voogden tot hem ofte haer te mogen assinneren, als hij oft sijgoed duncken sullen sullen, en ombaerst oerdeelen met exclusie van die van den Ed: Gerechte en Weeskamer deser stadt, en voorts van alle andere steden en plaetsen daer haerlieden sterfthuijs sal vallen, ofte eenige haerer natelatene goederen gelegen zijn, dewelcke sij comparanten te samen soo wel de langstlevende als d'eerst stervende uijt haerlieden natelaten boedel en van d'opsight, en voogdije over haere natelate minderjarige kind, ofte kinderen zijn uijtsluijtende bij desen, niet willende dat alle deselve, ote eenie van dien, behoudens haer respect, en waerdigheijd, hen daermede sullenhebben te bemoeijen, als die altesamen uijtsluijtende bij dezen.
Wijders is haer testateuren wil ende begeert dat den boedel van d'eerst stevende van hen beijden niet, en sal werden verdeelt voor, en aleert jongste kind van d'eerst stervende sal bereijckt hebben, en gecomen zijn tot den ouderdom van vijff en twintigh jaeren oft huwelijcken staete toe, en als dan het resterende en overschietende capitael van d'eerst
[3]
stervende met de langstlevende ende kinderen van den overledene hooft voor hooft yder egael deelen, en gemeten sonder nogtans dat de langstlevende van hen beijden gehouden sal zijn te leveren eenige staet oft inventaris en oft te stellen eenige de minste cautie voor de conservatie van der selver nalatenschap als d'eerst stervende de langst levende dat ten vollen is toevertrouwende bij deen.
Laestelijck is haer testateuren begeeren dat het de langstlevende sal vrij staen van hen beijden sich te ontslaen, en aff te staen van de kinderen van d'eerst stervende mits behoudende d'helft van den boedel en een kinds gedeelte van d'eerst stervende, en bij aldien de langstlevende voor de schulden van d'eerst overlijdende voor banden haerer huwelijck gemaeckt mocht gemolisteert, en lastigh gevallen werden, dat sij, off hij daer van sullen daeraen iets te betaelen volgens derselver contract daer van tusschen henlieden voor banden haerer huwelijck gemaeckt in dien gevallen.
Alle 't wecke haer comparanten door mij Notaris wel duijdlijck voor gelesen zijnde sij verklaerden te wesen haer laeste ende uijtterste wille over sulx willende ende begerende dat 't selve volcomen effect sal sorteren, en plaetse grijpen 't zij als testament, codicille gifte uijt saecke des dood, ofte eenige andere specie van uijtterste wille soo, ende sulx hetselve best naer rechten sal comen, ofte mogen bestaen niet jegenstaende alle behoorlijcke solemniteijten ten desen noodigh hierijnne met en waeren geobserveert inplorerende tot dien eijnde 't behulp van alle rechten en richteren.
[4]
Aldus gedaen, ende gepasseert binnen Rotterdam ten huijse van de comparanten staende ende gelegen inde Lomberstraet ter presentie van Joost Lombaert en Pieter Pijliser als getuijgen hier toe versocht.

(w.g.)
S. Maton
Mareij van Bruijnhoff
Joost Lombaert
Pieter Pilliser
Pieter Onseel Notaris
1711

(N.B. Van dit document kon geen fotokopie gemaakt worden, is ter plekke getranscribeerd door John van de Geer op 25.10.1999).

Bijlage IV Machtiging door Sagharias Maton

(17130216/3-na *)

op donderdag 16 februari 1713 Rotterdam
machtiging
Oud Notarieel Archief - Rotterdam 1798/127

[blz. 1]
Op huijden de 16 februarij 1713 compareerde voor mij Arnoldus De Guijluken, Notaris publijcq, bij den hove van Holland geadmitteert, tot Rotterdam residerende ende voorde nagenoemde getuijgen SACHARIAS MATTON woonende alhier mij notaris bekend, ende verklaarde bij desen te constitueren en volmagtg te maken Dirck Dame, kamerbewaarder van de Ed.achtb. heeren commissarissen van de kleuresaken en hoedemakers deser stad omme in sijn comparants name van de heer en meester Daniel Voorthij ontvanger generael van het Ed.Mog.: Collegie ten admiraliteit op de Maze, residerende binnen dese stad, of desselfs commis, te innen voor desen en ontfangen sodanige somme van penningen als hem comparant in qualiteit als schrijver het welgemelte Ed.Mog. Collegie hebbende gediend, ten laste vn hetselve, erkennende volgens sijn schuld: rolle ten comptoire van de hooftlijcke betalinge van weergemeelte haer Ed.Mog. berustende, wegens sijne reis & gedaen met de des lants oorlogschepen resonorende onder opgemelte admiraliteit te weeten in den Jare 1709 jrs. schip genaemt Handenbrock onder de Commandeur Jan Willem Hartleij, anno 1710 jrs. schip genaemt de Provincie van Utzegt onder de commandeur Willem van Zijl,
[blz. 2]
in den jare 1711 met het schip genaemd De Lepelaer onder Capt. Nicolaas van den Manen, anno 1712 per schip Gelderlant onder den Capt. Cornelis van Brakel, quitantie van sijnen ontfang te geven of passeren en voor namannige te caveren omme daeruijt te voldoen soodanige schulden van hem comparant als hij den geconstitueerde bij assiguatie of notitie sal opgeven. Voorts generalijk alle saken die soo bij als tegen hem comparant voor opgemerkte heeren commissarissen van de kleuresaken geinstitueert of geëntameert souden mogen werden, te defenderen, vervolgen ende waer te nemen, alle tot de uijteinden diffinitive vonnissen, en uijterlijcke executien toe, en omme [istuoot] van de nadeelige vonnis te mogen appelleren of reforcueren. Belovende hij comparant de verrigtinge in kragte deses te doen altoos te sullen approberen en ratificeren, onder verband van sijn comparants persoon en goederen ten bedwang als naregten. Aldus gedaen en gepasseert binnen Rotterdam ten presentie van Cornelis Wackerdack en Abraham Santvoort
[blz. 3]
als getuijgen hiertoe versogt.

get. door

Ss. Maton
Cor. Wachendach
Abraham Santvoort
De Guijlicken

(N.B.: Van dit document kon geen fotokopie gemaakt worden, is ter plekke getranscribeerd door John van de Geer op 25.10.1999).

Bijlage V Stuivergelden Nieuwveen

(17200093-gah)

tussen 1720 en 1793 Nieuwveen
stuivergelden
Stuivergelden Nieuwveen kast 21/196-266

Gemeentearchief Haarlem

Kast 21. nr. 196 t/m 266 (= Inning Stuivergelden Nieuw-
veen: = periode 1720-1793)


nr. 196: Jacob Janse van de Geer wordt genoemd als
ambachtsbewaarder en wel op 1 aug. 1720, 7 aug
1721, op 8 sept. 1736;
nr. 197: Jacob Janse van de Geer wordt genoemd
ambachtsbeheerder van Nieuwveen en wel op -
12/2/1737;
nrs.. 198 t/m 244: Niets gevonden.
nr. 245: Z. Moutton tekent in 1773 als één van de
ambachtsbewaarders van Nieuwveen;
nr. 246 t/m 247: NIETS
nrs. 248 t/m 250: Z. Moutton tekent als één van de ambacht-
bewaarders van Nieuwveen en wel resp. op
31/5/1776, 29/5/1777 en mei 1778;
nrs. 251 t/m 252: NIETS
nrs. 253 t/m 259: Z. Moutton en P. v.d. Geer tekenen als
ambachtsbewaarders van Nieuwveen en wel
resp op 25/7/1781, 10/7/1782, 8/3/1784,
13/12/1784, 27/6/1785, 19/6/1786 en
19/6/1789;
nr. 260: Z. Moutton tekent als één van de ambachtsbewaarders van Nieuwveen en wel op 23/6/1789;
nr. 261: NIETS
nr. 262: P. v.d. Geer tekent als één van de
ambachtsbewaarders van Nieuwveen en wel op -
22/6/1790;
nr. 263: Z. Moutton tekent als één van de ambachtsbewaarders van Nieuwveen en wel 3/7/1791;
nr. 264 t/m 265: P.v.d.Geer tekent als één van de ambachts-
bewaarders van Nieuwveen en wel resp. op
7/7/1792 en 6/7/1793.

(N.B.: Ambachtsheren van Nieuwveen zijn burgemeester en be-
heerders van de stad Haarlem).

Uit bovenstaande blijkt:

Jacob Janse van de Geer: ambachtsbewaarder (1720-1721)

Pieter van de Geer: ambachtsbewaarder (1781-1793)

Zacharias Mouton: ambachtsbewaarder (1773-1791)


Bijlage VI Dorpskosten Nieuwveen en Uitterbuurt

(17230072/-gah)

tussen 1723 en 1772 Nieuwveen
dorpskosten
Dorpskosten - Nieuwveen kast 21/1-49

Gemeentearchief Haarlem

Kast 21, nr. 1 t/m 49 (= Dorpskosten Nieuwveen en Uitter-
buurt I + II = periode 1723-1772)


1 (1723-1724): Niets
2 (1724-1725): Betaalt aan Willem Jans Kruijs Geer voor een
jonge otter bij gemeente gevangen in de Oost-
polder 1.10.0
Betaalt aan Willem Kruijs Geer voort outleven
van 't gebruijk van de werf van Appolonia Jans
Krook welke hij van 't ambagt gebruikt 1.10.0
3 (1725-1726) Betaalt aan Leonarde Gijsbert Volkruijt Scheep-
maker voor leverantie van teer, pek ende hout
aan dat ambagtsbrugge f. 22:7:8.

Betaalt aan Willem Janse Kruijs Geer ontvangen van
een oude Otter, in de Oosterpolder onder Uijterbuurt
in de jare 1727 f. 3.0.0.
4 (1726-1727) Ambachtbewaarder was een functie waarvoor een
vergoeding werd gegeven. Zo werd aan Aart Janse
van den Berg ambagtsbewaarder over een jaar
tractament van moeijte vacatien ende teerkos-
ten, binnen 's dorps vallende betaald f.
10.0.0.
5 (1727-1728) Betaald aan Jan Jacobse van de Geer over het
maken van negen roede kade aan de Schilliker
polder f. 5.8.0.
6 (1728-1729) Niets
7 (1729-1730) Niets
8 (1730-1731) Betaalt aan Gijsbert Leenderts Volkruijt over
leverantie van schalen, aan den Achtersten dijk
gebruijkt met teeren van des ambachtsbruggen f.
2.18.8

Maria Pieters van de Geer krijgt uitbetaald (vanwege
gemaakte kosten t.b.v. het dorp) over 1729 f. 4.17.8
9 (1731-1732) Niets
10(1732-1733) Niets
11(1733-1734) Niets
12(1734-1735) Barend Tjalling van Gelder is timmerman.
13(1735-1736) Pieter Hendrikse Crook is scheepmaker.
Barend van Gelder is metselaar en timmerman.
14(1736-1737) Niets
15(1737-1738) Niets
16(1738-1739) Niets
17(1739-1740) Betaald aan Dirk Janse van de Geer Schipper
over vragtloonen ende leverantie van meenivuk-
dige schepen peuijn en sant aan de ambachtsdij-
ken f. 165.13.10
18(1740-1741) Betaald aan Dirk Janse van de Geer schipper
over leverantie van Sant aan des ambachtsdijken
f. 11.10.0
19(1741-1742) Betaalt aan Dirk Janse van de Geer over vragten
van sand aan des ambachtsdijken f. 12.16.0
20(1742-1743) Niets
21(1743-1744) Betaalt aan Dirk Bastiaanse van de Geer over 't
maken ende leveren van een doodkist voor een
verdronken vreemdeling f. 2.10.0
Barend van Gelder tekent als een van de
ambachtbewaarder van Nieuwveen.
22(1744-1745) Niets
23(1745-1746) Niets
24(1746-1747) Niets
25(1747-1748) Niets
26(1748-1749) Niets
27(1749-1750) Niets
28(1750-1751) Niets
29(1751-1752) Niets
30(1752-1753) Niets
31(1753-1754) Niets
32(1754-1755) Niets
33(1755-1756) Niets
34(1756-1757) Betaald aan Zacharias Mouton kerkmeester van
Nieuweveen ten eijnde hetzelve gebruijkt werde
ter betalinge van 't gnade slot der kerkereeke-
ninge bij quit. f.50.-.-
35(1757-1758) Niets
36(1758-1759) Niets
37(1759-1760) Niets
38(1760-1761) Niets
39(1761-1762) Betaald aan Zacharias Mouton, kerkmeester voor
de oncosten van de exra verhooginge van het
kerkhof, alsmeeden ter betalinge van het kwade
slot derkerke f.100.-
nr. 40 (1763): Niets
nr. 41 (1764): Niets
nr. 42 (1765): Niets
nr. 43 (1766): Niets
nr. 44 (1767): Niets
nr. 45 (1768): Niets
nr. 46 (1769): Niets
nr. 47 (1770): Niets
nr. 48 (1771): Niets
nr. 49 (1772): Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder van
Nieuweveen.

Uit bovenstaande blijkt:

Dirk Bastiaanse van de Geer: = 'timmerman' (levert een
doodkist)

Dirk Janse van de Geer: = schipper (vervoert puin en zand)

Jan Jacobse van de Geer: repareert kade

Maria Pieters van de Geer: krijgt onkostenvergoeding

Willem Jans Kruijs Geer: = Ottervanger
Gebruikt werf van Appolonia Jans

Barend van Gelder: = metselaar en timmerman
= ambachtsbewaarder
Zacharias Mouton: = kerkmeester (1756-1762)
= ambachtsbewaarder (1772)
Ambachtbewaarder was een functie waarvoor een
vergoeding werd gegeven

P.M. Verder worden nog genoemd:
- Leonard Gijsbert Volkruijt (scheepmaker)
- Gijsbert Leendert Volkruijt
- Pieter Hendrikse Crook (scheepmaker)

Bijlage VII Rekeningen wegens 't slagturven en baggeren Nieuwv

(17240093-gah)

tussen 1724 en 1793 Nieuwveen
onkostennota
Rekeningen wegens 't slagturvem en baggeren kast 21/96-163

Gemeentearchief Haarlem

Kast 21, nr. 96 t/m 163 (= Rekeningen wegens onkosten ter
sake van 't slagturven ende baggeren in Nieuweveen e.o. =
periode 1724-1793)


nr. 96 t/m 105 (= 1724-1733): NIETS.
nr. 106 en 106 (1734-1735): Barent van Gelder tekent als
ambachtsbewaarder.
nr. 108 t/m 113 (1736-1741): NIETS
nr. 114 (1742): Cornelis Dirkse van de Geer moet betalen à
12 penningen per roede(land in het Rijn-
land) f. 1:7:12.
nr. 115 t/m 123 (1743-1751): NIETS.
nr. 124 (1752): Barend van Gelder tekent als ambachtsbe-
waarder.
nr. 125 en 126 (1753-1754: NIETS
nr. 127 en 128 (1755-1756: Barend van Gelder tekent als
ambachtsbewaarder.
nr. 129 t/m 143 (1757-1771): NIETS
nr. 144 (1772): Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 145 t/m 147 (1773-1775): NIETS
nr. 148 (1776): Z. Mouton (met een t) tekent als ambachts-
bewaarder.
nr. 149 (1777): Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 150 t/m 151 (1778-1779): NIETS
nr. 152 t/m 153 (1780-1781): Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen
als ambachtsbewaarders.
nr. 154 (1782): P.v.d.Geer tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 155 (1783): NIETS
nr. 156 (1786): P.v.d.Geer en Z. Moutton tekenen als am-
bachtsbewaarders.
nr. 157 (1787): Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 158 (1788): NIETS
nr. 159 (1789): P.v.d.Geer tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 160 (1790): Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 161 (1791): De ambachtsbewaarder kregen een vergoeding
(salaris), dat was samen (voor alle
ambachtsbewaarders) f. 7.-.-.; P.v.d.Geer
tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 162 (1792): P.v.d.Geer tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 163 (1793): NIETS.

Uit bovenstaande blijkt:

Cornelis Dirkse van de Geer heeft land in pacht of eigendom in
het Rijnland.
Pieter van de Geer: = ambachtsbewaarder (1780-1792).
Barend van Gelder: = ambachtsbewaarder (1734-1756).
Zacharias Mouton: = ambachtsbewaarder (1772-1790).

Bijlage VIII Rekeningen van de Achterhoeksepolder v. Nieuwveen

(17250092-gah)

tussen 1725 en 1792 Nieuwveen
afrekening
Rekeningen Achterhoeksepolder kast 20/213-276

Gemeentearchief Haarlem

Kast 20, nr. 213 t/m 276 (= Rekeningen van de Achterhoek-
sepolder van Nieuwveen = periode 1725-1792)


nr. 213 (1725): Betaalt aan Jan Pietersz van de Geer voor
geleverde o.a. laken.

nr. 214 (1726) en nr. 215 (1727): Niets.

nr. 216 (1728-1729): Van Jan Jacobs van de Geer ontvangen
over een jaar lanthuur ƒ 54.-
Betaalt aan Jan Pieterse van de Geer wegens
geleverde winkelwaren ƒ 22.-
nr. 217 (1729-1730): Ontvangen van Jan Jacobse van de Geer
lanthuur ƒ 54.-.
nr. 218 (1730-1731): Ontvangen van Jan Jacobse van de Geer
lanthuur van 2 stukken lant in de
Wester Polder groot 3 morgen ƒ 54.-.
nr. 219 (1731-1732): Ontvangen van Jan Jacobse van de Geer
lanthuur ƒ 54.-;
Betaalt aan Jan Pieterse van de Geer schoenmaker over te lappen van een paar muijlen;
Betaalt aan de armmeester Jan Pieter van de
Geer de helft van de Oortjes van de verpagting
volgens quit. ƒ 3.-
nr. 220 (1732-1733): Betaalt aan Jan Pieterse van de Geer
over leverantie van eetbare waren,
alsmede een paar koussen ƒ 5.16
Jan Pieterse van de Geer tekent als ouderling!

nr. 221 (1733-1734): Ontvangen van Cornelis van de Geer
wegens een jaar lanthuur in Geerpol-
der 2 partijen groot 3 morgen;
Betaalt aan de wed. Joost Maartense van de Geer
over tuijsleggen van Jan Teunis de Jong 25 weken, nog in zijn ziekte, nog in zijn laatste
ziekte met zijn ontwaden en 't reijnigen van
zijn goet. Aan dezelfe Jan Teunis gegeven aan
gelt en om bier voor hem te halen;
Aan Jan Pieterse van de Geer betaalt over leverantie van winkelwaren aan Jan Teunis de Jong.
nr. 222 (1734-1735): Van Cornelis Dirks van de Geer wegens
een jaar lanthuur in de Westerpolder
2 stukken groot omtrent 3 morgen ƒ
54.-.
Betaalt aan Jan Pieterse van de Geer over leverantie van linnen en wolle stoffen.
nr. 223 (1735-1736): Ontvangen van Cornelis Dirks van de
Geer de lanthuur (zie nr. 222);
Betaalt aan Pieter van de Geer over leverantie
van linnen en wolle stoffen.
nr. 224 (1736-1737): Niets.
nr. 225 (1737-1738): Ontvangen van Cornelis van de Geer
een jaar lanthuur, dat verp. was den
1. meij 1738 in de Westenpolder
zijnde 2 stukken omtrent 3 morgen ƒ
18.00.

nr. 226 (1739-1740): Ontvangen een jaar lanthuur van Dirk
Cornelis van de Geer (=lanthuur in de
Westenpolder) ƒ 10.-.
Idem van lanthuur van Cornelis Dirks van de
Geer ƒ 18.00.

nr. 227 (1740-1741): Ontvangen van Dirk van de Geer een
jaar lanthuur in de Westenpolder ƒ
40.-.
Ontvangen van Corn. Dirksz van de Geer een jaar
lanthuur ƒ 48.-.
Betaalt aan Pieter Janse (van de Geer): Schoenmaker voor 't maken van enig schoenwerk.
nr. 228 (1740-1741): Ontvangen van Corn. Dirksz van de
Geer over een jaar lanthuur gelegen
in den Westenpolder ƒ 48.-.
Ontvangen van Dirk van de Geer een jaar lanthuur gelegen in den Westenpolder ƒ 40.-.
nr. 229 (1741-1742): Ontvangen van Jan Pieterse van de
Geer in qualitate als armmeester van
de buijten armen van Nieuweveen;
Ontvangen van Cornelis Dirks van de Geer een
jaar lanthuur ƒ 48.-.
Ontvangen van Dirk van de Geer een jaar lanthuur in de Westenpolder ƒ 40.-.
Opgeschoten en geleend aan Jan Pietersz van de
Geer armmeester van de buijten armen van Nieuweveen, hetgeen de voorn. van de Geer in zijn
tijd te kort kwam de som van 273, 5(stuivers)
en 4(penningen) = 273.5.4.
betaalt aan Jan Pieterse van de Geer als armmeester van de buijten armen van Nieuweveen;
betaalt aan Dirk van de Geer voor 6 dagen arbeidsloon ƒ 3.12.-.
betaalt aan Jan Pieterse van de Geer voor geleverde drank;
betaalt aan Jan Pieterse van de Geer buijten
armmeester voor de ½ van de oortjes der randzoene der verpagtinge der stad Leijden.
nr. 230 (1742-1743): Ontvangen van Corn. Dirkz van der
Geer een jaar lanthuur ƒ 48.-.
Ontvangen van Dirk Cornelis van der Geer over
een jaar lanthuur van een partij land gelegen
in de Westenpolder van Nieuweveen ƒ 40.-.
Betaalt aan Jan Pieterse van de Geer voor geleverd schoenwerk.
nr. 231 (1743) Betaalt aan Jan Pietersz van de Geer,
schoenmaker voor arbeidsloon & leveranties
f. 2:17:-
nr. 232 (1744) Betaald aan Jan Pietersz van de Geer voor
geleverd linne en wolle stoffen f. 9:13:12
nr. 233 (1745) Er wordt de ontvangst van tweeduysent gulden gemeld, alsmede de comptoire van de
stad Gouda t.n.v. Jacob Janse van de Geer,
van 23 aug. 1709. ZIE: doc. 17090823/1-tk *! Betaald aan Jan Pietersz van de Geer voor geleverde linnen wolle stoffe f. 8.5. Jan Pietersz van de Geer wordt genoemd als kerkeraadslid (?) samen met Barend van Gelder. Zij tekenen namens de Diakonie.
nr. 234 (1746) P.M. Barend van Gelder maakt doodskisten!

Jan Pietersz van de Geer schoenmaker ontvangt
over verdiend arbijdsloon f. 12.2.8.

Jan Pietersz van de Geer wordt genoemd als kerkeraadslid (?) van Nieuwveen. Tekent voor de
Diakonie.
nr. 235 (1747) Betaald aan Zacharias Mouton Mr.Chirurgijn
voor gedane diensten en geleverde medicamenten f. 15.14.-

Betaald aan Jan Pieters van de Geer voor geleverde winkelwaren aan 't huysgezin van Jan van
der Laan (=54 weken) f. 54.-.-
Nogmaals aan huysgezin van Corn. Splinter f.
10.-.-

Jan Pieters van de Geer wordt genoemd als kerkeraadslid (!) = op 26/5/1749.
nr. 236 (1748) Ontv. van Zacharias Mouton over koop van
de grafkelder in de kerke van Nieuwveen.
De diakonie aen bekomen uyt den boedel van
Jan Doedens Liesveld de som van f. 8.0.-

Betaald aan de Armmeester van den Groote Huysarmen van Nieuweveen over coop en transpt van
een obli. groot in........ gelijke een duyzend
gulden ten lasten van comptoire voorsz. ten
name van Jacob Janse van de Geer in dato 31
augustij 1712 enz. ZIE FOTOTKOPIE!

Aan Jan Pieters van de Geer (wordt uitbetaald)
voor geleverde winkelwaren aan Jan van der Laan
f. 28.10.-

idem voor geleverde linne en wolle stoffen f.
9.11.-

Aan Zacharias Mouton (wordt uitbetaald) over
gedane diensten en geleverde medicamenten f.
29.11.-

Op 18 mei 1750 tekent Jan Pieters van de Geer
e.a. voor de diakonie.
nr. 237 (1749) Ontv. van Jan Pieters van de Geer voor de
helft om 't halen van de voorsz. oortje
den Rantsoen penn. f. -.15.-

Barend van Gelder = Mr. Timmerman.

Jan Pieters van de Geer schoenmaker, ontvangt
f. 5.5.14

Jan Pieters van de Geer, armmeester, resitueerd
geld, t.w. f. 8.-.-

Jan Pieters van de Geer wordt genoemd als kerkeraadslid van Nieuweveen.

nr.238 (1750) Aan Jan Pieters van de Geer, afgegane Armmeester ter sake als vooren betaald voor
den Jare verscheenen Pinksteren 1751 gelijk f. 75.-

Aan Jan Pieters van de Geer, Mr. Schoenmaker
voor arbeidsloon en leverantie f. 7.17.-

Aan Zacharias Mouton, Mr. Chirurgijn voor gedane diensten en geleverde medicamenten f. 48.7.-

Aan Pieter Jans van de Geer voor winkelwaren f.
10.-.-

Aan Jan Pieters van de Geer wordt op 23/9/1751
genoemd als kerkeraadslid.
nr. 239 (1751) Pieter Jans van De Geer wordt genoemd als
diakon van de Gem.J.C. te Nieuweveen (samen met Pieter van der Berg).

Betaald aan Jan Pietersz van de Geer voor geleverd schoenwerk f. 18.7.8

(Betaald) aan Pieter Jans van de Geer voor geleverde eetwaren aan 't huysgezin van Reijnpje
van der Vugt e.a. f. 57.3.-

Pieter Jansz van de Geer tekent als diaken;
Barend van Gelder tekent als ouderling = -
17/10/1752.

nr. 240 (1752) Pieter Jans van de Geer = diaken.

Betaald aan Jan Pieters van de Geer voor geleverd schoenwerk f. 7.13.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn
voor gedane diensten en geleverde medicamenten
f. 26.10.-

Betaald aan Jan Pieters van de Geer voor geleverde linnen en wolle stoffen f. 23.8.10

Betaald aan Pieter Jans van de Geer winkelwaren
f. 13.15.-

Betaald aan Jan Pieters van de Geer voor Wed.
Jan Verlaan f. 13.15.-

Betaald aan Pieter Jans van de Geer over verschot f. 7.-.12

Pieter Jans van de Geer tekent als diaken.

241 (1753) Pieter Jans van de Geer = diaken.

(Cornelis Bosch is en koster en schoolmeester
van Nieuweveen.
Willem van Ruijten was gewezen schoolmeester).
N.B. Corn.Bosch moet jaarlijks f. 50.- betalen
aan Willem van Ruijten (gedurende het leven).

Betaald aan Zach. Mouton, Mr. Chirurgijn voor
gedane diensten en leverde medicamenten
f.79.6.-
Tevens voor een jaar scheerloon van Willem van
Zuijten f. 2.10.-

(betaald) aan Jan Pieters van de Geer voor geleverde eetwaren, linnen en wolle stoffe en
schoenwerk f. 31.1.-

Pieter Jansz van de Geer tekent op 20-5-1755
als diaken.
242 (1754) Betaald aan Zacharias Mouton, Chirurgijn,
voor gedane diensten en le. medicmanten f.
16.11.-; tevens voor een jaar\razieren van
Willem van Zuijten f. 2.11.-

(Betaald) aan Jan Pieters van de Geer voor geleverde linne en wolle f. 7.13.-

(Betaald) aan Pieter Jans van de Geer voor geleverde waren f. 34.18.-

Betaald aan Jan Pieters van de Geer (voor geleverde waren) f. 22.17.-
243 (1755) (Betaald) aan Zacharias Mouton, Chirurgijn
voor gedane diensten en geleverde medicamenten f. 35.10.-

Betaald aan Pieter Jans van de Geer voor eetwaren f. 13.15.-

Betaald aan Jan Pieters van de Geer voor geleverde eetwaren f. 31.12.12
244 (1756) (Betaald) aan Zacharias Mouton, Mr. Chirurgijn, voor gedane diensten en geleverde
medicamenten f. 14.4.-

Betaald aan Jan Pieterse van de Geer voor geleverde eetwaren en geleverd schoenwerk f.
15.15.-
245 (1758) (Betaald) aan Dirk van de Geer, Schipper
f. -.13.
(Betaald) aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn
voor ged. diensten en gel. medicamenten, alsmede een jaar rezeerloon voor Wim van Zuijten en
Krijn de Jong f. 36.3.-

(Betaald) aan de weduwe van Jan Pieters van de
Geer voor geleverde winkelwaren f. 13.15.-

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
246 (1759) Zacharias Mouton diacon van de Gem.J.C. te
Nieuweveen!

(Betaald) aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn
voor gedane diensten en geleverde medicamenten
aan diverse arme personen f. 51.8.-

(Betaald) aan Wed. Jan Pieterse van de Geer
voor geleverde winkelwaren f. 22.6.-

Zacharias Mouton tekent als diaken.
247 (1760) Zacharias Mouton = diaken.

Betaald aan Zacharias Mouton Chirurgijn voor
gedane diensten en geleverde medicamenten f.
33.1.-

(Betaald) aan Weduwe Jan Pieters van de Geer
(voor geleverde winkelwaren) f. 12.10.-
248 (1761) (Betaald) aan Zacharias Mouton voor ged.
diensten en geleverde medicamenten f.
61.14.-

(Betaald) aan Weduwe Jan Pieters van de Geer
voor geleverde waren f. 13.15.-
249 (1762) Zacharias Mouton = diaken.

(Betaald) aan Zacharias Mouton Chirurgijn voor
gedane diensten en geleverde medicamenten f.
21.4.-

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
250 (1763) Zacharias Mouton = diaken.

(Betaald) aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn
voor gedane diensten en leverdere medicamenten
f. 44.13.-

(Betaald) aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 16.-.-

(Betaald) aan Weduwe Jan Pieters van de Geer
vanwege geleverde winkelwaren f. 13.15.-

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
251 (1764) Zacharias Mouton = diaken

Betaald aan Maria Mouton voor naailoon f. 3.7.-.

Betaald aan Gerard van Dobben Scheepmaker voor
arbeijdsloon f. 2.10.-

Betaald aan Zacharias Mouton, Mr. Chirurgijn
voor gedane diensten en leverderde medicamenten
f. 42.16.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 17.16.-

Betaald aan Wed. Jan Pietersz van de Geer voor
winkelwaren f. 12.10.-
252 (1765) Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn voor gedane diensten en geleverde
medicamenten f. 6.19.-

Betaald aan Wed. Jan Pieters van de Geer voor
geleverde winkelwaren f.12.15.-

Betaald aan Dirk van de Geer een jaar huijshuur
voor Marretje Peron f. 8.18.-
253 (1766) Betaald aan Wed. Jan Pieters van de Geer
voor geleverde winkelwaren f. 13.15.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 2.10.-

Betaald aan Dirk van de Geer over een jaar -
huijshuur I.Schr. Meij 1767 bij q(uitantie) f.
9.18.-
254 (1767) Betaald aan Zacharias Mouton voor gedane
diensten en geleverde medicamenten f.
12.11.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 12.15.-
255 (1768) Zacharias Mouton = diaken

Betaald aan Zacharias Mouton voor geleverde
diensten en medicamenten f. 28.16.-

Betaald aan Pieter van de Geer vanwege geleverde winkelwaren f. 12.15

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
256 (1769) Zacharias Mouton = diaken

Betaald aan Zacharias Mouton 1 jaar huyshuur
voor W. Rietveld S.chr. Mey 1770 f. 14.-.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr Chirugijn voor
geleverde diensten en medicamenten f. 59.9.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 16.8.-
257 (1770) Betaald aan Zacharas Mouton een jaar -
huijshuur voor Willemijntje Rietveld -
versch.: Meij 1771 f. 14.-.-

Betaald aan Zacharias Mouton een half jaar -
huijshuur voor Jan de Bruijn, verschenen in
Meij 1771 f. 1.10.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn
voor geleverde diensten en medicamenten f.
29.3.-

Betaald aan de Buijten Armen Pieter van de Geer
1/2 in de rand 2 van penningen ter somme van f.
34.-.-

Pieter van de Geer tekent als kerkeraadslid.
258 (1771) Betaald aan Zacharias Mouton en Klaas Viteh 1/2 m. Een jaar hijshuur voor Jan de
Bruijn verschenen Meij 1772 f. 1.10.-;
tevens voor een jaar huijshuur voor Willemijntje Rietveld f. 14.-.-

Betaald aan Pieter van de Geer vanwege geleverde linnen ofte wolle f. 16.4.-

Pieter van de Geer en Zacharias Mouton tekenen
als kerkeraadslid.
259 (1772) Betaald aan Zacharias Mouton over een jaar
huijshuur voor Willemijntje Rietveld -
versch. Meij 1773 f. 14.-
idem Jan de Bruijn f. 4.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr Chirurgijn voor
geleverde diensten en medicamenten f. 13.11.-

Betaald aan Pieter van de Geer over geleverde
eetwaren f. 31.16.-

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
260 (1773) Betaald aan Zacharias Mouton over een jaar
huijshuur voor Jan de Bruijn e.a. f. 24.10

Betaald aan Dirk van de Geer voor geleverd zand
f.1.13.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr.Chirurgijn voor
gedane diensten en geleverde medicamenten f.
52.9.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 61.8.-

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
261 (1774) Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn voor gedane diensten en geleverde
medicamenten f. 36.9.-
Betaald aan Pieter van de Geer over geleverde
eetbare waren f. 38.15
262 (1777) Betaald aan JAN VAN DE GEER voor geleverde
eetbare waren f. 1.-.-

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
263 (1778) Betaald aan Zacharias Mouton Mr.Chirurgijn
voor gedane diensten en geleverde medica-
menten f. 34.14.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
eetwaren f. 15.14.4

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
264 (1779) Ontvangen van de Weduwe van Dirk van de
Geer voor een doniceici f. 8.-.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr.Chirurgijn voor
gedane diensten en geleverde medicamenten f.
72.8.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
eetbare waren f. 25.12.-

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
265 (1780-1781) Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chi-
rurgijn voor gedane diensten en gele-
verde medicamenten f. 36.4.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
eetbare waren f. 13.15.-
266 (1781-1782) Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chi-
rurgijn voor gedane diensten en gele-
verde medicamenten f. 16.7.-

Betaald aan Pieter van de Geer over geleverde
eetbare waren f. 26.18.-
267 (1782-1783) Gedane alimentatie aan Zacharias Mou-
ton, chirurgijn f. 7.12.-

(Betaald) aan Pieter van de Geer voor geld voor
eetwaren 55 weken aan Antje de Jong f. 16.10.-
268 (1783-1784) Betaald aan Z. Mouton Chirurgijn f.
32.2.-

Betaald aan Zacharias Mouton wegens gedane verbanden aan de dogter van Cornelis Vis haar
hoofd in de jaren 1777 f. 16.5.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 17.14.-

Z. Mouton krijgt uitbetaald voor bewezen diensten en geleverde medicamenten.

Pieter van de Geer krijgt uitbetaald voor geleverde winkelwaren f. 9.-.-
269 (1784-1785) Pieter van de Geer krijgt uitbetaald
voor geleverde winkelwaren f. 15.-.-

Z. Mouton krijgt uitbetaald vanwege bewezen
diensten en geleverde medicamenten.

Zacharias Mouton tekent als kerkeraadslid.
270 (1785-1786) Z. Mouton krijgt uitbetaald vanwege
gedane diensten en geleverde waren
f.24.0.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
winkelwaren f. 5.8.-

Pieter van Geer en Zacharias Mouton tekenen als
kerkeraadsleden.
271 (1786-1787) Betaald aan Zacharias Mouton Chirur-
gijn voor het bedienen der gealimen-
teerden f. 24.-.-

Betaald aan Zacharias Mouton voor practycq. en
medicamenten in 1786 f. 20.11.-

Pieter van de Geer tekent als kerkeraadslid.
272 (1787-1788) Betaald aan Zacharias Mouton, Chirur-
gijn voor het bedienen der gealimen-
teerden f. 24.-.-

Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde
klompen f. -.12.12

Pieter van de Geer tekent als kerkeraadslid.
Zacharias Mouton (wordt gemeld als) absent.
273 (1788-1789) Betaald aan Pieter van de Geer voor
geleverde winkelwaren f. 2.14.-

Z. Moutton (tekent als een van de ambachtsbewaarders van Niewveen, N.B. met dubbel tt, zo
ook in voorgaande jaren!)
274 (1789-1790) Betaald aan Zacharias Moutton, Mr.
Chirurgijn, voor het bedienen der
gealimenteerden volgens accord
gesloote, Ao. 1785, zijnde voor den
jaaren, verschenen pinksteren 1790
...bij quit. 24.-.-

Betaald aan Johanna Moutton, Utsta. bij quit.
1:4:-

Betaald aan Johanna Moutton wegens kost en
houwloon voor Ariaantje Ving bij quit. 26:19:-

Z. Moutton tekent als een van de ambachtsbewaarders van Nieuwveen.
275 (1790-1791) Ontvangen van de Armmeesteren van
Aalsmeer voort huijsgezin van Jan
v:d: Geer f. 12.-.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn
voor het bedienen der gealimenteerden volgens
accord geslooten Ao. 1785 zijnde dit voor de
jaare versch: Pinksteren 1791 bij quit. f. 26.-.-

Betaald aan Arij van der Graft weegens geleverde winkelwaaren aan het huijsgezin van Jan van
der Geer....bij quit. f. 21.10.-
Alsmede aan Pieter van der Geer wee-
gens geleverde winkelwaren aan het
huijsgezin van Jan van der Geer bij
quit. f. 37.12.-

Zach. Moutton tekent als een van de
ambachtsbewaarders van Nieuwveen.

276 (1791-1792) Betaald aan Maria van der Geer (=
vermoedelijk Maria Mouton) weegens
naailoon f. 18.8.-

Betaald aan Zacharias Mouton Mr. Chirurgijn
voor het bedienen der gealimenteerden volgens
accoord gesloten Ao. 1785 zijnde dit voor de
jaare verschenen pinksteren 1792 bij quit. 24.-.-
Aan denzelven weegens gedaane Practijk en Leverantie aan Matje Kruijsheer met toestemming van
den Kerkeraad bij quit. 11.10.-

Betaald aan Pieter van der Geer weegens geleverde winkelwaren...bij quit. f. 1.4.-

Uit bovenstaande blijkt:

Jacob Janse VAN DE GEER doet gift t.b.v. Groote Huijsarmen van Nieuweveen (gaat terug op 1712)

Gerard VAN DOBBEN - Scheepmaker

Jan Pietersz VAN DE GEER - winkelier (levert: laken, kou-
sen, linnen en wollen stoffen,
eetbare waren, drank en schoen-
werk);
- Mr. Schoenmaker;
- Armmeester van de buiten armen
van Nieuwveen (van 1731-1750);
- Kerkeraadslid/diaken (van 1746-1750).
Pieter Janse VAN DE GEER - winkelier, schoenmaker (levert: winkelwaren,
eetwaren, linnen en wollen stof-
fen, klompen);
- Kerkeraadslid/diaken (1770-1788).
Jan VAN DE GEER - levert (in 1771) eetbare waren
af;
- Is omstreeks 1790 armlastig uit Aalsmeer
terug gekomen, ontvangt geld van de diaconie van Aalsmeer en later winkelwaren van
de diaconie van Nieuwveen;
- Zijn vrouw Maria Mouton doet (ong 1791)
naaiwerk (om het gezin te onderhouden).
Jan Jacobs VAN DE GEER - huurt land in de Wester Polder;

Cornelis Dirks VAN DE GEER: huurt 3 morgen land in de Westen
Polder.
Dirk VAN DE GEER: - Schipper (levert zand);
- huurt land in de Westen Polder;
- is overl. voor 1779, want in 1779 wordt
gesproken van de weduwe van Dirk van de
Geer.
Wed. Joost Maartense VAN DE GEER: verzorgt tegen vergoeding
(in 1733) een zieke dorps-
genoot.
Barend VAN GELDER - Mr. Timmerman (maakt
doodkisten);
- ouderling (1752).
Zacharias MOUTON - Mr. Chirurgijn, levert medicij-
nen, legt verbanden aan enz.,
had een razierder (scheerder) in
dienst;
- Kerkeraadslid/diaken (vanaf 1759--
1788);
- Ambachtsbewaarder van Nieuwveen;
- koopt in 1748 een grafkelder in de
kerk van Nieuwveen.
Johanna MOUTON - houdt een kostganger (1790).

Bijlage IX Acte van beheer van Barend Tjalling van Gelder

(17321105/2-ra)

op woensdag 5 november 1732 Nieuwveen
acte van beheer
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 12

[1]
Ik Nicolaas Wildeman, schout, in den ambagte van Nieuwveen doe kond dat voor mij mitsgaders voor JAN PIETERSE VAN DE GEER ende Jacob Willemse Splinter, weesmannen in denselven ambagte, gekomen ende gecompareert is geweest BAREND TJALLING VAN GELDER onsen inwooner, weduwnaar wijlen JOANNA JANS LANGERAK ende vader ende voogd over sijne twee kinderen, d'eene genaamt CATARINA, oud 7 jaren ende d'andere MARIA oud 4 jaren, gewonnen aan de voorn(oemde) JOANNA JANS dewelke, nadat hij comparant aan ons hadde gedaan volkomen openinge van den staat ende gelegentheijt van den boedel ende goederen tusschen hem ende de voorn(oemde) sijne overleden huijsvrouwe in 't gemeen geweest, ende bij haar metter dood ontruijmt, ende nagelaten met ons als oppervoogden van wegen de voors(eijde) minderjarige, over denselven minderjarigen moederlijk bewijs, ende erfpontie (= een belasting) is geaccordeert ende verdragen in maniere hier na volgend, dat hij comparant sijn voorn(oemde) minderjarige kinderen sal alimenteren ende opvoeden, in eeten, drinken, kleeden ende reeden, soo van linne, wolle als andere behoeftens hen in siekte ende gesondheijt van nooden sijnde, mitsgaders hen te laten leren leesen ende schrijven voorts een ambagt, handwerk ofte andere eerlijke oeffeninge, omme daarmede aan de kost ende door de werelt te geraken maar voorlal hen in de vreese gods op te trekken, soo een godvrugtige vader betaamt, alles ter tijt ende wijle toe de voors(eijde) zijne kinderen ten mondigen dage ofte eender huwelijken state sullen wesen gekomen ende alsdan aan ijder van hen te sullen uijtkeren ende voldaan een somme van dertig guldens ende daar en boven soodanige kleederen als hij na den staat ende vermogen, sijns boedels ende na gemoede sal oordelen, verpligt te wesen tot nakominge van 't gene voors(chreven) staat, heeft hij comparant verbonden, ende verbind bij desen, sijn huijs ende erve op de Kerklaan, in de agterdijkse polder, in desen dorp
[2}
aan hem opgedragen, tegenwoordig door hem bewoont, belend ten oosten de voors(chreven) kerklaan, ten zuijden de bienstal, ten westen Willem Jacobse Splinter, ende ten noorden Jan Tomasse Rijneveld ende voorts generalijk persoon ende al sijne goederen hebbende ende te verkrijgen, geene uitgezondert, onderwerpende deselve geregtsdwang van allen en hunnen regten ende regteren des dat hij comparant onder de voors(chreven) lasten sal blijvend boedelhouder ende blijven behouden de gemelde huijsinge, ende alle de verdere goederen deses boedels soo onroerende, als roerende, actien, crediten, in ende uijtschulden van wat nature ofte waar die gelegen souden mogen sijn geen uitgezondert, ende dat hij ook op hem neemt de voors(chreven) sijne kinderen van alle schulden ende lasten deses boedels te bevrijden, kosteloos en schadeloos te houden ende met de voors(chreven) vertigtinge, ende hebben wij schout en weesmannen voorn(oemt) vanwegen de voorn(oemde) minderjarige, genomen volkomen vergenoegen alles onder bedrog van de voorn(oemde) comparant met mijn zegel hiertoe zijde opgedrukt bezegeld ende bij de voos(chreven) weesmannen laten ondertekenen, op den 5 November 1732.

w.g. Jan Pieterse van de Geer
Jakob Splinter
Nicolaas Wildeman

Bijlage X Koopacte Zacharias Mouton

(17470926/1-ra *)

op dinsdag 26 september 1747 Nieuwveen
Koopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 14/2

Ik Mr. Jan Francken schout der Ambagts Heerlijkheijd Nieuweveen oirconde dat voor mij; ende voor Pieter van der Vugt ende Pieter van den Berg, scheepenen derzelver Heerlijkheijdt als getuijgen ten dezen versogt, in eijgener persoon gekomen ende verscheenen, ick, Jan Pieter Sprenger, Mr. Chirurgijn dewelke verklaerde voor hem en de sijne successeurs off regt verkrijgende verkogt te hebben, ende zulks in vollen eijgendom op te dragen ende over te geven, bij dezen aen ende ten behoeve van ZACHARIAS MOUTON mede Mr. Chirurgijn, een huijs en erve met al 't geen daer aan op ende nagelvast is, staende ende gelegen in dezen dorpe, belend oost & noorden Lukje Nannings getrout hebbende de wed. van Jan Corn(eli)sz van Swieten, ten zuijden den Nieuweveensen dijk en ten westen Hendrik Jansz de Bruijn, belast met huijsgeld, onder No 105 met twee guldens ende in de verdere verpondinge met vijftig roeden en dat vrij als buurgoed, behoudens den Heer sijn regt. Wijders op sodanige conditien, ende met sodanige servituijten, vrijdommen ende waringe, als begrepen staen in de oude waerbrieven, zijnde de jongste van dien een opdragts brieff in dato den 30. Januarij 1743. Bekennende niets hij comparant van de voorsz(eijde) opdragte en overgifte wel en ten vollen voldaen, vergenoegd en betaelt te zijn den laasten Penn(ing) met den eersten, endedat eerst met een somme van vijftig gulden in contanten, en gereede gelde. En voorts met een custingbrieff op huijden hier nevens gepasseerd inhoudende een somme van vijf hondert en vijftig gulden. Belovende mits dient verkogte, belend ende gelegen als vooren te vrijen ende waren als regt is onder verband van sijn persoon ende goederen, ten bedwang en executie van alle 's Heeren regten ende regteren en specialijk den Ed(ele) Hove van Hollandt. Alles opregt des toirconde is deze met 't zegel ter zake van 't schout ampt van Nieuwveen verordent op de rugge van dien gedrukt, bevestigt, en door de voornoemde scheepenen onder de plieque en prothocolle geteijkent Actum den 26e Sept(ember) 1747.

(w.g.)
Pieter van der Vugt
Pieter van den Berg
J. Francken

Bijlage XI Testament Zach. Mouton en Maria van Gelder

(17520714/3-ra *)

op vrijdag 14 juli 1752 Nieuwveen
nalatenschap
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 14

KOPIE
[1]
Testament gepassert bij ZACHARIAS MOUTON en MARIA VAN GELDER. In den naame des Heeren Amen, bij den innehouden van deeze jeegenwoordige openbaare instrumente, zij kundig ende kennelijk eenen ijgelijk en die 't behoort, dat op heeden den 14e Juli van den jaare 17en twee en vijftig, des morgens de klokke omtrent elff uuren, voor mij Cornelis Schrevelius Theodoruszoon, Notaris Publicq. bij den Provincialen Hove van Holland, als meede te Nieuweveen, Seevenhoven en Noorden, geadmitteert ende voor de naergenoemde getuigen gecompareert zijn de eerzame ZACHARIAS MOUTON, Mr. Chirurgijn ende de eerbare MARIA VAN GELDER, egte man ende vrouw woonende alhier te Nieuweveen mij notaris bekendt, zijnde zij testateuren kloek en gezondt van lighamen, gaande en staande hebbende beijde haer verstand, redenen en memoria
[2]
wel magtig, en ten vollen gebruijkende naar allen uijtwendige schijn, dewelke verklaerden geneegen te zijn omme van haare tijdelijke goederen te disponeeren, doende zulks genoemd. En voorts van nieuws disponeerende soo verklaerde hij testateur, eerstelijk ter dispositie komende tot zijne eenige algeheele en universeele erffgenamen te stellen ende te institueren ter zijn voorn(oemde) huijsvrouw MARIA VAN GELDER, mitsgaders alle zijn testateurs kinderen, zoo uijt het eerste als jeegenwoordige huwelijk reeds verwekt off nog te verwekken, die op zijn testateurs overleijden in 't leeven zall off zullen zijn, gesamentlijk een ijder van hun hooft voor hooft met gelijke portien, ende dat in alle de goederen zoo roerende als onroerende genoemd. Stelden voorts zij testateuren tot voegdt voogdesse off voogden over haare na te latene minderjarige uijtlandige off andere toezigt behoevende kind off kinderen ende erfgenaam off erfgenamen te weeten over het kind off de kinderen bij den anderen te verwekken de eerststervende de langstleevende van haar beijden en hij testateur genoemd. Aldus gepasseert te Nieuweveen ter presentie van Cornelis Bosch en Quirijn
[3]
van Leeuwen als getuijgen. Die de minute deezes, geschreeven zijnde op een zeegel van dertig stuivers, (alzoo de testateuren aan mij notaris hebben verklaart tot geen twee duijzent guldens gegoed te zijn, ook niet in 't Amptgeld bekend te staan, met verdere verklaringe, dat dit testament geen makinge van fideicommis staat geinsereert) beneffens de comparanten en mij notaris ook hebben onderteekendt (onderstond) 't welck ik affirmeere (was get.) C. Schrevelius Theod.zoon
Not.Publicq.

Accordeert met de grosse voor
zoo veel 't geextraheerde aangaat
Actum den 18 Julij 1793
w.g. Corn. Clant Junior
1793

Hierna volgt een COPIE van ACTE VAN UIJTKOOP tusschen Zacharias Mouton ter eenre en Jan van de Geer en Maria Mouton echtelieden in de 19 September 1773 enz. enz..... (zie ook brondoc. 17930708/8-ra).

Bijlage XII Koopacte Zacharias Mouton

(17580613/2-ra *)

op dinsdag 13 juni 1758 Nieuwveen
Koopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 14/134

[1]
Opdracht AREND VAN DEN BERG ten behoeve van ZACHARIAS MOUTON.

Ick Mr. Jan Franken schout der Ambagtsheerlijkheijd Nieuweveen, oirconde dat voor mij ende voor Thomas Baas, ende Willem Dirckz Braks, scheepenen derzelver Heerlijkheijd als getuijgen ten deezen verzogt, in eijgener perzoon gekomen ende verschenen is AREND VAN DEN BERG in huwelijk hebbende CATHARINA VAN GELDER. Dewelke verklaeren uijtterhand verkogt te hebben ende zulks in vollen eijgendom op te dragen ende over te geeven bij dezen, aen ende ten behoeve van ZACHARIAS MOUTON, de helfte in een huijs en erve, zijnde twee woningen onder een dak, met al hetgeene daar in en op aan aard ende nagelvast is, staande ende geleegen in deezen dorpe, belent oost de wedue Aris Koij, west de wedue Dirks van Santen, zuijd den comparant (= Arend van den Berg) en noord de Heere Weg. Jongen int huijsgeld no. 86 met 1:7 en int sluijsgeld met 128 roede mits conditien, dat den kooper de keuse behoud om t grootste gedeelte te bewoonen, om agtien gulden s jaars en den verkooper t kleijnste gedeelte om elff guld(en) 's jaars beijde soo het zelven nu bewoond werd, en dat voorts vrij als buurgoed
[2]
behoudens den Heer zijn regt. Wijders op zoo danige conditien ende met zoodanige servituijten vrijdommen ende waringen als begreepen staan in de oude brieven, bekennende voorts hij comparant van de voorsz(eijde) opdragte en overgifte al wel, enten vollen voldaen, vernoegt ende betaeld te zijn, den laatsten penningen met den eersten eersten, en dat met een somme van vijff en seventig gulden in contante en gereede gelde, belovende mitsdien het verkogte, belend ende gelegen als vooren te vrijen ende waren als regt is onder verband van zijn persoon en goederen tenbedwang ende executie van alle s Heeren regten ende regteren, met verhaal van kosten.
Alles opregt, des Toirconde, is deze met zegels ter zake van t schoutampt van Noeuweveen verordent, op de rugge vandien gedrukt, bevestigt, en bij de voornoemde scheepenen onder de pluqnen en daten protocolls geteekent, den 13e Junij 1758.

(w.g.)
J. Franken
Tomas Baas
Willem Dirkz Braks

Bijlage XIII Verkoopacte erfgenamen Barend van Gelder

(17580613/2-ra)

op dinsdag 13 juni 1758 Nieuwveen
verkoopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 14/135

[1]
Opdragt de erfgenamen van B. van GELDER
ten behoeve van
Cornelis Cornelisz. Splinter

Ick Mr. Jan Franken schout der Ambagtsheerlijkheijt Nieuweveen, oirconde dat voor mij ende voor Thomas Baas en Willem Dirkz Brak scheepenen derzelve Heerlijkheijd als getuijgen deezen verzogt in eijgener persoonen gekomen ende gecompareert zijn, AREND VAN DEN BERG in huwelijk hebbende CATHARINA VAN GELDER, ende ZACHARIAS MOUTON in huwelijk hebbende MARIJTJE VAN GELDER, te samen kinderen ende erfgenamen ab intestato van BAREND VAN GELDER, dewelke verklaarde verkogt te hebben, ende zulks in vollen eijgendom op te dragen ende over te geeven bij deezen aan en ten behoeve van Cornelis Cornelisz. Splinter een huijs, timmerhuijs, houtloos, schuijtenhuis en erve met verdere getimmertens daar op staande, staande ende gelegen op de Kerklaan in deezen dorpe, belend oost de Kerklaan, west Mr. Splinter, suijden Jan van der Swan, en noord Gerrit Schenaard, verongeldende alleen, int huijsgeld te helfft in no. 62 voor elff stuivers ordinaris ende dat voorts vrij als buurgoed behoudens
[2]
den Heer zijn regt, wijders op zoodanige conditien, ende met zoodanige servituijten, vrijdommen ende waringen als begreepen staan inde oude brieven de jongste van dato ........... Bekennende de voorsz(eijden) sij comparanten van de voorsz(eijde) opdragte en overgifte als wel ende ten vollen vernoegt, voldn, ende betaeld te zijn, den laatsten penning met den eersten, ende dat met een somme van hondert guldens in contante ende gereede gelde, belovende mitsdien het verkogte belend ende geleegen als vooren te vrijen ende waren als regt is, onder verband van hunne persoonen ende goederen, ten bedwang ende erfechtien van alle s Heeren regten ende regteren met verhaal van costen.
Alles opregt, des toirconde, is deezs met zeegels ter sake van 't schoutampt van Nieuweveen verordent op de rugge van dien gedrukt, bevestigt, en bij voorn(oemde) scheepenen onder de pluqne en desen protocolle geteekend actum den 13e Junij 1758.

(w.g.)
J. Franken
Tomas Baas
Willem Dirkz Braks

Bijlage XIV Rek. v.d. Achterhoeksepolder v. Nieuwveen (toev.)

(17650089-gah)

tussen 1765 en 1789 Nieuwveen
afrekening
Rekeningen Achterhoeksepolder kast 20/185-212

Gemeentearchief Haarlem

Kast 20, nr. 185 t/m 212 (= Rekeningen van de Achterhoek-
sepolder van Nieuwveen: = periode 1765-1793)


nr. 185 (1765): Niets
nr. 186 (1766): Voor arbeidsloon aan Dirk van de Geer voor
geleverd zand.
nr. 187 (1767): Niets
nr. 188 (1768): Aan Dirk van de Geer voor geleverd zand.
nr. 189 (1769): Niets
nr. 190 (1770): P: van de Geer tekent als poldermeester
(ambachtsbewaarder?).
nr. 191 (1771): P: van de Geer tekent als ????
nr. 192 (1772): P: van de Geer tekent als ????

nr. 193 (1773) t/m nr. 200 (1781): Niets

nr. 201 (1782): Z. Moutton tekent als: ambachtsbewaarder
en/of poldermees-
ter.
nr. 202 (1783): P:v.d.Geer tekent als: poldermeester of
ambachtsbewaar-
der.
nr. 203 (1784): P:v.d. Geer tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 204 (1785): Niets
nr. 205 (1786): P:v.d. Geer tekent als: ambachtsbewaarder
en/of poldermees-
ter van Nieuwe-
veen met den Uit-
terbuurt.
nr. 206 (1787): P:v.d. Geer tekent als: ambachtsbewaarder
en/of poldermees-
ter van Nieuwe-
veen.
nr. 207 (1788): P:v.d. Geer tekent als: ambachstbewaarder
en/of poldermees-
ter van Nieuwe-
veen.

nr. 208 (1789) t/m nr. 212 (1793): Niets.

Uit bovenstaande blijkt:

Dirk VAN DE GEER: levert zand.

P(ieter) VAN DE GEER: tekent als poldermeester en/of
ambachtsbewaarder van Nieuweveen met
den Uitterbuurt (vanaf 1770-1788).

Z(acharias) MOUTON: tekent als poldermeester en/of
ambachtsbewaarder van Nieuweveen met
den Uitterbuurt in 1782).

Bijlage XV Verkoopacte Trijntje van Gelder

(17661009/2-ra)

op donderdag 9 oktober 1766 Nieuwveen
verkoopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 15/97,97v

[1]
Opdragt
de wedue Arend van den Berg
ten behoeve van
Thomas Kleij

Ik Gilles Vlaming schout Willem Baas en Pieter van de Geer, scheepenen van Nieuweveen, oirconde en doen te weeten, dat voor ons is gecompareert Trijntje van Gelder, wedue van Arend van den Berg, dewelke verklaarde verkogt te hebben, ende zulc un vrijen eijgendomme op te dragen te cedeeren en transporteeren zoo als zij doet bij deezen, aan en ten behoeve van Thomas Kleij woonagtig te Bodegraven, ten acceptatie van Jan Peron ambagtsbewaarder van Sevenhoven, dewelke verklaarde te accepteren zoo als hij doet bij deezen, de volgende goederen te weeten, een campje wij oft hoijland geleegen inde Agterdijkse Polder van Nieuweveen groot circa 250 r(oeden) belend oost den verkoopster, west de Kerklaan, zuijden de wedue Schenaerd, ende noorden Zacharias Mouton, belast in de verpondinge met 300 r(oeden) in 't huijsgeld met 200 r(oe)den met een vrije uijt en ingang, en op en overscheping tussen de werven van Sijmon Sijmon van der Schelling en z: Mouton c:s. Onder de speciale conditie, dat indien de verkooper dit partije wederom zoude willen verkoopen aan den verkoopster zal moeten geeven de voor keuse, om het voor gestipuleerde koopsomme van f. 500.-..- met den int(erest) vandien en 3 p(ro)c(en)te int jaar te reekenen van heeden af aan, wederom te mogen neemen; off indien den cooper met genoegen en toestemming van den verkoopster dit partije aan een andere quame te verkoopen al hetgeen er meer als het voorsz(eijde) cap(itaa)l met den int(erest) vandien zoude mogen worden gemaakt oft bedongen voor de verkoopster zal zijn. Voorts belieft den cooper dat hij, zoo lang hij eijgenaar van dit partije blijft de verkoopster zal genieten de vrugten die na aftrek van de lasten zullen overschieten voor haar administratie.
[2]
Voorts vrij als buurgoed, behoudens den Heer zijn regt, en met zoodanige belastingen vrij en onvrijheden als die bij de verkoopster zijn bezeeten. Bekennende zij comparanten van de cooppenn(ingen) te zijn voldaan en betaald, den eerste penn(ing) met den laasten, en dat met een quitering van de reekening weegens geleeverde granen die den cooper ten mijnen lasten is hebbende bedragende vijfhondert gulden. Beloovende mits dien het verkogte belend ende geleegen als vooren te vrijen & waren als regt is, onder verband van haar persoonen en goederen ten bedwang en executie van all s' Heeren regten en regteren, en specialijk den Ed(ele) Hove van Holland. Alles opregt des toirconde zoo heb ik schout voorn(oemt) deeze met het zeegel ter zake van het schoutampt van Nieuweveen verordent, en het mijne op de rugge vandien gedrukt bevestigt en door de voorn(oemde) scheepenen onder den plicque en ten prothocolle geteekent. Actum den 9. Octob(er) 1766.

(w.g.)
Gill. Vlaming schout
P: van de Geer
Willem Baas

Bijlage XVI Kerkkosten van Nieuwveen

(176900931-gah)

tussen 1769 en 1793 Nieuwveen
kerkkosten
Kerkkosten - Nieuwveen kast 21/71-95

Gemeentearchief Haarlem

Kast 21, nr. 71 t/m 95 (= Voor de Kerk van Nieuweveen =
periode 1769-1793)


Kast 21 (nr. 71 t/m 95 = Voor de Kerk van Nieuweveen)

nr. 71 (1769) Betaald aan Dirk van de Geer voor geleverd zand
tot verhoginge van de graven f. 111.2.-
nr. 72 (1769) Betaald aan Dirk van de Geer voor geleverd zand
en vragt van steen f. 111.2.-
nr. 73 (1769/1770) Niets
nr. 74 (1771) Ontvangen van Dirk van de Geer, schipper op
Haarlem f. 3.-
Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 75 (1773) Niets
nr. 76 (1774) Niets
nr. 77 (1775) Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 78 (1776) Z. Mouton (met een t) tekent als ambachtsbewaarder of als kerkmeester.
nr. 79 (1777) Z. Mouton (met een t) tekent als ambachtsbewaarder of als kerkmeester.
nr. 80 (1778) Z. Moutton tekent als als ambachtsbewaarder of
als kerkmeester.
nr. 81 (1779) P. van de Geer en Z. Moutton tekenen als ambachtsbewaarder of als kerkmeester.
nr. 82 (1780) Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen als ambachts-
bewaarders.
nr. 83 (1781) Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen als ambachts-
bewaarders.
nr. 84 (1782) P.v.d.Geer en Z. Moutton tekenen als ambachts-
bewaarders.
nr. 85 (1783) Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen (vermoedelijk)
als kerkmeesteren.
nr. 86 (1784) P.v.d.Geer en Z. Moutton tekenen als ambachts-
bewaarder of als kerkmeester.
nr. 87 (1785) P.v.d.Geer en Z. Moutton tekenen (vermoedelijk)
als ambachtsbewaarders
nr. 88 (1786) P.v.d.Geer en Z. Moutton tekenen (vermoedelijk)
als ambachtsbewaarders.
nr. 89 (1787) Z. Moutton tekenen vermoedelijk als ambachtsbe-
waarder en P.v.d.Geer als kerkmeester.
nr. 90 (1788) Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen als ambachts-
bewaarder of als kerkmeester.
nr. 91 (1789) P.v.d.Geer tekent (vermoedelijk) als
ambachtsbewaarder.
nr. 92 (1790) Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen als ambachts-
bewaarders of als kerkmeesteren.
nr. 93 (1791) P.v.d.Geer tekent als ambachtsbewaarder
(=direct na de schout).
nr. 94 (1792) P.v.d.Geer tekent als ambachtsbewaarder
(=direct na de schout).
nr. 95 (1793) P. v.d. Geer tekent als ambachstbewaarder of
als kerkmeester.

Uit bovenstaande blijkt:

Dirk van de Geer: = schipper (op Haarlem); levert zand en
steen.
Pieter van de Geer: = ambachtsbewaarder (1779-1793); tekent
in 1791-1792 als ambachtsbewaarder
direct na de schout;
= kerkmeester.
Z. Moutton = ambachtsbewaarder (1771-1790);
= kerkmeester.

Bijlage XVII Boedelscheiding Jan Pieterse van de Geer en echtg.

(17690204/4-na *)

op zaterdag 4 februari 1769 Nieuwveen
nalatenschap
Oud Notarieel Archief - Nieuwveen 6245

[1]
Op huijden den 4 februarij 1769 compareerden voor mij Cornelis Bosch Notaris Publicq. bij den Provincialen Hoove van Holland als meede te Nieuweveen geadmitteerd en residerende en voor naergenoemde getuijgen
PIETER JANSZ. VAN DE GEER, ter eenre en GRIETJE JANSD. VAN DE GEER, meerderjarige ongehuwde dogter ter andere zijde, zijnde tezamen kinderen en erfgenamen van JAN PIETERSE VAN DE GEER en MARRETJE TEUNIS RIETVELD wonende de comparanten te Nieuweveen mij notaris bekend.
[2]
Te kennen geevende dat tussen hun comparanten enige differenten waren ontstaan over zeekeren meubile goederen bij de tweede comparante van haar verleden moeders in der tijd gekogt en betaled om en voor de somme van een hondert gulden sijnde dezelve goederen volgens notitie een Bijbel en lessenaar, een slagklokje, een kast in de keuken met het stel dat er op staat, al de schootels om de kant in 't voorhuijs, item twee schilderijtjes. Nog 46 aarden schootels in de keuken, het porcelijn kasje met hetgeen daer op off in is, een kasje in de agterkeuken met 't geen daer op staat, een eiken kist inde achterkeuken een dito in de keuken, het eetens kasje met een kasje in de kamwinkel en een porcelijnen kom, met een geschildert kisje nog gekogt een kerkbijbel van haer overleden moeder.
En met opzigt tot den eersten comparant over zeekeren aanteekening van betaelden en verstrekte penningen door zijn overleden vader hem in den tijd gedaen. Dat zij comparanten tot voorkominge van alle verdere verschillen off oneenigheeden, met malkanderen
[3]
in het vriendelijke wezen verdragen en overeen gekomen, namelijk dat de tweede comparante in eijgendom zal hebben en blijven behouden de hier vooren gespecificeerde bij haar gekogte en betaelde meubile goederen, zonder dat die goederen enige deelinge zijn onderworpen, en dat zij comparanten daar en boven nog tot lasten van den gemeene boedel van wijle haar overleden ouders zal hebben en behouden twee brieffies een inhoudende seventig gulden, en een van dertig gulden, makende samen de somme van eenhondert guldens.
Waer en teegen den eerste comparant voor alle verschooten, betaelden off geleende penningen verstrekt tot aankoop van zeekeren huijzinge, item van koop van wollen en garen als meeden zijn bruijdegomspak, en aankoop meubelen als andersins denwelke zijn overleden vader in der tijd voor hem
[4]
comparant gedaen heeft, volgens notitie bij den overleedenen geteekent, alsmeede nog voor een openstaende winkelschuld; item over een bijbel met zilverbeslag welke zijn comparants zoon (= Jan van de Geer) reeds heeft, als meede over koop van een vijzeltje in een somme in den gemeenen boedel zal betalen vier hondert guldens. Mits dat het rougoed dat de tweede comparante gehad heeft, ten hare lasten met zal worden aangereekent.
Met welke voors(eijde) accorden de comparanten wederzijds verklaren te neemen volkomen genoegen en contentement belovende den inhoude van dien te zullen nakomen, onder verband als na regten aldus gepasseert te Nieuweveen ter presentie van Abraham Bosch en Philippus Provvost als getuijgen.

w.g.
P. van de Geer
Grietje Jans van de Geer
A. Bosch
Philippus Proovoost
C. Bosch, not.publ.

Bijlage XVIII Dorpsrekening van Nieuwveen met de Uitterbuurt

(17730093-gah)

tussen 1773 en 1793 Nieuwveen
afrekening
Dorpsrekeningen - Nieuwveen kast 21/50-70

Gemeentearchief Haarlem

Kast 21, nr. 50 t/m 70 (= Dorpsreekening van Nieuweveen
met den Uijtterbuurt: = periode 1773-1793)


nr. 50 (1773): Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder
nr. 51 (1774): Betaald aan Dirk van de Geer over geleeverd
zand f. -:9.- stuijvers
Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder
nr. 52 (1775): Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder
nr. 53 (1776): Z. Mouton (met een t!) tekent als ambachtsbe-
waarder
nr. 54 (1777): Betaald aan Zacharias Mouton aangekomen
ambachtsbewaarder (salaris) f. 10.-
Z. Moutton tekent als (aangekomen) ambachtsbewaarder.
nr. 55 (1778): Betaald aan ambachtsbewaarder Zacharias Mouton
over een jaar (salaris) f. 10.-
Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder
nr. 56 (1779): Betaald aan Z. Mouton voor een schoorsteen-
kleedje in het wagthuijs 12 stuivers
Z. Moutton tekent als ambachtsbewaarder, idem -
P.v.d.Geer.
nr. 57 (1780): Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen als ambachts-
bewaarders.
nr. 58 (1781): Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen als ambachts-
bewaarders.
nr. 59 (1782): Betaald aan ambachtsbewaarder Zacharias Mouton
salaris f. 10.
Betaald aan ambachtsbewaarder Pieter van de Geer
salaris f. 10.-
P. van de Geer en Zacharias Moutton tekenen als
ambachtsbewaarders.
nr. 60 (1783): Betaald aan ambachtsbewaarder Zacharias Moutton
salaris f. 10.
Betaald aan ambachtsbewaarder Pieter van de Geer
salaris f. 10.-
Zacharias Moutton en Pieter van de Geer tekenen als
ambachtsbewaarders.
nr. 61 (1784) Betaald aan den ambachtsbewaarder Pieter van de
Geer een jaar salrais f. 10.-
P. v.d. Geer en Z. Moutton tekenen als
ambachtsbewaarders.
nr. 62 (1785) P.v.d.Geer en Z. Moutton tekenen als ambachts-
bewaarders.
nr. 63 (1786) Betaald aan den ambachtsbewaarder Pieter van
der(!) Geer salaris f.10.-
P.v.d. Geer en Z. Moutton tekenen als ambachtsbewaarders.
nr. 64 (1787) Betaald aan ambachtsbewaarder Pieter van der
Geer een jaar salaris f. 10.-, idem aan Z. Mouton.
Z. Moutton en P.v.d.Geer tekenen als ambachtsbewaarders.
nr. 65 (1788) Betaald aan ambachtsbewaarder Zacharias Mouton
een jaar salaris f. 10.-
Betaald aan Zacharias Moutton ambachtsbewaarder over
verschot van brieve, porten voor het ambacht f.
3.2.-
Z. Moutton en P. v,d, Geer tekenen als
ambachtsbewaarders.
nr. 66 (1789) P. v.d. Geer tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 67 (1790) Betaald een jaar salaris aan Pieter van de Geer
f. 10.-
Z. Moutton en P..v.d.Geer tekenen als ambachtsbe-
waarders.
nr. 68 (1791) Betaald aan den ambachtsbewaarder Pieter van de
Geer over een jaar salaris f. 10.-
Betaald aan Pieter van de Geer voor geleeverde olij
aan de nagtwagt f.3.-.6
P. v.d. Geer tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 69 (1792) Betaald over een jaar salaris aan de weduwe v.
Zacharias Moutton, in leeven ambachtsbewaarder
f. 10.-
Betaald aan Pieter van de Geer voor geleverde olij
aan de nagtwagt f. 3.2.8
Pieter v.d. Geer tekent als ambachtsbewaarder.
nr. 70 (1793) Betaald aan Pieter van de Geer weegens gelever-
de olij aan de nagtwagt f. 4.8.10
P. v..d. Geer tekent als ambachtsbewaarder.

Uit bovenstaande blijkt:

Dirk van de Geer: = 'schipper' (levert zand)
Pieter van de Geer: = ambachtsbewaarder vanaf 1779-1793 (die hiervoor per jaar ƒ
10, - salaris krijgt);
= 'winkelier' (levert olij aan de nagtwagt)
Zacharias Mouton: = ambachtsbewaarder vanaf 1773-1790
(die hiervoor per jaar ƒ 10.- salaris
krijgt)

Bijlage XIX Testament Pieter Janse v.d. Geer/Marretje Baas

(17730616/10-na*)

op woensdag 16 juni 1773 Nieuwveen
testament
Oud Notarieel Archief - Nieuwveen 6246

[1]
Testament van man en vrouw in dato 16 juny 1773.
De testateuren hebben mij notaris verklaart tot geen 2000 gl. gegoed te zijn, ook niet in 't Amptgeld bekend te staan, met verdere verklaring in dit testament geen fiducement is geinsereert.
[2]
Op huyden den 16e Juny 1773, des voormiddags om tien uuren compareerden voor mij Cornelis Bosch, notaris publiq bij den provincialen Hoven van Holland; als meede te Nieuwveen geadmitteert ende residereerende ende voor de naergenoemde getuygen
[3]
de eersame PIETER JANSZ. VAN DE GEER, bevorens weduwnaar van TRIJNTJE LELIVELD, en MARRITJE BAES, bevorens weduwe van JAN VAN DER SCHELLING, egteman en vrouw, wonende te Nieuweveen, mij notaris bekend, sijnde gezond van lighamen, hebbende beiden hun verstand en reeden wel magtig en ten vollen gebruikende, zoo ons klaarlijk bleek. Dewelken verklaarden geneegen te wezen van hunne tijdelijke natelaeten goederen te disponeeren, doende zulks zoo zij opentlijk verklaerden uyt hun beider vrije wille en gemoed, zonder opmakinge of misleydingen van ymand, revoceerende en te niet doende bij deezen, alle voorgaande testamenten, codicillen en andere makinge van uytterste willen, die bij hun comparanten te zamen yder afzonderlijk of met ymand anders voor dato deezes enigszins gemaekt ofte gepasseert zouden mogen zijn
[4]
ende opnieuw disponeerende soo verklaerde zij testateuren met approbatie van hun lieder respectieve voorkinderen, dewelke bij deze renuncieeren van de wet Hac Edictali, malkanderen over en wederover ende zulks de eerststervende de langstleevende van hun beiden te stellen ende institueren tot zijne of haere enige en algeheele erfgenaem of erfgenaeme. En dat in alle goederen, zoo roerende als onroerende, jegenwoordige en toekoomende, waer die geleegen en van wat natuur dezelve mogen weezen, geene uytgezondert, al het geene de eerst stervende van hun testateuren metteerdood ontruymen ende agterlaeten zal mits deeze conditien nogtans dat de langstleevende gehouden zal zijn binnen
[5]
ses weken na het overlijden van den eerst stervende, aen des eerststervende zoon of dogter, of bij vooroverlijden deszelfs wettige descendenten uyttekeeren alle des overleedenes kleederen, zoo van linden als wolle item het ongemunte goud en zilver, al het geene dat des eerst stervende lijve verciering en gerijve is behorende geweest. En in cas de langstleevende weederom kwaeme te herhuwelijken zal dezelve langstleevende gehouden zijn als voren aan des eerstoverleedens zoon of dogter en bij vooroverlijden aen deszelfs wettige descendenten bij representatie in hun ouders plaetze uyt te keeren eens een somme van eenhondert guldens daer inne de erststervende in geval als voren zijn of haer kind of bij vooroverlijden deszelfs
[6]
wettige descendenten in hun ouders plaetze is instrueerende ende tot meede erfgenaam of erfgenamen is nomineerende bij deezen. Maar bij aldien de langstleevende niet weeder komen te huwelijken maer onhertrouwt kome te overlijden, in dien gevalle verklaerden de testateuren te willen en te begeeren dat alle de goederen dewelke de langstleevende als dan onverteert enonveralieeneert zal komen na te laeten, zeullen weeder verdeelt in twee gelijke deelen, waer van de eene helfte zal genoten bij des eerstoverleedens kind of bij vooroverlijden deszelfs wettige descendenten bij representatie en de wederhelfte bij de kind, of bij vooroverlijden deszelfs kinderen bijrepresentatie van de langstleevende, als de eerststervende
[7]
zijn off haer zoon of dogter daer inne substitueerende ende langstleevende dezelven institueerende bij deezen, mits in dien gevalle van des eerststervende erfgenaemen werden afgehouden het geene dezelve weegens des overleedens kleederen item weegens het ongemunte goud en zilver reeds genoten zal hebben. Stellende voorts zij testateuren absolute voogden over de minderjarige uytlandige of andere toezigt behoevende kindskinderen die zij testateuren tot haere erfgenaemen mogte komen na te laeten JAN PIETERSZ VAN DE GEER en WILLEM OOSTENRIJK, gevende dezelve zoo danige magt en authoriteyt als voogden toekomt, als meede magt van assumptie en surrogatie ten uyteynde van de voogdij toe wijders meede omme vaste en andere goederen te verkoopen en transporteeren en dat alles buyten gezag van vrinden
[8]
Heeren magistraten, schout en weesmannen van Nieuweveen en alle andere plaetsen waer hun comparantens sterfhuyzen komen te vallen of den minderjarigen woonagtig mogte zijn als allen dezelve ende een yder in het bizonder daer van
voor nu en altijd ten vollen ontlastende en excuseerende ende uyt hun comparantens resp(ectiev)e na te laten boedels secludeerende en uytsluytende bij deezen. Al hetgeene voorsz. staet, verklaerde de comparanten te weezen hun testament, laetste en uytterste wille begeerden hetzelve stand grijpen en effect sorteeren zal 't zij als solemneel testament cedeert, als anderszins zoo best bestaen en plaetsgrijpen zal mogen.
Compareerden meede voor mij, notaris en de naer genoemde getuijgen Jan Pietersz van de Geer, meederjarige jonkman
[9]
en zoon van den testateur en WILLEM VAN OOSTENRIJK, als getrouwd met MAGTELTJE VAN DER SCHELLING nog dezelve Magteltje van der Schelling als dogter van de testarice ten deezen met voorn(oemd)e haren man geadsisteert en tot het passeren deezes specialijk geauthoriseerd, meede hier present, mij notaris bekent, dewelke verklaerden te renuncieren van het voorregt de comp(aran)t(e)n bij de wet Hac Edictali de secundus nuptis gegeeven, en de voorn(oemd)e dispositie van hunne respectieve vader en moeder in al zijn deelen te approbieren en goed te keuren, met belofte omme de langstlevende nog om eenige filiale portie lastig te zullen vallen, maar hun ijder in den zijnen in cas van overlijden of wederhuwelijken, zoo voors(chreven) staet, voor hun geregtelijk erfdeel te consenteeren onder verband als na regten. Aldus passeerende te Nieuweveen ter
[10]
presentie van Pieter Gijzenberg en Cornelis Keet als getuijgen.

w.g. Pieter van de Geer, Marretje Baas, jan van de Geer,
Willem Oostenrijk, magteltje van der Schelling, Pieter
Gijzenburg, Cornelis Keet en C.Bosch, not. publ.

Bijlage XX Testament Jan van de Geer/Maria Mouton

(17730919/10-na*)

op zondag 19 september 1773 Nieuwveen
testament
Oud Notarieel Archief - Nieuwveen 6246

[1]
De testateuren hebben mij Notaris verklaard tot geen 2000 gulden gegoed te zijn ook niet in 't mptgeld bekend te staen met verklaring in dit testament geen fidercommis is geinsereert.

Testament van Man en Vrouw
Inde 19 Septb. 1773
[2]
Op huijden den 19e September 1773 compareerden voor mij Cornelis Bosch Notaris Publicq bij den Provincialen Hove van Holland alsmeedete Nieuweveen geadmitteert en reziderend envoorden naergenoemde getuijgen
[3]
De eerzame JAN VAN DE GEER en eerbaere MARIJE MOUTON egte man en vrouw wonende alhier, mij notaris bekent zijnde de comparanten gezond van lighamen, hebbende hun verstand en reeden wel magtig en ten vollen gebruijkende, zoo ons klaerlijk bleek, dewelke verklaerden geneegen te weezen van hunne tijdelijke goederen te disponeeren, doende zulks zoo zij opentlijk verklaarden uijt hun beider vrije wille en gemoed, zonder opmakinge of misleijdinge van ijmand, herroepende en te niet doende bij deezen, alle voorgaende testamenten, codicillen en andere acten van uijterste wille, die hun comparanten tezaemen, ijder afzonderlik off met ijmand anders voor dato deezes enigsins gepasseert zouden mogen zijn.
[4]
Ende van nieuws disponeerende soo verklaerden zij testateuren malkanderen over en wederover ende zulks de eersstervende de langstlevende van hun beiden te stellen ende te institueren tot zijn of haere enige en algeheele erfgenaem ofte erfgenaeme, en dat in alle de goederen, zoo roerende als onroerende, jegenwoordige en toekomende waer die geleegen en van wat natuur dezelve mogen zijn, geen uijtgezondert als het geene de eerststervende der testateuren metter dood ontruijmen en agterlaten zal, met vollen regten van erfstellinge behoudelijk, ende met deeze conditien nogtans, dat de langstleevende van hun testateuren gehouden zal zijn, de kind of kinderen bij den anderen te verwekken, en int leven natelaeten, eerlijk van hem of haer
[5]
te alinenteren en op te voeden, ok te doen oeffenen en optetrekken, en zoodanige oefening, neering of handteering als de langstleevende tot nut van de kind of kinderen zal oordeelen te behooren, en dat ten ouderdom van vijff en twintig jaeren eerder huwelijkende of tot andere geapprobeerde staete gekomen zijnde als wanneer de langstleevende gehouden zal zijn dezelve kind of kinderen behoorlijk uijttezetten, en laeten volgen moeten zoo danige zomme van penningen, als dezelve langstleevende als dan naer den staet ende geleegendheijt des boedels, in consecentie zal oordelen te behooren, en dat alles voor en in voldoeninge van de bloote legetime portie, de kind of kinderen
[6]
in de goederen hunnen ouders competeerende daer inne de eerststervende zijn off haere kind of kinderen is institueerende, en tot meedeerfgenaem of erfgenaemen is nomineerend bij deezen.
Dog off het zaek waere dat de eerststervende der testateuren zonder kind of kinderen na te laeten quaeme te overlijden en dat des eerststervende vader als dan nog in leeven was, indien gevalle (maar anders niet) zoo verklaerde sij testateuren genoemde zijn of haere vader, in cas van overlijden als vooren te institueren in de bloote legetime portie de ouders in de goederen hunne kinderen competeerende, en daer inne tot meede erffgenaemen nomineerende bij deezen.
Stellende voorts zij testateuren tot abzolute voogd of voogdesse over hune natelaeten
[7]
minderjarige uijtlandige of anders toezigt behoevende kind of kinderen, ende erfgenaemen de eerststervende de langstlevende van hun beijden, gevende malkanderen zoo danige magt en authoriteijt als voogden enigzins toekomt, alsmeeden magt van adsumptie en surrogatie, ten uijteijnde van de voogdije toe, wijders meede omme vaste en andere goedern te verkoopen en te transporteeren, en dat alles buijten gezag van vrinden, heeren magistraeten, schout en weesmannen van Nieuweveen en van alle andere plaetzen waer hun comparantens sterfhuijzen komen te vallen, derzelver goederen geleegen, off de minderejaerige woonagtig mogen zijn, als alle dezelve ende een ijder van hun int bezonder, daer van voor nu en altijd, ten vollen ontlastende, eisenserende, ende uijt hun comparantens respr natelaten boedels secluderende
[8]
en uijtsluijtende bij deezen
Int verdere verklaerde de testateuren aen zig te behouden de magt en faculteijt, dog niet anders dan te zamen en met malkanders toestemming deeze hunne testamenten te mogen vermaeken en veranderen ook legaeten en preelegaeten te maken, De gemaekte weder te vernietigen, vermeerderen en verminderen 't zij voor notaris en getuijgen of onder de hand onder hunne particuliere handteekeninge zoo daarvan zal komen te blijken, begeerende al hetzelve van die kragt waerde en effect zij, ook bij een ijder daer voor geagt en gehouden zal worden of al het zelve in deeze van woorde te woorde geinsereerd stond.
Al het geene voorsz staat verklaerden de testateuren te weezen hun testament laeste en uijtterste wille, begeerende hetzelve stand
[9]
grijpen en effect sorteeren zal, 't zij als solemneel testament, codicil als anderzins, zoo best bestaen en plaets grijpen zal mogen, compareerden meede voor mij notaris en de naergenoemde getuijgen de eersame PIETER VAN DE GEER, vader van de testateur en de eerzaeme ZACHARIAS MOUTON, vader van de testatrice beide te Nieuweveen woonagtig, mij notaris bekend, dewelke verklaerde, ijder inden zijnen. In gevalle zijn zoon, of zijn dogter, testateuren in deezen de eerststervende zonder kind off kinderen in het leven natelaeten kome te overlijden, zij comparanten van het regt van de aan hun hier vooren geinstitueerde legetime portie de ouders na scherpheid van regten competeerende, nu voor als dan te renuncieeren en aftestaen, onder renunciatie van relieff en andere hulpmiddelen
[10]
in regten, belovende mitsdien ijder ende hunne, de langstlevende van vooroemde testateuren, voor zoo veel hun aangaet, den geheelen boedel en nalatenschap van de eerststervende rust en vreedelijk te laeten bezitten en behouden, zonder enige reserve.
Aldus gedaen en gepasseert te Nieuweveen, ter presentie van Pieter van den Berg en Dirk van Vliet als getuijgen.

w.g. Jan van de Geer
Maria Mouton
P. van de Geer
Z. Moutton
P.v.d.Berg
D. Vliet
C. Bosch, Nots Publ.

Bijlage XXI Extract Testament Jan van de Geer/Maria Mouton

(17730919/2-ra *)

op zondag 19 september 1773 Nieuwveen
testament
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 16

(Ontleend aan Rechterlijk Archief Nieuwveen van 28.5.1799!)

[1]
Extract
Testament van Jan van de Geer en Maria Mouton echtelieden.
Op huijden den 19 September 17e drie en zeventig des voordemid
[2]
dag om elf uuren, compareerden voor mij Cornelis Bosch, Notaris Publicq, bij den provinciaalen Hoove van Holland, als meede te Nieuweveen geadmitteerd, ende resideerende ende voor de nagenoemde getuijgen.
De eersaame JAN VAN DE GEER en de eerbare MARIA MOUTON egte man en vrouw woonende alhier mij notaris bekend. Zijnde de comparanten gezond van lighaamen, hebbende hun verstand en reeden wel magtig en ten vollen gebruijkende; zoo ons klaarlijk bleek.
Dewelke verklaarden geneegen te weesen ende van nieuws disponeerende. - Soo verklaarden zij testateuren malkanderen over en wederover ende zulks de eerststervende de langstleevende van hun beiden te stellen ende te institueeren tot zijn of haare eenige en algeheele erfgenaamofte erfgenaame ende dat in alle de goederen zoo roerende als onroerende jegenwoordige en toekomende waar die geleegen, en van wat natuur deselve mogen zijn, geene uijtgezondert, al het geene de eerststervende der testateuren metterdood ontruijmen ende agterlaaten zal met vollen regten van erfstellinge, beijder houdelijk ende met deese conditien nogtans ...(?).
Aldus gedaan en gepasseert te Nieuweveen ter presentie van Pietervan den Berg en Dirk van Vliet als getuijgen/:onderstaand/ 't welk ik affirmeere /:getekend/ C. Bosch Not.Publ.
Accordeer dus vvern met de grossen Nieuweveen 28 Meij 1799
w.g. Corn. Clant junior 1799

Bijlage XXII Acte van Uitkoop Jan van de Geer/Maria Mouton

(17730919/1-ra *)

op zondag 19 september 1773
acte van uitkoop
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 16

[zie ook brondoc.17930718/1-tk *])

[1]
Acte van uijtkoop tusschen Zacharia Mouton te eenre en Jan van de Geer en Maria Mouton, echtelieden in d(at)o 19 September 1773.

Op huijden den 19e September 17(honderd drie en zeventig compareerden voor mij Cornelis Bosch, notaris publicq bij den Provinciale Hove van Holland, als meede te Nieuweveen geadmitteert ende resideerende ende voor de naergenoemde getuigen, Zacharias Mouton, Mr. chirurgijn alhier, eertijds weduwnaar van Ariaentje Verhoog, en nu in huwelijk hebbende Marijtje van Gelder ter eenre, Jan van de Geer als in huwelijk hebbende Maria Mouton, dogter van den eersten comparant aan zijn voorovrerleeden huisvrouw in eerder huwelijk verwekt, nog dezelve Maria Mouton ten dezen met de voorn(oemd)e haeren man geassisteert en tot het passeren deezes specialijk geauthoriseert, ter andere zijde, woonende de comparanten alhier, mij notaris bekend. Te kennen gevende hij eerste comparant dat bij zijne testamente met zijne tegenwoordige huisvrouwe Maria van Gelder, gepassert voor den notaris Cornelis Schrevelius Theod(orus)zoon engetuygen te Nieuweveen in data den 14e July 1752, gemelde zijne huisvrouwe beneevens zijn voornoemde voordogter ende kinderen uyt dit zijn tegenwoordig huwelijk, reed verwekt of nog te verwekken, en op zijn testateurs overlijden in leeven zijnde, gezamentlijk en yder van hun, hoofd voor hoofd, met gelijke portien heeft geinstitueert tot zijn algeheele erfgenamen en dat in alle de goederen die hij testateur metter dood ontruymen ende agter laeten zoude, breeder blijkende bij gemelde testament en waar toe bij deezen werd gerefereerd. Dat hij comparant bij zijn tegenwoordige huysvrouw heeft verwekt en in leeven zijnde drie kinderen en overzulks zijn voornoemde voordogter bij zijn comparants vooroverlijden in zijne respective nalatenschap volgens gemelde dispositie zoude competeeeren een geregte vijfde part. Wijders dat hij comparant ten respecte van zijn schoonzoon en dogter, bij acte geinsureert in hunne testamente voor mij notaris en gettuygen op heeden gepasseert, heeft gerenuncieert van zodanig regt van legitime portie als hem comparant als vader, bij vooroverlijden van genoemde zijn dogter zonder kind of kinderen nalatende, uyt haare nalatenschap zoude competeren. Met conditien dat gemelde schoonzoon en dogter, ingevalle hij comparant voor genoemde zijne huisvrouwe kwaeme te overlijden, ook zoude renuncieren van zoodanige onbegroote filiale portie als hij comp(aran)t bij gemelde zijne testament zijn voorn(oemde) voordogter heeft geinstitueert en over deszelfs vaderlijke erfdeel bij forme van accord te doen bewijs en uytkoop, soo verklaarden zij comparanten met malkanderen te zijn geaccoordeert en over een gekoemen in manieren hier navolgende, namentlijk: Dat ingevalle den comp(aran)t ter eenre voor gemelde zijne huysvrouw kome te overlijden, de comparant ter andere zijde dezelve zijn tegenwoordige huysvrouw rust en vreedelijk zal laten bezitten en behouden den geheelen boedel en goederen dewelke de voornoemde hun vader en schoonvader respective metterdood ontruymen ende agterlaaten zal, zonder van hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder te vorderen staat, inventaris of opening des voors(chreven) boedels in geenderlei manieren, waar en tegen de genoemde hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder, binnen de tijd van twaalf weeken na zijn eertse comparants overlijden, aan hun comaparanten ter andere zijde zal voldoen en betalen de somme van vijftig guldens ter voldoeninge van haere onbegroote filiale portie en vaderlijk erfdeel, de comparante ter andere zijde uit den boedel ennalatenschap van hun vader en schoonvader respective in cas van overlijden als vooren is competeerende, zonder dienaangaande eenig regt op den boedel en nalatenschap van meergemelde haar vader en schoonvader te behouden. Renuncieerende mitsdien nu voor als dan van relieff en alle andere behulpmiddelen van regten die hun comparanten in deezen enigzins te stade kunnen komen. Compareerde meede voor mij notaris en de naergenoemde getuygenMaria van Gelder, huysvrouw van den eersten comparant in deezen, zijnde ten deezen met haer voornoemde man geassisteert en tot het teekenen deeses geauthoriseert, dewlke verkaerde met de voors(chreven) soome van penn(ingen) bij vvon(oemd)e haere man aan zijn voordogter Maria Mouton in cas van overlijden als vooren voor en ter voldoeninge van haar onbegroote filiale portie geassigneert, te nemen volkomen genoegen en contentement, belovende dezelve somme van vijftig guldens aan genoemde haar stiefdogter binnen de tijd van twaalf weeken na het overlijden van meergemelde haere man te zullen voldoen in contante gelden. Voor de voldoeninge ende tot naerkomen van het geene voors(schreven) staat verklaerden de comparanten te verbinden hunne persononen ende goederen, stellende dezelve subkect allen geregten en regteren ende specialijk den Ed. Hove van Holland.
Aldus gedaen en gepasseert te Nieuweveen ter presentie van Pieter van den Berg en Dirk van Vliet als getuigen /: onderstond/ 't welk is affirmeere/ was getekent : C. Bosch Not.Publ. / lager stond de volgende quitantie/ Wij ondergeteekende bekennen van deze binnenstaande bewijs of..... voldaan te zijn met een somma van vijftig guldens, zegge 50 guldens. Actum Nieuweveen, den 1e September 1782 / was get(eken)d Jan van de Geer en Maria Mouton.

Accordeert met de
grosse
Nieuwevven 18 July
1793
Cornelis Clant Junior,
1793

Bijlage XXIII Acte van Uitkoop Jan van de Geer/Maria Mouton

(17730919/9-na *)

op zondag 19 september 1773 Nieuwveen
acte van uitkoop
Oud Notarieel Archief - Nieuwveen 6246

[1]
Acte van Uytkoop in dato 19 september 1773
[2]
Op huyden den 19 september 1773 compareerden voor mij Cornelis Bosch, notaris publicq bij den Provincialen Hove van Holland, alsmeede te Nieuweveen geadmitteerd ende resideerende, ende voor de naergenoemde getuygen
[3]
ZACHARIAS MOUTON, Mr chirurgijn alhier, eertijds weduwnaar van ARIJAENTJE VERHOOG, en nu in huwelijk hebbende MARIJTJE VAN GELDER, ter eenre, JAN VAN DER GEER, als in huwelijk hebbende MARIA MOUTON, dogter van den eersten comparant aan zijn vooroverleeden huysvrouwe in eerder huwelijk verwekt. Nog dezelve MARIA MOUTON ten deezen met de voornoemde haeren man geassisteert en tot het passeren deeses specialijk geauthoriseert, ter andere zijde, wonende de comparanten alhier, mij notaris bekend. Te kennen gevende hij eerste comparant dat hij zijn testament met zijne jegenwoordige huysvrouw MARIA VAN GELDER, gepasseert voor den notaris Cornelis Schrevelius Theodoruszoon en getuygen te Nieuweveen in data den 14e July 1752, gemelde zijn huysvrouwe benevens zijn voornoemde voordogter en de kinderen uyt dit zijn
[4]
huwelijk reeds verwekt of nog te verwekken, en op zijn testateurs overlijden in 't leeven zijnde, gezamentlijk en yder van hun, hoofd voor hoofd, met gelijke portien heeft geinstitueert tot zijne algeheele erfgenaemen, en dat in alle de goederen die hij testateur metterdood ontruymen en agterlaeten zoude, breeder blijkende bij gemelde testament en waertoe bij dezen gerefereert. Dat hij comparant bij zijn jegenwoordige huysvrouwe heeft verwekt en in het leeven zijnde DRIE KINDEREN, en over zulks zijn voorn(oemd)e voordogter bij sijn comparants vooroverlijden in zijne respective nalatenschap volgens gemelde dispositie zoude competeeren een geregte vijfde part, wijders dat hij comparant ten respecte van zijn
[5]
schoonzoon en dogter bij acte geinsereeet in hunne testamente voor mij notaris en getuijgen op heeden gepasseert, heeft gerenuncieert van zodanig regt van legitime portie als hem comparant als vader, bij vooroverlijden van genoemde zijne dogter zonder kind of kinderen nalatende, uyt haere nalatenschap zoude competeren, met conditien dat gemelde sijn schoonzoon en dogter in gevalle hij comparant voor genoemde zijne huysvrouw kwaeme te overlijden, ook zoude renuncieren van zoodanige onbegroote filiale portie als hij comparant bij gemelde zijne testamente zijn voorn(oemd)e voordogter heeft geinstitueert enover deszelfs vaderlijk erfdeel bij forme van accoord te doen behoorlijk uytkoop. Soo verklaeren zij comparanten met malkanderen te zijn geaccordeert en overeengekomen in manieren hier na volgende
[6]
namentlijk: dat in gevalle den comparant ter eenre voor gemelde zijne huisvrouw kome te overlijden, de comparante ter andere zijde dezelve zijn jegenwoordige huysvrouw rust en vreedelijk sal laeten bezitten en behouden den geheelen boedel en goederen dewelke de voornoemde hun vader en schoonvader respective mettewrdood ontruymen ende agterlaeten zal, zonder van hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder te vorderen staet, inventaris of openinge des voors(chreven) boedels, in geenderlij manieren waerentegen de genoemde hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder binnen de tijd van 12 weeken na zijn eerste comparants overlijden, aan hun comparante ter andere zijde, zal voldoen en betaelen de somme van vijftigh guldens ter voldoening van haere onbegrootte filia portie en vaderlijk erfdeel, de comparant ter andere zijde uyt den boedel en nalatenschap van hun vader
[7]
schoonvader respective in cas van overlijden als vooren is competeerende, sonder dien aengaende enig verder regt op den boedel ende nalatenschap van meergemelde haer vader en schoonvader te behouden, renuncierende mitsdien, nu voor als dan, van relieff en andere behulpmiddelen van regten die hun comparanten in deeze enigszins te staede kunnen komen.

Compareerde meede voor mij notaris en de naergenoemde getuygen MARIJE VAN GELDER, huysvrouwe van den eersten comparant in dezen, zijnde ten deezen met haar voorn(oemd)e man geadsisteert en tot het teekenen deeses geauthoriseert, dewelke verklaerde met de voors(chreven) somme van penningen bij voorn(oemd)e haere man aen zijn voordogter MARIA MOUTON in cas van
[8]
overlijden als vooren, voor en tot voldieninge van haere onbegroote legaele portie geassigneert te nemen volkomen genoegen. Belovende dezelve somme van vijftigh guldens aen genoemde mijn stiefdochter binnen de tijd van 12 weeken na het overlijden van meergemelde haer man te zullen voldoen in contante gelden.Voor de voldoeninge en tot naerkomen van het geene voor(chreven) staat verklaerden de comparanten te verbinden hunne perzoonen ende goederen stellende dezelve subject aen alle 's Heeren regten ende regteren en specialijk den Ed. Hove van Holland. Aldus gedaen en gepasseert te Nieuwe

[9]
veen, ter presentie van Pieter van den Berg en Dirk van Vliet als getuigen.


w.g Z.Moutton, Jan van de Geer, Maria Mouton, Maria van Gelder, P.v.d. Berg, D.v.Vliet en C.Bosch, not. publ.

Bijlage XXIV Verkoopacte Zacharias Mouton/Trijntje van Gelder

(17870705/3-ra)

op donderdag 5 juli 1787 Nieuwveen
verkoopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 17/18,18v,1

[1]
Opdracht
ZACHARIAS MOUTTON Nom(mine) Unius
c.s.
Ten behoeve van Klaas Splinter

Ik Mr. Nicolaas Abraham Romswinkel schout van den Ambagte van Nieuweveen oirconde dat voor mij, ende PIETER JANSZ. VAN DE GEER & Jacob van der Wagt scheepenen in den
[2]
gemelde Ambagte, gecompareerd zijn Zacharias Moutton en Trijntje van Gelder laest wed(uwe) van Klaas Vis, en nu huijsvrouw van Dirk Kluijts en met dezelve Dirk Kluijts geassisteerd en tot het passeeren deezen gequalificeerd dewelke verklaarde voor zig ende hunne erven uitterhand verkogt te hebben en zulks in vollen eigendomme op te dragen en over te geeven bij deezen, aan ende ten behoeve van Klaas Splinter, woonagtig onder Leijmuijden een huijs en erve, staande op de Kerklaan in de Agterdijkse Polder, strekkende van de Kerklaan oostwaard op tot Mr. Nicolaas Abraham Romswinkel, belend ten noorden het overpad van voorn(oemde) Hr. Romswinkel en zuijden Willem Dirkse Brak, belast in de verponding No. 86 . . . . . . . . . . . . . . f. 1-7-
in 't Agterdijkse poldergeld met . . . 20 roeden
en in 't Kerkegeld mede met . . . . . . 20 roeden.
Voorts vrij, dog egter belast met zodanige op ende overpaden, in ende uitvaerten, maeken van banwerken, servituiten ende geregtigheden als van ouds, ende buurgoederen aldaer gelegen, volgens de oude brieven daarvan zijnde waernae den koper zig zal hebben te gedragen, ende bekende zij comparanten van de koop en opdragte deezes voldaen te zijn ende dat met een somme van f. 150.-.- doende overzulks daar van bij deezen volkoomen afstand en de kwijtscheldinge, des beloofde zij comparanten het voornoemde
[3]
verkogte ten allen tijde te zullen vrijen en waeren als regt is, onder verband als na regten. Alles oprecht, des 't oirconde heb ik schout voornoemd, deeze met het zeegel ter zaake van het schouts ampt van Nieuweveen verordent, en het mijne op de rugge van dien gedrukt bevestigd en beneevens de voornoemdescheepenen onder de Plicque en ten prothocolle geteekend op den 5 Julij 1787.

(w.g.)
P:v:d:Geer
Jacob van der Wagt

Bijlage XXV Doopacte Elizabeth Scheepmaker

(17880928/1-bs)

op zondag 28 september 1788 Kortenhoef ('s Gravenland)
onbekend
Doopboek - 's-Gravenland

Uit het doopboek van de Geref. Gemeente van Kortenhoef (= 's Gravenland):

De 28 dito (= september 1788 )een kind gedoopt, geboren den 26. Dito genaamdt ELIZABETH.
De vader Dirk Crijne Scheepmaker
de moeder Grietje Arisze Barneveldt
Getuijgen Trijntie Scheepmaker

Bijlage XXVI Verkoopacte Zacharias Moutton

(17920315/3-ra)

op donderdag 15 maart 1792 Nieuwveen
verkoopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 18

[1]
Opdracht ZACHARIAS MOUTTON ten behoeve van de heer C:B:M: Smilhe. Ik Cornelis Clant junior schout in den Ambagte van Nieuweveen oirconde dat voor mij, ende voor Adrianus van Cranenburg en Dirk Kluijs scheepenen in den gemelden Ambagte, gecompareert is ZACHARIAS MOUTTON Mr. Chirurgijn woonende alhier dewelke verklaarde voor hem ende zijne erven in publicque veijlinge verkogt te hebben ende zulks in vollen eigendomme op te dragen ende over te geeven bij deezen aan ende ten behoeve van de heer Charles Bartholomeus Maria de Smilhe woonende binnen de stad Amsteldam. Een huijs en erve staande en geleegen in de Ooster Polder van Nieuweveen belend oosten noorden Jan Couprie west het ambagt en zuijden de Heereweg. Belast in 't huijsgeld onder nr. 105 met twee guldens en in de verlore verponding met 50 roeden. En in 't verzegeld met gelijke 50 roeden.
[2]
Belast met het onderhoud van de straat en weg. En met het baanwerk op de polder kaders 20 met een roede vier voet. Voorts vrij dog egter belast met zodanige op ende overpaden in en uitvaarten, maaken van banwerken, servituiten ende geregtigheden als van ouds ende buurgoederen aldaar geleegen, volgens de oude brieven daar van zijnde, de jongste van dien in dato den 26 September 1747 waar na den heer kooper zig zal hebben te gedragen. Ende rekenae hij comparant van de koop opdragte deeses voldaan te zijn ende dat met een somma van een honderd vijf en dertig guldens contant betaald. Doende over sulks daar van bij deezer volcomen afstant ende kwijtscheldinge des beloofde hij comparant het voornoemde verkogte ten allen tijde te zullen vrijen en waaren in regten onder verband als naar regten. Aldus oprecht des ter oirconde heb ik schout voorn(oemt) deeze met het zegel ter zaake het schoutsampt van Nieuwe(veen) verordent en het mijne op de rugge van dien gedrukt bevestigd en beneevens de voornoemde scheepenen onder [3]
de plicque en ten prothocolle geteekend op den 15e Maart 1792.

(w.g)
Corn. Clant junior
1792
Adr. Cranenburg
deeze letter zijn ge-
steld bij DK Dirk Kluijs
(mij present)
P.M. Penning
C.............

Bijlage XXVII Verkoopacte Marijtje van Gelder (wed.Z.Mouton)

(17930718/4-ra)

op donderdag 18 juli 1793 Nieuwveen
verkoopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 19

[1]
Opdracht MARIJTJE VAN GELDER, wed. ZACHARIAS MOUTTON c.s. ten behoeve van Matthijs Wendt.
Ik Cornelis Clant Junior schout in den Ambagte van Nieuweveen oirconde dat voor mij, ende voor Hendrik Splinter & Philippus Vuijck scheepenen in den gemelden Ambagte, gecompareert zijn, MARIJTJE VAN GELDER, weduwe van, mitsgaders in gemeenschap van goederen getrouwd geweest zijnde met ZACHARIAS MOUTTON, alzo in haar privé, mitsgaders in qualiteit als volgens den testamente door gemelde haare man ZACHARIAS MOUTTON, neevens haar MARIA VAN GELDER op den 14e Julij 1752 voor de Notaris Cornelis Schrevelius Theodoruszoon en getuigen te Nieuweveen gepasseerd, geinstitueerde meede erfgenaame voor een kinds gedeelte van dezelve hare overleedene man ZACHARIAS MOUTTON en laatstelijk nog als bij dezelve testamente gestelde voogdesse over den uijtlandige BAREND MOUTON en over zodanige
[2]
minderjarige als in deeze mogte zijn geraakt item ISAAC MOUTTON, Mr. Chirurgijn te Benthuijze als voor een kindsgedeelte geinstitueerde meede erfgenaam van zijne overledene vader ZACHARIAS MOUTTON
zijnde het voorn(oemde) testament beneevens de Acte van Uitkoop op den 19 September 1773 voor de Notaris Cornelis Bosch en getuigen alhier gepasseerd tusschen den overleedene ZACHARIAS MOUTTON en JAN VAN DE GEER en MARIA MOUTTON echtelieden aangegaan, bij welke Acte met de daar ondergeteekende quitantie blijkt dat de voorn(oemde) MARIA MOUTON van haar aandeel in deeze boedel reeds was voldaan ons geëxhibeerd en ten prothocolle geregistreerd; dewelke verklaarden zo in privé als qualiteit verkocht te hebben ende zulks in vollen eigendomme op te dragen ende over te geeven bij deezen, aan ende ten behoeve van Matthijs Wendt Mr. Chirurgijn alhier een huijs en erve zijnde twee woningen onder een dak, me al het geene daarin, en op aan aard in nagelvast is, staande ende geleegen in deezen dorpe, belend oost de Heer Franciscus Xaverius van den IJver, west de Roomsche Armen van Nieuweveen, zuiden Aart verlaan en noorden de Heerenweg
[3]
verongeldende in 't huijsgeld no. 80 met f. 3.8.- het erf in de verponding met 50 roeden, in 't Agterdijkse huisgeld met 128 roeden en in 't Kerkegeld met 190 roeden, belast met het baanwerk & straat geneevens het parthije.
Voorts vrij, dog egter belast met zodanige op ende overpaden in ende uitvaerten, maeken van baanwerken, servituiten ende geregtigheeden als van ouds, ende buurgoederen aldaar geleegen, volgens de Oude Brieven daar van zijnde, de jongste van dien in dato den 31 Maart 1744 en 13 Julij 1758 waar na de kooper zig meede zal hebben te gedragen; ende bekende zij comparante van de koop en opdragte deezes voldaan te zijn ende dat met een somme van drie honderd guldens contant betaald.
Doende overzulks daar van bij deezen volkomen afstaat ende kwijtscheldingedes beloofde zij comparante het voornoemde verkogte ten allen tijde te zullen vrijen en waaren als regt is, onder verband als naar regten.
Aldus oprecht des)zelve) oirconde heb ik schout voornoemt deeze met het zeegel ter zaake het schouts ampt van Nieuweveen
[4]
verordent en het mijne op de rugge van dien gedrukt bevestigd en beneevens de voern(oemde) scheepenen onder de plicque en ten prothocolle geteekent op den 18 Julij 1793.

w.g. Corn Clant Junior
Hendrik Splinter
Philippus Vuijk

Bijlage XXVIII Test. Zach. Mouton/Maria v.Gelder+Acte v. Uitkoop

(17930718/8-ra)

op donderdag 18 juli 1793 Nieuwveen
testament (accordatie) en acte v. uitkoop
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 19

[1]
TESTAMENT gepasseert bij ZACHARIAS MOUTON en MARIA VAN GELDER. In den naame des Heeren Amen, bij den innehouden van deeze jeegenwoordige openbaare instrumente, zij kundig ende kennelijk eenen ijgelijken dient behoort, dat op heeden den 14e Julij van den jaare 17en twee en vijftig, des morgens de klokke omtrent elff uuren, voor mij Cornelis Schrevelius Theodorus zoon, notaris publicq, bij den Provincialen Hove van Holland, alsmeede te Nieuweveen, Sevenhooven en Noordengeadmitteert ende voor de naergenoemde getuigen gecompareert zijn. De eerzame ZACHARIAS MOUTON Mr. Chirurgijn ende de eerbare MARIA VAN GELDER egte man ende vrouw woonende alhier te Nieuweveen mij notaris bekendt, zijnde zij testateuren kloek en gezondt van lighaamen, gaande en staande, hebbende beijde haar verstand, redenen ende memorie
[2]
wel magtig, en ten vollen gebruijkende naar allen uijtwendige schijn, dewelke verklaerden geneegen te zijn omme van haare tijdelijke goederen te disponeeren, doende zulks genoemd. En voorts van nieuws disponeerende soo verklaerde hij testateur, eerstelijk ter dispositie komende tot zijne eenige algeheele en uni-verseele erffgenamen te stellen ende te institueren ter zijn voorn(oemde) huijsvrouw MARIA VAN GELDER, mitsgaders alle zijn testateurs kinderen, zoo uijt het eerste als jeegenwoordige huwelijk reeds verwekt off nog te verwekken, die op zijn testateurs overleijden in 't leeven zal off zullen zijn, gesamentlijk een ijder van hun hooft voor hooft met gelijke portien, ende dat in alle de goederen zoo roerende als onroerende genoemd. Stelden voorts zij testateuren tot voegdt voogdesse off voogden over haare natelatene minderjarige uijtlandige off andere toezigt behoevende kind off kinderen ende erfgenaam off erfgenamen te weeten over het kind off de kinderen bij den anderen te verwekken de eerststervende de langstleevende van haar beijden en hij testateur genoemd. Aldus gepasseert te Nieuweveen ter presentie van Cornelis Bosch en Quirijn
[3]
van Leeuwen als getuijgen. Die de minute deezes, geschreeven zijnde op een zeegel van dertig stuivers, (alzoo de testateuren aan mij notaris hebben verklaart tot geen twee duijzent guldens gegoed te zijn, ook niet in 't Amptgeld bekend te staan, met verdere verklaringe, dat dit testament geen makinge van fideicommis staat geinsereert) beneffens de comparanten en mij notaris ook hebben onderteekendt (onderstond) 't welck ik affirmeere (was get.) C. Schrevelius
Theod.zoon Not.Publicq.

Accordeert met de grosse voor
zoo veel 't geextraheerde aangaat
Actum den 18 Julij 1793
w.g. Corn. Clant Junior
1793

ACTE VAN UIJTKOOP tusschen ZACHARIAS MOUTON ter eenre en JAN VAN DE GEER en MARIA MOUTON echtelieden in de 19 September 1773
[4]
Op huyden den 19 september 1773 compareerden voor mij Cornelis Bosch, notaris publicq bij den Provincialen Hove van Holland, alsmede te Nieuweveen geadmitteerd ende resideerende, ende voor de naergenoemde getuygen ZACHARIAS MOUTON, Mr chirurgijn alhier, eertijds weduwnaar van ARIJAENTJE VERHOOG, en nu in huwelijk hebbende MARIJTJE VAN GELDER, ter eenre, JAN VAN DE GEER, als in huwelijk hebbende MARIA MOUTON, dogter van den eersten comparant aan zijn vooroverleeden huysvrouwe in eerder huwelijk verwekt. Nog dezelve MARIA MOUTON ten deezen met de voornoemde haeren man geassisteert en tot het passeren deeses specialijk geauthoriseert, ter andere zijde, wonende de comparanten alhier, mij notaris bekend. Te kennen gevende hij eerste comparant dat hij zijn testament met zijne jegenwoordige huysvrouw MARIA VAN GELDER, gepasseert voor den notaris Cornelis Schrevelius Theodoruszoon en getuygen te Nieuweveen in dato den 14e July 1752, gemelde zijn huysvrouwe benevens zijn voornoemde voordogter en de kinderen uyt dit zijn jegenwoordige
[5]
huwelijk reeds verwekt of nog te verwekken, en op zijn testateurs overlijden in het leeven zijnde, gezamentlijk en yder van hun, hoofd voor hoofd, met gelijke portien heeft geinstitueert tot zijne algeheele erfgenaemen, en dat in alle de goederen die hij testateur metterdood ontruymen en agterlaeten zoude, breeder blijkende bij gemelde testament en waertoe bij dezen gerefereert. Dat hij comparant bij zijn jegenwoordige huysvrouwe heeft verwekt, en in het leeven zijnde DRIE KINDEREN, en over zulks zijn voorn(oemd)e voordogter bij sijn comparants vooroverlijden in zijne respective nalatenschap volgens gemelde dispositie zoude competeeren een geregte vijfde part, wijders dat hij comparant ten respecte van zijn schoonzoon en dogter bij acte geinsereeet in hunne testamente voor mij notaris en getuijgen op heeden gepasseert, heeft gerenuncieert van zodanig regt van legitime portie als hem comparant als vader, bij vooroverlijden van genoemde zijne dogter zonder kind of kinderen nalatende, uyt haere nalatenschap zoude competeren,
[6]
met conditien dat gemelde sijn schoonzoon en dogter in gevalle hij comparant voor genoemde zijne huysvrouw kwaeme te overlijden, ook zoude renuncieren van zoodanige onbegroote filiale portie als hij comparant bij gemelde zijne testamente zijn voorn(oemd)e voordogter heeft geinstitueert en over deszelfs vaderlijk erfdeel bij forme van accoord te doen behoorlijk uytkoop. Soo verklaeren zij comparanten met malkanderen te zijn geaccordeert en overeengekomen in manieren hier na volgende. Namentlijk: dat in gevalle den comparant ter eenre voor gemelde zijne huisvrouw kome te overlijden, de comparante ter andere zijde dezelve zijn jegenwoordige huysvrouw rust en vreedelijk sal laeten bezitten en behouden den geheelen boedel en goederen dewelke de voornoemde hunvader en schoonvader respective metterdood ontruymen ende agterlaeten zal, zonder van hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder te vorderen staet, inventaris of openinge des voors(chreven) boedels, in geenderlij manieren waer en tegen de genoemde hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder binnen de tijd van twaalf weeken na zijn eerste comparants overlijden,
[7]
aan hun comparante ter andere zijde, zal voldoen en betaelen de somme van vijftigh guldens ter voldoening van haere onbegrootte filiale portie en vaderlijk erfdeel, de comparant ter andere zijde uyt den boedel en nalatenschap van hun vader en schoonvader respective in cas van overlijden als vooren is competeerende, sonder dien aengaende eenig verder regt op den boedel ende nalatenschap van meergemelde haer vader en schoonvader te behouden. Renuncie-rende mitsdien, nu voor als dan, van relieff en andere behulpmiddelen van regten die hun comparanten in deeze enigszins te staede kunnen komen.Compareerde meede voor mij notaris en de naergenoemde getuygen MARIA VAN GELDER, huysvrouwe van den eersten comparant in dezen, zijnde ten deezen met haar voorn(oemd)e man geadsisteert en tot het teekenen deeses geauthoriseert. Dewelke verklaerde met de voors(chreven) zomme van penningen bij voorn(oemd)e haere man aen zijn voordogter MARIA MOUTON in cas van overlijden als vooren, voor en tot voldoeninge van haere onbegroote legaele portie geassigneert te nemen volkomen
[8]
genoegen en contentament. Belovende dezelve somme van vijftigh guldens aen genoemde haar stiefdochter binnen de tijd van twaalf weeken na het overlijden van meergemelde haer man te zullen voldoen in contante gelden. Voor de voldoeninge en tot naerkomen van het geene voor(chreven) staat verklaerden de comparanten te verbinden hunne perzoonen ende goederen stellende dezelve subject aen alle 's Heeren regten ende regteren ende specialijk den Ed. Hove van Holland. Aldus gedaen en gepasseert te Nieuweveen, ter presentie van Pieter van den Berg en Dirk van Vliet als getuigen onderstond.
't Welk ik affirmeer was getekent C. Bosch, not. publ. Lager stond de volgende quitantie.

Wij ondergeteekende bekennen van dezen binnenstaande bewijs of uijtkoop voldaan te zijn met een somme van vijftig guldens zegge 50 guldens. Actum Nieuweveen den 1 September 1782 was get(ekend) Jan van de Geer Maria Mouton
Accordeert met de grosse Nieuweveen 18 Julij 1793
Corn. Clant junior
1793
(w.g.)
Z.Moutton,, Maria van Gelder, P.v.d. Berg, D.v.Vliet en

Bijlage XXIX Testamentaire dispositie door Maria Mouton

(17990319/1-ra *)

op dinsdag 19 maart 1799 Nieuwveen
nalatenschap
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 19

Op heeden den 19 Maart 1799 compareerden ter Weeskamer van Nieuweveen MARIA MOUTON, weduwe JAN VAN DE GEER, dewelke exhibeerde desselve testementaire dispositie door haar, en haare overleedene man JAN VAN DE GEER op den 19 September 1773 voor den notaris Cornelis Bosch en getuijgen alhier gepasseerd. In welke Testament de seclusie van alle weeskameren was geinsereerd.
In kennisse van mij secretaris
(w.g.)
Corn. Clant junior 1799.

Het betreft onderstaande Acte van Uitkoop (Testament):

[1]
ACTE VAN UYTKOOP tusschen ZACHARIAS MOUTON ter eenre JAN VAN DE GEER en MARIA MOUTON echtelieden in dato 19 september 1773. Op huyden den 19 sep
[2]
tember 1773 compareerden voor mij Cornelis Bosch, notaris publicq bij den Provincialen Hove van Holland, alsmeede te Nieuweveen geadmitteerd ende resideerende, ende voor de naergenoemde getuygen
[3]
ZACHARIAS MOUTON, Mr chirurgijn alhier, eertijds weduwnaar van ARIJAENTJE VERHOOG, en nu in huwelijk hebbende MARIJTJE VAN GELDER, ter eenre, JAN VAN DER GEER, als in huwelijk hebbende MARIA MOUTON, dogter van den eersten comparant aan zijn vooroverleeden huysvrouwe in eerder huwelijk verwekt. Nog dezelve MARIA MOUTON ten deezen met de voornoemde haeren man geassisteert en tot het passeren deeses specialijk geauthoriseert, ter andere zijde, wonende de comparanten alhier, mij notaris bekend. Te kennen gevende hij eerste comparant dat hij zijn testament met zijne jegenwoordige huysvrouw MARIA VAN GELDER, gepasseert voor den notaris Cornelis Schrevelius Theodoruszoon en getuygen te Nieuweveen in data den 14e July 1752, gemelde zijn huysvrouwe benevens zijn voornoemde voordogter en de kinderen uyt dit zijn
[4]
huwelijk reeds verwekt of nog te verwekken, en op zijn testateurs overlijden in 't leeven zijnde, gezamentlijk en yder van hun, hoofd voor hoofd, met gelijke portien heeft geinstitueert tot zijne algeheele erfgenaemen, en dat in alle de goederen die hij testateur metterdood ontruymen en agterlaeten zoude, breeder blijkende bij gemelde testament en waertoe bij dezen gerefereert. Dat hij comparant bij zijn jegenwoordige huysvrouwe heeft verwekt en in het leeven zijnde DRIE KINDEREN, en over zulks zijn voorn(oemd)e voordogter bij sijn comparants vooroverlijden in zijne respective nalatenschap volgens gemelde dispositie zoude competeeren een geregte vijfde part, wijders dat hij comparant ten respecte van zijn
[5]
schoonzoon en dogter bij acte geinsereeet in hunne testamente voor mij notaris en getuijgen op heeden gepasseert, heeft gerenuncieert van zodanig regt van legitime portie als hem comparant als vader, bij vooroverlijden van genoemde zijne dogter zonder kind of kinderen nalatende, uyt haere nalatenschap zoude competeren, met conditien dat gemelde sijn schoonzoon en dogter in gevalle hij comparant voor genoemde zijne huysvrouw kwaeme te overlijden, ook zoude renuncieren van zoodanige onbegroote filiale portie als hij comparant bij gemelde zijne testamente zijn voorn(oemd)e voordogter heeft geinstitueert enover deszelfs vaderlijk erfdeel bij forme van accoord te doen behoorlijk uytkoop. Soo verklaeren zij comparanten met malkanderen te zijn geaccordeert en overeengekomen in manieren hier na volgende
[6]
namentlijk: dat in gevalle den comparant ter eenre voor gemelde zijne huisvrouw kome te overlijden, de comparante ter andere zijde dezelve zijn jegenwoordige huysvrouw rust en vreedelijk sal laeten bezitten en behouden den geheelen boedel en goederen dewelke de voornoemde hun vader en schoonvader respective mettewrdood ontruymen ende agterlaeten zal, zonder van hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder te vorderen staet, inventaris of openinge des voors(chreven) boedels, in geenderlij manieren waerentegen de genoemde hun aanbehuwde moeder en schoonmoeder binnen de tijd van 12 weeken na zijn eerste comparants overlijden, aan hun comparante ter andere zijde, zal voldoen en betaelen de somme van vijftigh guldens ter voldoening van haere onbegrootte filia portie en vaderlijk erfdeel, de comparant ter andere zijde uyt den boedel en nalatenschap van hun vader
[7]
schoonvader respective in cas van overlijden als vooren is competeerende, sonder dien aengaende enig verder regt op den boedel ende nalatenschap van meergemelde haer vader en schoonvader te behouden, renuncierende mitsdien, nu voor als dan, van relieff en andere behulpmiddelen van regten die hun comparanten in deeze enigszins te staede kunnen komen. Compareerde meede voor mij notaris en de naergenoemde getuygen MARIJE VAN GELDER, huysvrouwe van den eersten comparant in dezen, zijnde ten deezen met haar voorn(oemd)e man geadsisteert en tot het teekenen deeses geauthoriseert, dewelke verklaerde met de voors(chreven) somme van penningen bij voorn(oemd)e haere man aen zijn voordogter MARIA MOUTON in cas van
[8]
overlijden als vooren, voor en tot voldieninge van haere onbegroote legaele portie geassigneert te nemen volkomen genoegen. Belovende dezelve somme van vijftigh guldens aen genoemde mijn stiefdochter binnen de tijd van 12 weeken na het overlijden van meergemelde haer man te zullen voldoen in contante gelden.Voor de voldoeninge en tot naerkomen van het geene voor(chreven) staat verklaerden de comparanten te verbinden hunne perzoonen ende goederen stellende dezelve subject aen alle 's Heeren regten ende regteren en specialijk den Ed. Hove van Holland. Aldus gedaen en gepasseert te Nieuwe
[9]
veen, ter presentie van Pieter van den Berg en Dirk van Vliet als getuigen.

w.g Z.Moutton, Jan van de Geer, Maria Mouton, Maria van Gelder, P.v.d. Berg, D.v.Vliet en
C.Bosch, not. publ.

Bijlage XXX Acte van voogdij Maria Mouton wed. Jan van de Geer

(18010715/5-na *)

op woensdag 15 juli 1801 Nieuwveen
acte van voogdij
Oud Notarieel Archief - Nieuwveen 6257

[1]
Op heeden den vijftiende Julij anno 1801 compareerden voor mij Cornelis Clant junior Notaris te Nieuweveen, bij den Hove van Holland geadmitteerd ter presentie van de na te noemen getuijgen
[2]
MARIA MOUTON weduwe JAN VAN DER GEER woonende binnen deesen dorpe
[3]
dewelke verklaarde zoo uit haar eigen hoofde als uit krachte van de macht van surrogatie aan haar gedafereerd bij het testament met haar voornoemde overleden man JAN VAN DER GEER, op den 19 september 1773 voor den notaris Cornelis Bosch en getuijgen alhier gepasseerd, na haar overlijden tot voogden over hare minderjaarige, uitlandige off andere toezichte behoevende kinderen en erfgenaamen en tot administrateurs van dezelve goederen te committeeren en aan te stellen, haar zoon PIETER VAN DER GEER, woonende alhier en broeder ISAAC MOUTON, Mr. chirurgijn te Benthuijzen, alsmeede WILLEM COUPRIE, Mr. timmerman alhier; geevende en opdraagende zij comparante aan de gemelde voogden en administrateurs, zoodanige ampele macht en gezag, als van voogden en administrateurs kan off mag worden
[4]
gegeeven en specialijks ook omme de vaste en andere goederen van haare na te laten boedel en van de minderjarigen 't zij publiecq of uitter hand te mogen verkoopen deselven aan de koopers te transporteren, kooppenningen te ontvangen en daar voor te quiteren, onder verband van namaaning als naar rechten en behooren, zonder tot al het zelve eenig decreet, consent of authoristaie van Hoven, Magistraten of Gerechten te verzoeken, of van nooden te hebben. Verklaarde zij comparante aan de voorgemelde voogden en administrateurs ook de macht om nevens hun of in hunne plaatsen een of meer voogden te assumeeren off surrogeeren met gelijke macht als vooren, te geduuren tot den einde van de opgemelde commissie toe. Alles met uitsluijting van alle
[5]
Weesmeesteren en Weeskameren daar haar comparantes sterfhuis zal koomen te vallen, goederen geleegen off minderjarigen woonachtig zouden moogen zijn, en specialijk die van Nieuweveen.
Aldus gepasseerd ter presentie van Jan Gouka en Jacob Georg Alexander Clant als getuijgen.

w.g.
Maria Mouton
Jan Gouka
J.G.A. Clant
Cornelis Clant, notaris

Bijlage XXXI Verkoopacte Maria Mouton t.b.v. de Nieuwk.Droogm.

(18020707/3-ra *)

op woensdag 7 juli 1802 Nieuwveen
verkoopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 20

[1]
Opdracht MARIA MOUTON, weduwe van JAN VAN DE GEER ten behoeve van de Nieuwk. Droogmakerij.

Ik Cornelis Clant Junior schout van den Ambachte van Nieuweveen via conde dat voor mij ende voor Adolf Greve en Arie Blom, scheepenen in den gemelde Ambachte gecompareerd is MARIA MOUTON, weduwe en boedelhoudster van JAN VAN DE GEER, blijkens testamente door haar en haaren overleedenen man op den voor gepasseert ons schout en scheepenen geexhibeert, dewelke verklaarde voor haar, en de haare erven, aangeeigent te hebben, en zulks in vollen eigendomme op te dragen en over te geeven bij deeze, aan het Gemeeneland voor de Commissie tot benificeering van de Nieuwkoopsche Droogmakerij en zulks ten behoeve van dezelve Nieuwkoopsche Droogmakerij
[2]
De navolgende perceelen lands, alle gelegen in de Agterhoeksche Polder onder den Ambachte van Nieuweveen, genoteerd op de Memorie van Tauxatie in dato 6 Augustus 1799 onder de volgende Numerij
No. 18 Een Partij groot 35 Roeden
No. 19 Een dito " 34 "
No. 20 Een dito " 74 "
No. 41 Een dito " 5 "
Verongeldende deze partijen tesamen.

Ende bekende de comparante van de koop en opdragte deezes voldaan te zijn, en dat met een somma van een hondert twee guldens, twaalf stuivers - contant betaald -. Doende over zulks daarvan bij deeze volkoomen afstand ende kwijtscheldinge des beloofde de comparante het voorn(oemde) verkochte ten allen tijde te zullen vrijen en waaren als recht is, onder verband als van rechten
[3]
alles oprecht, des ten oircode heb ik schout voorn(oemd) deeze met het zegel ter zaake het schoutsampt van Nieuweveen verordent en het mijne op de rugge van dien gedrukt bevestigd en benevens voorn(oemde) scheepenen onder de pliecqie en ten prothocolle getekend op den 7 Julij 1802.

w.g. A. Greve
Arie Blom

Bijlage XXXII Koopacte Arie van de Geer

(18050504/2-ra *)

op zaterdag 4 mei 1805 Nieuwveen
Koopacte
Oud Rechterlijk Archief - Nieuwveen 20

[1]
Opdracht van G: van den Kolm ten behoeve van ARIE VAN DE GEER.

Ik Cornelis Clant junior schout van den Ambagte van Nieuweveen oirconde dat voor mij, ende voor Adolph Greeve en Jan van Roijen schepenen in den gemelden Ambagte, gecompareerd is Gerrit van der Kolm woonende te Kamerik, dewelke verklaarde voor hem ende zijne erven uit ter hand verkogt te hebben, ende zulks in vollen eigendomme op te dragen ende over te geeven bij deezen, aen ende ten behoeve van ARIE VAN DE GEER wonende alhier een huis en erve staande en gelegen in de Ooster
[2]
Polder, binnen dezen dorpe, belend ten oosten Arie van Leeuwen, west de Pastorie, zuiden de Hereweg en noorden de Vaarwetering verongeldende het huis ord: f. 3"17"-"en belast met het banwerk op de straat en wegge nevens het parthij voorts vrij, dog agter belast met zodanige op ende overpaden in ende uitvaerten, in acsien van banwerken, servituiten en geregtigheden als van ouds, ende buurgoederen aldaer gelegen, volgens de oude brieven daervan zijnde, de jongste van dien in dato den 26 Julij 1794 waernae den koper zich zal hebben te gedragen, ende bekende hij comparant van de koop en opdragt dezes voldaen te zijn ende dat met een somme van twee hondert guldens contant betaald, doende over zulks daervan bij dezen volkomen afstand ende kwijtscheldinge des beloofde hij comparant het voornoemde verkogte ten allen tijde te zullen vrijen en waeren als recht is onder verband als naar rechten. Alles oprecht des t'oirconde heb ik schout voornoemd deze met het zegel ter zake het schoutampt van Nieuweveen verordent en het mijne op de rugge van dien gedrukt, bevestigd en benevens de voornoemde schepenen onder de plicque ende ten prothocolle getekend op den 4 Meij 1805.

Koopsommen f. 200:-.-
-----------
xl penning f. 5:-.-
x verkogt " ":10:-
-------------
Solvit f. 5:10:-
------------

(w.g.)
Adolg Greve
Jan van Roijen

Bijlage XXXIII Acte v. Ondertrouw Arie vd Geer/Geertje Oudshoorn

(18050511/1-gb *)

op zaterdag 11 mei 1805 Nieuwveen
ondertrouwacte
Gaardersbescheiden - Nieuwveen 2

Compareerden ter Secretarie van Nieuweveen ARIE VAN DE GEER minderjarige jongeman geboren en woonende alhier voorzien met behoorlijk consent van zijn moeder MARIA MOUTTON, en GEERTJE OUDSHOORN meerderjarige jonge dochter geboren te Nieuwkoop en wonende alhier. Zullende zich met de andere in de huwelijke staat begeven. En verklaarden te opsichte van het middel op 't trouw en geemaneerd te opsichte van de bruijdegom te behoren onder de classis van drie guldens en te opsichte van de bruijd te behoren onder de ........ verzoekende mitsdien Acts prodeo.
Nieuwveen den 11 Meij 1805

Bruijdegom f. 3.-
bruijd pro deo

(w.g.)
Arie van de Geer
Dit merck X is van
Geertje Oudshoorn

mij present
Corn. Clant junior
1805

Bijlage XXXIV Testament Kors Oudshoorn

(18100805/6-na *)

op zondag 5 augustus 1810 Woubrugge
testament
Oud Notarieel Archief - Woubrugge folio Woubrugge

[1]
Den testateur heeft verklaard: beneden de eenduizend guldens gegoed te zijn: ook is in deze geene tridecommis venat.
Nog met een zegel van twee stuivers op 't volgende blad: ter voldoening aan de bepaalde verhooging.
No. 119

Testament van een gehuwde man: In dato 5 Augustus 1810

Heden den vijfden Augustus of Oogstmaand 1810 compareerden voor mijn Cornelis Kempenaar keijzerlijk notaris
[2]
te Woubrugge binnen Esselijkerwoude geadmitteerd om aldaar resideerende en voor de natenoemen getuigen: KORS OUDSHOORN, broodbakker en bouwman alhier te Woubrugge:
[3]
zijnde bekwaam en genegen om over zijne natelatene goederen te beschikken, ten dien einde vooraf onder presentatie van eede verklarende ten aanzien van het zegel in geene hoogere klassen te behooren: dan hij zich ten deze heeft aangegeven, en voords herroepende alle voorgaande testamenten of andere actens van uiterste wille.
En nu ter dispositie koomende, zoo verklaarde hij comparant tot zijn eenige en algeheele erfgenaamente noemen en te stellen zijn drie voorkinderen BARBARA; ARIJ en JACOB OUDSHOORN, door hem in eerder huwelijk verwekt bij wijlen zijne overledene huisvrouw NEELTJE VAN DER BIJL en bij vooroverlijden hunne wettige afkomelingen bij plaatsvulling; hem zijn testateurs jegenwoordige huisvrouw GERRITJE BUTTERMAN; alsmede de kinderen welke hij testateur bij dezelve zijn huisvrouwe verwekt zal komen natelaaten en mitsdien de voornoemde zijne voorkinderen, huisvrouw en nakinderen ieder voor een gelijk aandeel, en dat in alle de goederen, aanspraken en gerechtigheden, welke hij testateur metter doodzal ontruimen en nalaten; doch zijnde zij compa
[4]
rants uitdrukkelijke begeerte eerst dat de voornoemde zijne jegenwoordige huisvrouw het recht en de vrijheid zal hebben om na zijn overlijden aantestaan en overteneemen het huis en erve thans door hun bewoont en gebruikt wordende, en 't zelve bij de scheiding des boedels te laaten aanbedeelen tot zodanige somme van penningen als waar op 't zelve huis en erve door twee deskundige lieden te benoemen en aan te stellen, één door dezelve zijn testateurs huisvrouwe en de andere door de hem aan te stellen voogden over de voornoemde zijne voorkinderen, of kind, en door de reeds meerderjarige zijnde voorkinderen te zamen te verkiezen zal werden getaxneerd; en voords dat aan dezelve zijn testateurs gemelde huisvrouw zal werden gelaten en overgegeven het beste bed en toebehooren, zoo als 't zelve bij 't huwelijk van hem testateur met de voornoemde zijne huisvrouw, door haar benevens andere goederen is ingebragt; en zulks in overweging van de moeite en zorge welke dezelve zijn huisvrouwe jegens de voornoemde zijne voorkindere heeft gehad en betoond; mits dat de voorsz(eijde) taxxatie van 't huis en erve; en de afgifte
[5]
van het gemelde bed en toebehoren door den Gerechte van dezen Ambachte zal zijn bekrachtigd; in welk geval hij testateur verklaarde het voorsz(eijde) recht en vrijheid tot het aanstaan en overnemen van gemelde huis en erve, als mede zijn comparants recht en aandeel op het bovengemelde bed en toebehooren: nu voor als dan te prolegateeren of vooruit te maken aan dezelve zijne huisvrouw;
Stellende wijders den testateur tot voogdesse over de kinderen die hij uit zijne jegenswoordig huwelijk mogte verwekken en nalaaten de voornoemde zijn huisvrouwe GERRITJE BUTTERMAN met zodanige magt, als dezelve naar de wet toekomt ofte kan gegeven worden met uitsluiting zoo van Heeren Schout en Weesmannen dezer Ambachte, als van alle andere weeskaameren ter plaatze alwaar zijne comparants sterfhuis zoude mogen koomende vallen; behoudende hij comparant aan zich de magt en vrijheid om bij Acte Notarieel of onder de hand op het vereischte zegel geschreeven en met zijne ondertekening bekragtigt, zoo ten aanzien de voogdij over zijn bovengedachte
[6]
voorkind of kinderen: als mede andere voorzieningen te doen, als hij zal te rade worden, begeerende hij comparant dat al het zelve zal worden gehouden van die kragt en waarde als of het in deze woordelijk was begreepen; al het geene voorschreven staat, den comparant duidelijk voorgelezen zijnde, verklaarde hij 't zelve wel te hebben verstaan, volkoomen zijnen wil te bevatten, mitsdien begeerende dat dit zijn testament als zodanig zal bestaan, agtervolgd en nagekoomen worden;
Aldus gepasseerd te Woubrugge binnen Esselijkerwouden ter presentie van Pieter Kroon en Abraham Slingerland als getuigen.

w.g.
Kors Oushooren
Pieter Kroon
Abraham Slingerland
Cornelis Kempenaar, nots.

Bijlage XXXV Verkoopacte Maria Mouton t.b.v. Arie van de Geer

(18130531/2-na *)

op maandag 31 mei 1813 Woubrugge
verkoopacte
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8838

[1]
Op den een en dertigste Maij achttienhondert en dertien kompareerde voor mij Cornelis Kempenaar keizerlijk notaris in het twaalfde kanton arrondissement, Leijden Departement des monden van de Maas residerende te Woubrugge en voor den na te noemen getuijgen; MARIA MOUTON, weduwe JAN VAN DER GEER; eigenaresse woonende te Woubrugge in het huis geqouteerd met Nummers 28 en dus in voorschreven Kanton Arrondissement en Departement woonachtig, als verkoopster ter eenre; En
ARIJ VAN DER GEER winkelier en woonende te Nieuweveen Numero 84 in het kanton Mijdrecht: Departement van de Zuiderzee als kooper ter andere zijde;
En verklaart de comparante ter eenre te hebben verkogt en bij dezen acte in vollen vrijen eigendom onder guarantie van alle evictien en hypotheeken en dus onder vrijwaaring volgens de wet aan en ten behoeven van den comparant ter andere zijde op te dragen; en welke ook verklaard te hebben gekogt aan te slaan en te aanvaarden;
een huis, schuur en erven zijnde gemelde huis genoteerd met nummer 84, benevens de bepoting en beplanting daarbij en aangehoorende: staande en gelegen in de gemeenten van Nieuwveen voorschreven: belend ten oosten Adolf Greve, ten zuijden de Ringsloot, ten westen Willem Portier, ten Noorden de weg:
Voorts is gemelde huis en erven verkogt en gekogt in dien staat waarin zig het zelve bevind en met zodanige stre
[2}
kinge en belendingen als het zelve huis en grond is hebbende en zoo als het zelve van andere eigendomme separeerd: Wijders met zodanige servituten voor en nadeelige gerechtigheden en belastinge als het zelve huis subject is en begreepen staan in vroegere overdragten of andere bescheiden bewijzen: alles ten baten en schaden van den kooper en komparant ter andere zijden:
En behalven de voorschreven bepalingen en conditien zoo als hier vooren omschreeven staat is het in deze gemelde huis en erven en hetgeen daaraan is gehoorende verkogt en gekogt voor een somme van Triehondert gulden of vierhonder en twintig francs: welke zij comparante ten eenre verklaart te hebben ontvangen en daarvan ten vollen voldaan en betaald te zijn;
En waarvan deze acte aan de comparanten is voorgelezen en goed gekeurd;
Aldus gedaen en gepasseerd te Woubrugge ten komptoire van notaris ten bij weezen van Jan de Wilden daglooner en Hendrik Vis particulier inwoonder respectievelijk woonachtig binnen dezen gemeenten van Woubrugge Nummers 53 en 54 als getuigen hiertoe verzogt, die deze benevens de comparanten en mij notaris hebben ondertekend.

w.g.
Maria Moutton wed. J.van de Geer
Arie van de Geer
Jan de Wilde
Hendr. Vis
Cornelis Kempenaar, keizerlijk notaris


Bijlage XXXVI Geboorteacte van Jan van de Geer

(18130902/1-bs *)

op donderdag 2 september 1813 Aarlanderveen
geboorteacte
Burgerlijke Stand - Aarlanderveen

L'an mil huit cent treize le second du mois de Septembre par devant nous Maire Officier de l'état civil de la Commune d'Aarlanderveen, Departement des Bouches de la Meuse, Canton de Woubrugge compara ZACHARIAS VAN DER GEER agé de trent huit ans, profession de laboureur, domicilié a Aarlanderveen, lequel nous a présenté un enfant du spécimen masculin né le premier du mois de Septembre a quatre heure et dans du matin, de lui declarant et de BARBARA OUDSHOORN son epouse, et a lequel il a declaré vouloir donner le prenom de JAN. Les dites declaration ét présentation faites a présence de Willem van Poelik agé soicant un ans profession d'aubergiste domicilié a Aarlanderveen et de Albert Eijkelenboom agé de vingt deux ans profession de journailler domicilié a Aarlanderveen, et ont les comparant et temoins signé avec nous le present acte, le second temoin a déclaré de ne savoir ecrire apres que la lecture leur en a été faite.

w.g. le maire
Wm van Poelik
Zacharias van de Geer
(N.B. Er zitten een aantal taalfouten in de oorspronkelijke tekst, die letterlijk zijn overgenomen)

VERTALING:

Het jaar duizend acht honderd dertien de tweede van de maand september compareerde voor ons Burgemeester Officier van de burgerlijke stand van de Gemeente Aarlanderveen, departement van de Maasmonding, Canton Woubrugge ZACHARIAS VAN DER GEER oud 38 jaar, van beroep landbouwer, wonend te Aarlanderveen, die voor ons aangifte heeft gedaan van een kind van het mannelijk geslacht, geboren de eerste van de maand september om vier uur in de morgen, zoals hij verklaarde en BARBARA OUDSHOORN zijn echtgenote, waaraan hij - zo verklaart hij - de voornaam JAN wil geven. Deze verklaring en aankondiging is gedaan in aanwezigheid van Willem van Poelik, oud een en zestig jaar van beroep herbergier, wonend te Aarlanderveen en van Albert Eijkelenboom, oud twee en twintig jaar van beroep dagloner, wonend te Aarlanderveen. En zij hebben - de comparant en getuigen - getekend met ons de huidige acte, de tweede getuige heeft verklaard dat hij niet kan schrijven, zodat de lezing aan hun is gedaan.

Bijlage XXXVII Testament Trijntje van de Geer

(18150521/2-na *)

op zondag 21 mei 1815 Woubrugge
testament
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8839

1[1]
Repertoire no. 31

Op den een en twintigsten Meij achttienhondert en vijftien compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris resideerende te Woubrugge; kantoor van dien naam district Leijden, provincie Zuidholland en voor de na te noemen getuigen;
TRIJNTJE VAN DER GEER huisvrouw van JAN DE PIJPER schipper en winkelier, woonende te Woubrugge in het huis genoteerd met no. 28 in het kanton, district en provincie voorschreven;
Dewelcke aan ons notaris in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen haar testament heeft opgegeven en hetgeen ik notaris geschreven hebbe als volgd;
Ik herroepe en vernietige alle voorige testamenten en uiterste wils. dispositien door mij hetzij alleen of met iemand anders gemaakt en gepasseerd zonder eenige reserve of uitzondering;
Ik legateere indien ik dogter of dogters uit dit huwelijk met mijne tegenwoordige man JAN DE PJPER verwekt hebbende mogte nalaten, zodanige dogter of dogters alle mijne kleeren, goud en zilver dat tot mijn lijfsgebruik of sieraad behoord heeft niets daarvan uitgezondert;
Ik stelle voorts tot mijne erfgenaam mijn man JAN DE PIJPER willende en begeerende ik dat hij bij mijn overleiden over het eigendom genot van alles wat mij op dat tijdstip mogt toebehoren de vrije beschikking hebben zoo in eigendom genot als
[2]
vruchtgebruik en dat alles in zoo verre als de dispositie volgens de wet aan mij is gelaten ten zijnen voor doelen te kunnen en te mogen disponeeren.
En in gevalle ik zonder kinderen na te laten mogt overleiden en mijne moeder (= MARIA MOUTON) dan nog in leven zijnde, zoo institueeren ik gemelde mijne moeder in het vruchtgebruik; van dat deel welk in zodanige geval, volgens de wet mijne moeder zoude toekoomen en ontsla gemelde mijne man van de verplichting om cautie te stellen;
En heeft de testatrice na dit haar testament door mij notaris aan haar in tegenwoordigheid der getuigen was voorgelezen verklaard dat het zelve haar wil inhield en alzo na haar overlijden mogte werden agtervolgd en nagekoomen;
Gepasseerd te Woubrugge voornoemd ten huise of ter woonstede van de testatrice ten bijweezen van Cornelis van Gent meester schoenmaker, Hendrik van Vliet timmermansknegt, Maarten van Wierin en en Kors Oudshoorn beide broodbakkers, alle woonende binnen deze gemeenten: respectievelijk no. 16, 17, 29 en no 110 als getuigen ten deezen verzogt, die deze benevens den testatrice en mij notaris na gedaane voorlezing hebben ondertekend.

(w.g.)
Trijntje van de Geer
Cornelis van Gent
Henderik van Vliet
Maarten van Wieringen
Kors Oudshoorn
Cornelis Kempenaar

Geregistreerd te Woubrugge den zes en twintigsten october 1800 acht en veertig deels zeven en twintig folio acht en tachtig verw vak vijf. Ontvangen voor regt twee gulden veertig cents met de 38% voldaan drie gulden een en dertig en halve cents een blad ....
De Ontvanger

Bijlage XXXVIII Testament Jan de Pijper

(18150521/2-na *)

op zondag 21 mei 1815 Woubrugge
testament
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8839

[1]
Repertoire no. 30.

Op den eenentwintigste Meij agthienhondert en vijftien compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris resideerende te Woubrugge; kantoor van dien naam district Leijden, provincie Zuidholland en voor de na te noemen getuigen;
JAN DE PIJPER: schipper en winkelier: woonende te Woubrugge voornoemd in het huis gequoteerd met no. 28 (N.B.: in dit woonde ook Maria Mouton, zie Not. Arch. Corn. Kempenaar te Woubrugge, rep.nr. 36 dd. 31.5.1813): in het kanton district en provincie voorschreven;
Dewelcke aan ons notaris in tegenwoordigheid der natenvernoemen getuigen zijn testament heeft opgegeven en hetgeen ik notaris geschreven hebben als volgd;
Ik herroepe en vernietige alle voorges testamenten en interstames dispositien voor dato dezes, door mij hetzij alleen of met iemand anders gemaakt en gepasseerd zonder eenige reserve of uitzondering;
Ik legeteere indien ik zoon of zoons uit dit huwelijk met mijne tegenwoordige huisvrouw TRIJNTJE VAN DER GEER verwekt hebbenden mogt nalaten; zodanige zoon of zoons alle mijne kleeren, goud en zilver dat tot mij lijfgebruik of sieraad behoord heeft niets daarvan uitgeszondert;
Ik stelle voorts tot mijne erfgenaamen mijne huisvrouw TRIJNTJE VAN DER GEER; willende en begeerende ik dat zij bij mijn overleiden over het eigendom en genot van alles wat mijn op dat tijdstip mogt toebehooren de vrije beschikking hebben: zoo in eigendom genot als vruchtgebruik en dat alles in zoo verre als de dispositie volgens de wet aan mij is vrijgelaten ten haare voordelen te kunnen en te mogen disponeeren;
En sterft den testateur nadat dit zijn testament voor mij
[2]
notaris aan hem in tegenwoordigheid der getuigen was voorgelezen verklaard dat hetzelve zijnen wil inhield, in alzo na zijn overleiden mogt werden agtervolgd en nagekoomen;
Gepasseerd te Woubrugge voornoemd ten huisen of ter woonstede van den testateur, ten bijweezens van Cornelis van Gent schoonmaker, Hendrik van Vliet timmermansknegt, Maarten van Wieringen en Kors Oudshoorn beide broodbakkers: alle woonende binnen deze gemeenten: respectievelijk no. 16:27:29 en no. 110 als getuigen ten dezen verzogt, die deze benevens den testateur en mij notaris na gedaane voorlezing hebben ondertekenden.

(w.g.)
Jan de Pijper
Cornelis van Gent
Henderik van Vliet
Maarten van Wieringen
Kors Oudshooren
Cornelis Kempenaar Notaris

Geregistreerd te Alphen den elfden Maart achtien honderdenachtenvijftig deel 39 folio 84v vak 6 houdende een blad gem renvooijen. Ontvangen voor enkel en dubbel regt. vier gulden tachtig cents f. 4.80
makende met de 38 opcenten ad. f. 1.82 1/2
------------
f. 6.63 1/2
De ontvanger

Bijlage XXXIX Koopacte Jan de Pijper

(18151106/3-na *)

op maandag 6 november 1815 Woubrugge
Koopacte
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8839

[1]
Repertoire nr. 13

Op den zesden november achttien honderd en vijftien compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris resideerende te Woubrugge kanton van dien naam, district Leijden, provincie Zuid Holland en voor de nate noemen getuigen Maarten van Wierigen, werkman, woonende thans in de gemeente Hazerswoude, kanton Alphen, district 's Gravenhage, provincie voorschreven, als verkoper ter eenre:
en
JAN DE PIJPER markt- en veerschipper, benevens winkelier binnen de gemeente Woubrugge no. 28 kanton van dien naam, district Leijden, provincie voormeld, koper ter andere zijde:
En verklaardt den komparant ter eenre te hebben verkogt om bij dezen in vollen vrijen eigendom, onder garantie van alle evictien en hypotheken, en dus onder vrijwaring over te dragen aan en ten behoeve van den komparant ter andere zijde, welke ook verklaardt te hebben gekogt en dezelve koop alzo te accepteren, aan te staan en te aanvaarden van een huis gequoteerd met no. 30 benevens schuur, verder getimmerte en erve, gediend hebbenden tot een broodbakkerij, staande en gelegen in den dorpen Woubrugge aan de Westzijde van de Woudwatering binnen de gemeente Woubrugge, belend ten oosten de Woudwetering, ten zuiden Cornelis Vonk, ten westen Cornelis Kempenaar en ten noorden Abraham Bins.
En zijnde dat voornoemde huis, schuur, verder getimmerte en erve den komparant verkoper aan
[2]
gekomen en hem eigen geworden bij acte van transport voor schout en scheepenen van Esselijkerwoude of Woubrugge gepasseerd in dato den vier en twintigsten van Hooimaand achttienhonderd en tien en zijnde te transportbrief daarvan behoorlijk gezegeld volgens de toen in Holland bestaande wet.
Voordt is gemelde huis, schuur, verder getimmerten en erve verkogt en gekogt in dien staat waarin zich het zelve bevind en met zodanige strekking als het zelve is hebbende; - Wijders met zodanige recht, voor- en nadeelige gerechtigheeden en belastingen als het gezegde huis en hetgeen daaraan behoord subject is en begreepen staan in vroegere overdrachten of andere bescheiden en bewijzen alles ten baten en schaden van den koper.
En behalven de voorschreeven conditien en bepaaling zoo als hier voren omschreven staat, is gemelde huis, schuur verder getimmerte en erve en hetgeen daaraan is gehoorende verkogt en gekogt voor een somme van vierhonderd en vijftig guldens, welke den verkooper en komparant ter eenre heeft ontvangen en daarvan ten vollen voldaan en betaald te zijn, zoo als denzelve voor ons notaris en getuigen heeft verklaard;
En waar van deeze acte aan de komparanten is voorgeleezen en goedgekeurd.
[3]
Gedaan en gepassert ten kantore van mij notaris te Woubrugee voornoemd ten bijweezen van Jacob Gerrit van Hoogdalen veldwachter en Hendrik Vis buiten beroep, beiden wonende in den dorpe Woubrugge in no. 16 en no 54 als getuigen ten dezen verzogt, dien dezen nevens den comparanten en mij notaris hebben ondertekend.

(w.g)
Maarten van Wieringen
Jan de Pijper
J.G. van Hoogdalen
Hendr. Vis
Cornelis Kempenaar
notaris

Geregistreerd te Woubrugge den zevenden november 1815 deel 2 fo 79vo is ontvangen drie en twintig guldens eene stuiver de verhogingen daaronder begrepen.


Bijlage XL Koopacte Jan de Pijper

(18151113/3-na *)

op maandag 13 november 1815 Woubrugge
Koopacte
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8839

[1]
Repertoire no. 15

Op den 13 november achttien hondert en vijftien compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris resideerende te Woubrugge, kanton van dien naam, district Leijden, provincie Zuidholland en voor de na te noemen getuigen;
Marrigje van der Nik buiten beroep weduwe en geinstitueerde erfgenaam van wijlen Cornelis Vonk: woonende te Woubrugge no. 29 kanton, district, provincie voorschreeven ingevolge testamentaire dispositie van dato den tweede augustus zeventien honderd vier en negentig, gepasseerd voor Johannes Kempenaar ter dier tijd notaris te Woubrugge en zekere getuigen en behoorlijk geregeld en op de menuut heden alhier behoorlijk geregestreerd, verkoopster ter eenre;
JAN DE PIJPER markschipper en winkelier binnen de gemeenten Woubrugge no. 28: kanton, district en provincie voormeld koper ter andere zijde;
En verklaarde de comparanten ter eenre te hebben verkogt en bij dezen in vollen eigendom onder guarantie van alle evictien en hypotheeken en dus onder vrijwaring over tedragen aan en ten behoeve van den komparant ter andere zijde; welke ook verklaard te hebben gekogt en dezelve koop alzo te accepteeren, aan te staan en te aanvaarden van
een huis: genoteerd met no. 29: met desselvs erve en grond of tuinen: staande aan de westzijde van de Woudwetering in den dorpe Woubrugge; belend ten oosten voornoemde Woudwatering, ten zuiden IJsbrand Teekens
[2]
en Dirkje in 't Hout thans huisvrouw van Cornelis Schouten; ten westen Dirkje in 't Hout huisvrouw van Cornelis Schouten voornoemd, ten noorden den kooper of komparant JAN DE PIJPER;
En zijnde dit voornoemde huis, erve en tuijn en hetgeen daaraan behoord, gemelde Cornelis Vonk: aangekoomen en hem eigen geworden bij acte van transport voor schout civiel en commissarissen uit het comite van Civiele Justitie in Esselijkerwoude of Woubrugge gepasseerd in dato den dertiende augustus agttien hondert en een; en zijnde de transportbrief daarvan behoorlijk geregeld volgens de toen in Holland bestaande wet;
De lasten en ongelden hoe ook genaamd op het verkogte staande of verschuldigd zal de verkoopster zuiveren tot ultimo december agttien hondert en vijftien;
De ontruiminge van dit verkogte en gekogte huis zal moeten geschieden door de verkoopster en die thans bij haar zijn inwoonende: uiterlijk den tweede februarij agttien honderd en zestien; zonder dat den kooper daarvoor ietures zal mogen of kunnen vorderen;
Voords is gemelde huis, erve of tuijn en grond hier vooren omschreeven verkogt en gekogt in dien staat waarin zich hetzelve bevind met zodanige strekking als hetzelve is hebbende;
Wijders met zodanige recht voor en nadeelige gerechtig
[3]
heden en belastingen als het gezegde huis en hetgeen daaraan behoord subject is en begreepen staan in vroegere overdragten of andere bescheiden, bewijzen, alles ten baten en schaden van den kooper;
En behalve de voorschreeven bepalingen, conditien, zoo als hier vooren beschreeven staat is gemelde huis en erve of tuijn en grond en hetgeen daaraan is gehoorende en hier vooren omschreven verkogt en gekogt voor een somme van ee duisend guldens hollands geld, welke de verkoopster en komparante ter eenre heeft ontvangen en daarvan ten vollen voldaan en betaald te zijn; zoo als dezelve aan ons notaris en getuigen heeft verklaard; en waar van deze acte aan de komparante is voorgelezen en goedgekeurd;
Gedaan en gepasseerd ten huize van de verkoopster te Woubrugge voornoemde no. 29; ten bijweezen van Cornelis van Gent Meester schoenmaker en Abraham Bins Meester kleeremaker: beiden woonende binnen deze gemeenten van Woubrugge voornoemd respectievelijk no. 30 en 31 als getuigen ten dezen verzogt die dezen benevens den kooper en mij notaris hebben ondertekend als verklaarde de verkoopster niet kunnen schrijven.

(w.g.)
J. d: Pijper
Cornelis van Gent
Am Bins
Cornelis Kempenaar
notaris

Geregistreerd te Woubrugge den veertienden november 1815 deel 2 fo. 8 nro 6 ontvangen vijftig guldens agt stuivers de verhogingen daaronder begrepen.

Bijlage XLI Schuldbekentenis Jan de Pijper

(18151121/7-na *)

op dinsdag 21 november 1815 Woubrugge
schuldbekentenis
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8839

[1]
Repertoire no. 81

Op den een en twintigsten November achttien hondert en vijftien compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris reesiderende te Woubrugge, kanton van dien naam, district Leijden, provincie Zuidholland; en voor de na te noemen getuigen:
JAN DE PIJPER markschipper en winkelier woonende in de gemeente Woubrugge no. 28 kanton, district en provincie voorschreeven;
Dewelke bij deze tegenwoordige acte erkent wel en wettiglijk schuldig te zijn aan Mevrouw Petronella Brugmans weduwe den Wel Edelen Hoogeleerde Heer Carolus Boers, on leven Professor aan de Academie te Leijden, en aldaar thans woonachtig op het Rapenburg en vermits haar absentie gemelde schulderkentenis
door mij notaris is geaccepteerd; eene somme van een duisend guldens hollands geld, wegens een geldleening van gelijke somme welke gemelde mevrouw Petronella Louiza Brugmans: weduwe den Wel Edelen Hooggeleerde Heer Carolus Boers reeds te vooren ter leen heeft geschooten aan den komparant JAN DE PIJPER, in goede zilvere munt specien naar den koers van dezen dag, zoo als hij zulks erkend en daarmede tevreden is, welke somme van een duisend guldens den komparant belooft te zullen voldoen en betaalen aan mevrouwe Petronella Louiza Brugmans weduwe den Wel Edelen Hooggeleerde Heer Carolus Boers, ter haarer woonstede of aan den houder of houster van de grosse dezer acte, die zij of haar recht van dezelve ontleent, in gemunt geld, gouden of zilvere klinkende geld aspecien naar den koers van dezen dag en op geene andere wijze
[2]
met uitdrukkelijk beding van die betaling niet te mogen doen in eenige billieten papieren geld of andere publieke effecten die in omloop gebragt zouden mogen werden, uit krachte van wetten en acten van openbaar gezag, van welk voorregt gemelde JAN DE PIJPER uitdrukkelijk afstand doet bij dezen;
Deze aflossing en betaling zal kunne mogen en ook moeten geschieden in vijf achtereen volgende jaarlijksche termijnen als op den vijftiende November agttienhondert zestien: twee hondert guldens; op den vijftienden November agttienhondert zeventien twee hondert guldens; op den vijftiende Novemberagttienhondert en agttien twee hondert guldens; op den vijftiende November agttienhondert en negentien twee hondert guldens; en op den vijtiende November agttienhondert en twintig de laatste termijn van twee hondert guldens; behoudende echter den komparant JAN DE PIJPER aan zig de vrijheid om dezebetaling eerderen in grooter termijnen te voldoen niets in dat geval na voorafgaande waarschouwing of kennisgeving aan de houster of houder van ten minsten drie maanden;
De voornoemde JAN DE PIJPER verbind zich bovendien om aangemelde Mevrouwe Petronella Louiza Brugman weduwe den Wel Edelen Hooggeleerden Heer Carolus Boers of aan den houder of houster van de grosse dezer te betaalen de intressen van de voorschreeve somme van een duisend guldens, jaarlijks te voldoen, te rekenen
[3
van den vijftienden november agttienhondert vijftien af tegen vijf percento ten hondert in het jaar; mits voor of op de verschijndag betalendes, dan over de gemelde verschijndag voldoende tegens zes percento ten hondert in het jaar, alles zonder eenige korting van reeds bestaande en toekomstige belastingen, onder welke benaming dezelve zouden mogen geheven worden, welke intressen zullen ter minderen naar mate van gedeeltelijke aflossing der hoofdzom, en even als de gemelde hoofdzom zullen betaald worden in goede gangbaares goud ofzilveren geldspecien nar de koers van dezen dag en op geenen anderen wijzes; zoo als reeds gezegd is geworden.

Noch is uitdrukkelijk overeengekomen dat bij ontbreeken van betaling het zij van de hoofdzom of intressen in de termijn men voor of op de precise dag; en op de wijze hier vooren bedongen, de voorschreeve geheele hoofdzom of hetgeen daarop nog per resto verschuldigt zijn zal, benevens de intressen als dan vervallen zijnde van voornoemde JAN DE PIJPER door veelgemelde Mevrouwe Petronella Louiza Brugmans, weduwe den Wel Edelen Hooggeleerde Heer Carolus Boers of door de wettige houder of houster; de facto zullen mogen werden opgeëischt en dus ook uit hoofde van vertraagde betaalingen en zulks zonder dat eenig rechtgeding buiten een eenvoudige bevelschrift tot betaling om van de gemelde vertraging te doen blijken nodig zijn zal; moetende dit beding stipt werden nagekomen; als zonder het welk
[4]
de hier boven bepaalde termijnen van betaling geen plaats gehad zouden hebben;Tot zekerheid en tot waarborg voor de betaling van gemelde somme van eenduisend guldens en van de intressen daaraf koom ende,op zodanige wijze als hier vooren is overeen gekomen, heeft den voornoemde JAN DE PIJPER bij deze verbonden en inhet bizonder gehipothikeerd;
Voor eerst een huis gequoteerd met no. 29: met deszelvs erf en grond of tuijn, staande aan de Westzijde van de Woudwatering in den dorpe Woubrugge; belend ten oosten voornoemde Woudwatering, tenzuiden Ijsbrand Teekens en Dirkje in het Hout thans huisvrouw van Cornelis Schouten, ten westen gemelde Dirkje in 't Hout huisvrouw van Cornelis Schouten, ten noorden den komparant JAN DE PIJPER met het volgende huis, schuur en erven;
Ten tweeden en laatstelijk een dito huis gequoteerd met no. 30, benevens schuur verder getimmerte en erven staande en gelegen als vooren in den dorpe Woubrugge naast het hier vooren gemelde huis no. 29; belend ten oosten mede de Woudwatering, ten zuiden den komparant JAN DE PIJPER met het hier vooren beschreeven huis en erven, ten westen Cornelis Kempenaar en ten noorden Abraham Bins, en welke vooren staande huisinge verder getimmertens erven en tuijn den komparantverklaarde te zijn vrij en ontheven van alle soort van hipotheek, hetzij gerechtelijk of conventioneel, en dat op straffens als bij de wet wegens
[5]
bedrog of stellionaat is bepaald, waaraan den komparant zig onderwerpt en waaromtrent aan hem komparant door mij notaris de nodige explicatie en onderrigting is gegeven en door den zelve zoo als hij verklaarde wel begreepen te zijn;
In gevalle de hierboven gehipothikeerde huisen verder getimmerte tuijnen en erven of een van gezegde huisen en hetgeen daaraan behoord verkogt mogt worden voor en aleer de voldoening der voorschreeve somme van een duijsend guldens zal zijn geschied is men overeen gekoomen dat door de enkele daad van voorschreeve verkoop, welke de oorzaak of beweegredenen daarvan zijn mogt, de even en meergemelde somme van een duisend guldens, met de daarop als dan verschuldigde intressen zal kunnen opgeëischt en moeten voldaan worden zoodra de verkoop zal zijn geschied;
Noch zijn mede ten dezen gecompareerd Cornelis Schouten meester ijzersmit en eigenaar en Pieter Kroon bouwman en eigenaar beiden woonende in de gemeenten van Woubrugge respectievelijk no. 26 en 153,: kantoor, district en provincie voorschreeven;
Dewelke na zich nopens de zaak en verbintenis onderrighte hebben en nadat hun de tegenwoordige acte door mij ondergetekenden notaris was voorgelezen, verklaard hebben zig ten behoeven van gemelde Mevrouwe Petronella Louiza Brugmans weduwe den Wel Edelen Hooggeleerde Heer Carolus Boers, wonende te Leijden, vrijwillig te stellen tot borge van voornoemde JAN DE PIJPER woonende te Woubrugge en ten
[6]
dien einde hun verbindende onder afstand van de voorregten van uitruiming en schuldsplitzing en dus solidair tot borgen en principalen schuldenaaren voor de voldoening van de voorschreeve hoofdsom van een duisend guldens de daarop verscheenen intressen zijnde het beloop der bovenstaande hipotheek zig daartoe verbinde als voor hunne eigene zaak en perzooniele schuld, op de wijze bij de gemelde hijpotheek bepaald, concenteerende zijlieden bij deze dat den houster of houder dezer grosse ten allen tijden wanneer zij zulks verkiezen zal tothaare meerdere securiteit en hijpothicaire inschrijving zal kunnen en mogen doen geschieden op zodanige vasthe goederen als zij comparanten dan in eigendom mogten bezitten, alles op de wijze bij de wet bepaald, welke goederen daartoe door henlieden bij dezen verbonden en verhijpothikeerd worden; neemen de comparanten bij deze voor hunne rekening de kosten daarop te vallen;
Op deze wijze is alles overeen gekoomen en bepaald tusschen parthijen, die om deze tegenwoordige acte ter enecutie te kunnen leggen, domicilium verkiezen op hunne bovengemelde en hier vooren uitgedrukte woonplootsen, op welke plaatsen alle actens en exploecten ter executie zullen worden gelegd, niet tegenstaande parthijen intusschen van woonplaatsen mogten verandert zijn, belovende ons den gemelden inhoud dezer acte getrouwelijk na te koomen, verbindende ten dien opzichten alle hunne tegenwoordige en toekomstige goederen afstand doende vanalles wat met deze tegenwoordige strijdig zoude mogen zijn,
[7]
met belofte van zich nimmer daarmede te zullen behelpen; zullende de executoriaale grosse dezes worden uitgelevert aan voornoemde Mevrouwe Petronella Louiza Brugmans, weduwe den Wel Edelen Hooggeleerde Heer Carolus Boers, woonende te Leijden voorschreeve, ten kosten van den komparant JAN DE PIJPER door wien insgelijks alle verdere kosten en registratie regten wegens deze acte verschuldigd betaald zullen worden.
Waarvan deze acte aan de comparanten is voorgelezen en goedgekeurd;
Aldus gedaan en gepasseerd ten kantore van mijn notaris ten bij weezen van Klaas Admiraal daglloner en Hendrik Vis buiten beroep, beiden woonende binnen deze gemeenten Woubrugge respectievelijk no. 52 en 54 als getuigen ten dezen verzogt die dezen benevens den komparant, borgen en mij notaris hebbenondertekend;

(w.g.)
Jan De Pijper
Cornelis Schouten
Pieter Kroon
Klaas Admiraal
Hendrik Vis
Cornelis Kempenaar
notaris

Geregistreerd te Woubrugge den twee en twintigsten November 1815 deel 2 fo. 9vlg g 5 ontvangen agttien guldens, agttien stuivers de verhogingen daaronder begrepen.

(w.g.)
JE Heenk

Bijlage XLII Acte van cautie Jan de Pijper

(18160815/3-na *)

op donderdag 15 augustus 1816 Woubrugge
acte van cautie
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8840

[1]

Gezien voor zegel van vijftien stuivers te Woubrugge den vijftienden Augustus 1816 fo.19 nrs no 241.
De ontvanger der registratie

Repertoire nr. 65

Acte van cautie voor 's lands impost enz. enz. wegens geveende turf in den jaare agttienhonderd en zestien.

Op den vijftiende Augustus agttienhonderd en zestien compareerde voor mij Cornalis Kempenaar, openbaar notaris, resideerende te Woubrugge, kanton van dien naam, district Leijden, provincie Zuid-Holland, en voor de na te noemen getuigen Cornelis van Dam, beurtman en eigenaar, en Jan de Pijper marktschipper en eigenaar, wonende beiden binnen de gemeente Woubrugge, kanton, district en provincie voorschreven. Dewelken hebben verklaard ieder solidair ..... presse afstanddoening van de excepten. Ga ...... en van schuldsplitsing vervat in den artikelen 2021 en 2026 van het Burgerlijk Wetboek inhoudende dat eerst den zaakschuldigen zouden moeten worden uitgenoomen, en dat de schuld tusschen borgen dan nog zoude mogen worden gesplitst als zijnde van de kracht dier afstand doeningen door den voornoemde notaris bij het tekenen dezes behoorlijk onderrigt, zich te stellen en te verbinden tot borgen als principale schuldenaaren voor de prompte voldoening, ingevolge en op de wijze bepaald bij de 1e,11e, 12e en 25e articelen der ordonnantien van den tienden january des jaars agttienhonderd en sestien, eener somme van vijfhonderd en vijftig guldens zijnde het gecalculeerde bedrag van 's lands impost, collectief zegel en vijftien procente additioneel ten behoeve van het syndicaat welke verschuldigd zal worden bij Cornelis Schouten, meester ijzersmit
[2]
en veenman, woonende te Woubrugge, veenende in de Plaspolder onder de gemeente van Woubrugge voornoemd, aan het kantoor van 's lands impost op den turf te Alphen wegens ongeveer driehonderd en dertig roeden turf, geveend door voornoemde Cornelis Schouten in deeze jaare agttienhonderd en zestien volgens bij het verzoek billiet om consent daarvan gedane aangiften op grond van de voorschreeve ordonnantie van den tienden january agttienhonderd en zestien, mitsgaders van den publicatie van Zijne Koninklijke Hoogheid van dato drie en twintig december agttienhonderd en dertien waarbij de gemelde ordonnantie geinhareerd is. De komparanten hebben verklaard tot prestatie van deze borgstelling te verbinden alle hunne goederen en bezittingen en dezelve te onderwerpen aan de parate executie vastgesteld bij art. 16 van de generale ordonnantie op de invordering van 's lands middelen, mitsgaders aan de judicature der kompetente rechtbank of college waaronder de gemeenten van Woubrugge ten aanzien van den 's lands middelen sorteert.
De komparanten hebben verkiezing van domicilium gedaan in het huis der gemeenten te Woubrugge voormeld. Van dit alles is de acte aan de comparanten voorgelezen en goedgekeurd. Gedaan en gepasserd te Woubrugge ten kan
[3]
tore van mij notaris in presentie van Dirk Bins, buiten beroep, en Hendrik Vis, particulier, beide woonende te Woubrugge als getuigen hiertoe verzocht en geroepen, die nevens de komparanten en de voornoemde notaris den minuten dezes dewelke in het bezit en in de bewaring van de laatstgemelde verbleven, behoorlijk ondertekend hebben.

w.g Cornelis van Dam, Jan de Pijper, D.Bins, Hendr. Vos,
Cornelis Kempenaar notaris

Gratis geregistreerd te Woubrugge den vijftienden Augustus
1816 D.2.fol.52 R.C.M. met een renvoy

Bijlage XLIII Geboorteacte Neeltje van de Geer

(18190802/1-bs *)

op maandag 2 augustus 1819 Woubrugge
geboorteacte
Burgerlijke Stand - Woubrugge

In het jaar een duizend acht honderd en negentien den tweede der maand Augustus namiddags ten zes uren, is voor schout gecommitteerd tot het werk van den Burgerlijke Stand van Woubrugge verschenen SACHARIAS VERGEER oud drie en veertig jaren bouwman wonende alde Woubrugge welke ons heeft verklaard, dat BATJE OUDSHOORN zijne huisvrouw op den dertigsten Julij 1819 des namiddags ten zesde uren bevallen is van een kind van het vrouwelijke geslacht, aan hetwelk kind bij deze geeft de voornaam van NEELTJE.
De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van KORS OUDSHOORN oud vijf en zestig jaren Mr. broodbakker en van Jan van Rooijen oud een en vijftig jaren .......... wonende beide alhier. En hebben de declarant en de getuigen deze acte, na dat hun dezelve was voorgelezen, met ons onderteekend.

(w.g.)

Zacharias van de Geer
Kors Oudshoorn
Corn. Kempenaar
schout

Bijlage XLIV Veiling/verkoop Slachthuis door Pieter van de Geer

(18211008/5-na *)

op maandag 8 oktober 1821 Rijnsaterwoude
veilingacte
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8844/rep.nr.108

[1]
Repertoire Nr. 108

Bestuur der registratie en domeinen
Provincie Zuid Holland
Kantoor te Woubrugge:

Extract uit het register van voorlopige aangevingen van verkopingen van roerende goederen, alwaer in D: 2: onder No. 489 geregistreerd is het volgende:

Den achste october agttien honderd één en twintig compareerde de Heer Kempenaar notaris te Woubrugge die verklaard heeft, dat hij den negende dezer maand te Rijnzaterwoude, ten verzoeke van PIETER VAN DE GEER, zal overgaan tot het verkopen van een Slachthuis voor afbraak aan gemelde VAN DE GEER toebehorende, waarvan hij acten heeft verzocht en deeze heeft getekend:
Voor extract conform
De ontvanger te Woubrugge
/is getekend/ J.E. Heenk;

Op heden den negende october achttienhonderd een en twintig compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris residerende te Woubrugge, kanton vandien, naam district Leijden, provincie Zuidholland en voor de na te noemen en ondergetekende getuigen:
PIETER VAN DE GEER meester schoenmaker wonende te Rijnzaterwoude, kanton, district en provincie voorschreeve, welke ons notaris voornoemd verzogt over te gaan in tegenwoordigheid
[2]
van getuigen tot de openbare opveiling en verkoping tot afbraak van een oud slachthuis, schuur en een gedeelte van een loods en dus:
Dewelke verklaarde ingevolge de gedaane bekendmakingen bij billietten ter gewone plaatse geagtigeerd op heden publiek te doen veilen en verkopen voor afbraak: Een Slachthuis, schuur den gedeelten van een afdak, staande in de gemeente Rijnzaterwoude hierna gemeld en zulks op volgende conditien;

[VERVOLGENS worden op de bladzijde 2, 3, 4 en 5 twaalf veiling-artikelen genoemd]

[5]
[De tekst gaat halverwege bladzijde 5 als volgt verder met]:

VERDERE BESCHRIJVING EN PARTICULIERE CONDITIEN

De afbraak van een Slagthuis, schuur en gedeelte van het afdak, staande in den dorpe Rijzaterwoude naast en agter het huis dat thans door de schoenmaker PIETER VAN DE GEER bewoond werdende zoo als hierna zal worden omschreeven en aangewezen worden:
A: De gezegde afbreking van het slagthuis, schuur en gedeelte afdak zal door op van wegens de koper moeten geschieden die de kosten daar van moet dragen als ook die van het transport met de gevolgen en aankleeven van dien van alle de afbraak daartoe behorende;
B: alle de te veilen gebouwen zullen niet verder mogen werden afgebroken dan geneffens of gelijksgrond den steenen vloeren in de schuur en het afdak moet blijven leggen als blijvende voor den verkoper dog de steene vloer in het zogenaamde slagthuis gelegen zal
[6]de koper mogen laten uitbreken en ververen als ook de bolring met zijn toebehoren dat den koper zal behoren;
C: De voorgevel of muur mag niet beneden de drempels van de vengsterramen mogen afgebroken worden, maar moet blijven staan, doch de vengster kozijnen en het deurkozijn mogen worden weggenomen en hetgeen den koper van de afbraak behoord; dan zal daartegen de openingen die door de afbraak en het wegnemen van de kozijnen weden veroorzaakt alsook hetgeen daardoor schade mogt hebben geleden voor rekening en door op van wegens den koper werden digt gemaakt en hersteld, naar billikheid, doch kunnende den koper tot gezegde digtmakingen en reparatie mogen gebruiken de steene, hout als anderzints daartoe benodigd van den afbraak;
D: ende voorgemelde afbraak zal met behoren de polters kas, welke in een van deze gebouwen staat als houdende door verkoper dezelve aan hem;
E: Den koper of kopers zullen de voorschreeve gebouwen moeten hebben afgebroken, het voorschreeve beschadigde hersteld en de afbraak hebben verrigt voor of uiterlijk den tweede Februarij agttienhonderd tweeentwintig;

Nadat vorenstaande procesverbaal op conditien en voorwaarden aan de aanwezig zijnde gegadigden was voorgelezen, is men tot de opveiling en verkoping overgegaan op de volgende wijze als hierna volgd:

Men heeft op den afbraak van het zogenaamde Slagthuis, schuur, afdak, zoo als het in de particulieren konditie staat omschreven opgestoken tot dekgeld voor den hoogsten bieder
[7]
opgestoken eene gulden, welke is getrokken bij den verkoper PIETER VAN DE GEER, wonende te Rijnzaterwoude proforma op 't bod van vijf en zestig guldens;
zegge f. 65.=
Nader afgeslagen tot op zestien guldens boven het geboden bod is; het zelve opgehouden door den verkoper en alzo niet verkogt, maar opgehouden;

Aldus geveild en opgehouden binnen de gemeenten Rijnzterwoude ten dage, maand en jaar als boven en is deze acte door den verkoper en de getuigen Jan van der Boon meester broodbakker en Gerrit Nederstigt bode en veldwachter beide wonende binnen de gemeente Rijnzaterwoude als daartoe verzogt en door ons notaris na gedaane voorlezing ondertekend deze minute, welke in het bezit en bewaring van den laatstgenoemde is gebleven;

(w.g.)
Pieter van de Geer
Jan van der Boon
Gerrit Nederstigt
Cornelis Kempenaar
Notaris

Geregistreerd te Woubrugge den twaalfden October 1821 D 4 fo. 4 RoC 6 ontvangennegen en vijftig cents de verhoogingen daaronder begrepen. uren roles. zonder renvoijen

(w.g.)
J.E. Heenk


Bijlage XLV Veiling/verkoop huisraad door Pieter van de Geer

(18211008/4-na *)

op maandag 8 oktober 1821 Rijnsaterwoude
onbekend
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8844/rep.nr.107

[1]

Repertoire no. 107

Besluit der registratie en domeinen Provincie Zuidholland, kantoor te Woubrugge.
Extract uit het register van voorloopigen aangevingen van verkopingen van navolgende goederen alwaar in deelen onder No. 490 geregistreerd is het volgenden.

De achsten achttienhonderd eenentwintig compareerden de Heer Kempenaar notaris te Woubruge die verklaard heeft dat hij op den morgen den negende dezer maande te Rhijnzaterwoude ten verzoeken van PIETER VAN DE GEER zal overgaan tot het verkopen van meubelen en huisraad, aan gemelde VAN DE GEER toebehoorende, waarvan hij acte heeft verzocht en deezen heeft geteekend;

Voor extract conform
De Ontvanger te Woubrugge
is getkend JE Heenk

In den jaare achttienhonderd eenentwintig den negende october ten tien uuren des morgens ten verzoeke van PIETER VAN DE GEER, meester schoenmaker te Rhijnzaterwouden no. 18 kanton Woubrugge, district Leijden, provincie Zuid Holland; Wij Cornelis Kempenaar openbaar notaris resideerende te Woubruge, kanton, district en provincie voor
[2]
schreeve hebben geprocedeerd in tegenwoordigheid van de na te noemen en ondergetekende getuigen tot de openbare opveiling en verkoping van meubelen, huisraad terwelk als anderzints;
Voor eerst zijn aan de omstanders voorgelzen de navolgende veertienen voorwaarden waarna PIETER VAN DE GEER, meester schoenmaker, woonende te Rhijnzaterwoude alhier voornemens is ten overstaan van ons notaris en getuigen te verkoopen meubelen, huisel. raden....... en hetgeen verder aan den gegadigden zal worden aangepreesenteerd en zulks op den volgende conditien;


[OP BLADZIJDE 2,3,4,5 en 6 worden de 14 artikelen (van de veilingvoorwaarden) beschreven]


VERVOLGENS WORDEN OP BLADZIJDE 7 tot halverwege BLADZIJDE 17 honderd negen en zestig aangeboden artikelen vermeld, waaronder een hondenhoek, een duivenhok, een vinkenkooitje, schilderijen, spiegels, een bed, een bijbel (!), stoelen enz. en koperen schalen. Halverwege blz. 17 gaat het document als volgt verder:


[17]
De geheele koopzom rendeert een somme van
eenhondert vijfentachtig guldens zestig cents f. 185,60

Het bedongen randzoengeld ingevolge de bepalingen
bij de voorwaarden bedraagd een somme van
achttien gulden zestig cents f. 18,60

Bedragende aldus het geheelen montento dezes verkoop
met den randzoengelden daaronder begreepen twee
hondert vier guldens twintig cents f. 204,20

Aldus gedaan gepasseerd, gesteld en opgehouden en verkogt onder de gemeente van Rhijnzaterwoude ten dag en maand enjaren als bov

[18]
en in dezen acte door de verkooper en de getuigen Jan van der Boon meester broodbakker en Gerrit Nederstigt boden en veldwachter beiden woonachtig te Rhijnzaterwoude voornoemd als daartoe verzogt en door ons notaris na gedaane voorlezing ondertekend dezen minute welke in het bezit en bewaring van den laatstgemelde is gebleven;

(w.g.)
Pieter van de Geer
Jan van der Boon
Gerrit Nederstigt
Cornelis Kempenaar
Notaris

Geregistreerd te Woubrugge den twaalfden october 1821 Dl. 4 fo. 45 R.o C 7 ontvangen vijf guldens twintig cents de verhoogingen daaronder begrepen. Negen roles. Zonder renvoijen.

(w.g.)
JE Heenk


Bijlage XLVI Verkoopacte Feijtje Schouwman (wed. Jan Heuneveld)

(18211030/4-na *)

op dinsdag 30 oktober 1821 Rijnsaterwoude (t.h.v. Feijtje Schouwman)
verkoopacte
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8844/rep.nr.115

[1]
Repertoire 115

Op heden den dertigsten october achttienhonderd en twintig compareerden voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris residerende te Woubrugge, kantoor van die naam, district Leijden, provincie Zuidholland en voor de na te noemen en ondergetekende getuigen:
FEIJTJE SCHOUWMAN, weduwe en geinstitueerde erfgenaam van wijlen JAN FREDERIK HIENFELD, ook wel genaamd Jan Heuneveld, eigenaresse, PIETER VAN DE GEER, Meester Schoenmaker, als in huwelijk hebbende CHRISTINA HIENFELD of Heuneveld, met welke hij comparant verklaarde in gemeenschap van goederen te zijn getrouwd, alle wonende binnen de gemeente Rhijnzaterwoude, kantoor, district en provincie voormeld, en zijnde de voornoemde CHRISTINA HIENFELD of Heuneveld het eenige nagelaten kind van wijlen JAN FREDERIK HIENFELD of ook wel genaamd Jan Heuneveld in huwelijk geteeld bij de eerste comparante FEIJTJE SCHOUWMAN, en dus mede en wel te zamen met haare moeder, erfgename voor 't geheel van den boedel van veelgenoemde JAN FREDERIK HIENFELD doch meestal genaamd Jan Heuneveld hunne comparanter man: vader of welbehuwd vader, en dus in die betrekking comparerende als verkoopster en verkoper ter eenre
En
De Heer Hendrik Maas: eigenaar en kastelein wonende aan de Ouderwetering onder Alkemade c.a. koper ter andere zeide;
En verklaarde de komparanten ter eenre bij dezen te hebben verkogt en in volle vrijen eigendom over te dragen en te dedeeren onder guarantie voor alle evictiën en hipotheken aan ten behoeve
[2]
van de Heer Komparant ter andere zijde, welke ook bekend dezelve koop te accepteeren en te aanvaarden;
Voor eerst van een perceel houtland gelegen in de Bloklandsche polder onder ter Aar in het tweeentwintigste weer ten verongelden voor een mergen vierhonderd roeden oude landmaat of een bunder en ca. tweeenveertig roeden Nederlandsche maat; belend ten oosten Matthijs van Eik, ten westen de Aar, ten zuiden Willem Smit en ten noorden de Heer Cornelis van der Lee welk perceel nu wijlen JAN HEUNEVELD is aangekomen bij transport voor schout en schepenen van ter Aar gepasseerd dato den zevende Augustus achttien honderd en vier, en geregeld gemelde acte volgens de wet van dien tijd, moetende dit voorschreeve partij kademaken op de Aar no. 23 het geheele weer;
Ten tweede nog een perceel Teelland gelegen in de Blocklandsche polder voornoemd aan de gemeenten van Ter Aar in het 35e weer te verongelden voor een morgen vijftig roeden Rijnlandsche maat of niijm tweeennegentig en eenvierde roe N 24belend ten oosten Gerrit Boer, ten zuiden de verkoopster, verkoper ten westen de Aar, en ten noorden gemelde Gerrit Boer, zijnde belast met het maken en onderhouden van banwerken in Hoefslagen no. 46 op de Aar lang vier roe tien voet oude maat no. 62: in de ouden zeven voet en nr. 24 een roede negen voeten mede oude maat; zijnde het laatste perceel nu wijlen JAN FREDERIK HIENFELD ook wel genaamd JAN HEUNEVELD aangekomen bij twee actens van transport en overdragt gepasseerd voor schout en schepenen van Ter Aar: behoorlijk volgens de wet van dien tijd geregeld; en wel afgekomen van de erven Jan Kaptein en Frederik Oostenbroek;
Wijders verkogt en gekogt zoo als het tusschen zijne belendingen gelegen is, met alle zodanige rechten: voor en nadeelige gerechtighden en belastingen, heersschande en lijdende servituten
[3]
en gerechtigheden, gemeenschappen van en onvrijheden en belastingen als anderzijds als het voorschreeve land heeft ofte subject is en begrepen staan en vroegere overdragten of andere becheiden, alles ten bate en schade van den Heer Komparant koper ter andere zijde; zonder dat den komparante verkoopster en verkoper ter eenre tot eenige guarantie deswegens uit hoofde van aan hun bekende en aan den Heer koper en komparant ter andere zijde verswegenen servituten of anderzints zullen gehouden zijn;
De voorschreeve perceelen leggen van heden af ten periculen bate en schade van den Heer Komparant koper. Allen lasten hoe ook genaamd op het voorschreeve verkogte leggende zullend gerekend worden met den eersten Januarij agttienhonderd tweeentwintig in te gaan voor rekening van de Heer Komparant koper ter andere zijde, tot welke tijd de verkoopster en verkoper ter eenre zij verbinden het verkogte te zuiveren van alle lasten hoegenaamd, zullende daar tegen den verkoopster en verkoper komparante ter eenre: de voordelen tot gezegde eerste Januarij agttienhonderd tweeentwintig genieten.

En boven en behalven de voorschreeve bepalingen en conditien zoo als hier vorenbeschreeven staate zijn gemelde twee perceelen land verkogt en gekogt voor eene somme van negenhonderd guldens, welke de komparante verkoopster en verkoper ter eenre verklaarde van den Heer Komparant koper te hebben ontvangen en mitsdien daar voor te kwiteeren bij dezen;
Op deze wijze tusschen parthijen alles overeen gekomen
[4]
en bepaald zijnde, verklaarden zij ter executie dezes domicilium te kiezen op hunne tegenwoordige hier voren gemelde woonplaatsen, toestaande dat alle gerechtelijke acten en exploriten aldaar kragtens deze geinsinueerd van waarde zijn, waar ter plaatsen zij ook in den tijd woonagtig zouden mogen wezen;
waar van deze acte aan de comparant is voorgelezen en goedgekeurd;
Gedaan en gepasserd ten huise van de verkoopster te Rijnsaterwoude, ten bijwezen van Hendrik Niemansverdriet, zadelmaker en Johan Pieter Engel, Meester ijzersmit, beiden woonachtig te Rijnsaterwoude voornoemd als getuigen ten dezen verzocht, die benevens de komparanten verkoopster verkoper en koper en ons notaris hebben ondertekend deze minute welke in het bezit en bewaring van ons notaris is gebleven;

(w.g.)
Fijtje Schouwman de w. Heuneveld
Pieter van de Geer
Hendrik Maas
Heijndrik Niemansverdriet
J.Peter Engel
Cornelis Kempenaar
Notaris

Geregistreerd te Woubrugge den vijfden November 1821 Dl. 4 fo. 51 qlwC 5 en 6 ontvangen vijfenveertig gulden zes en dertig cents de verhoogingen daaronder begrepen zonder renvoijen
(w.g.)
JS Heenk

Bijlage XLVII Opheffing hypotheek van Feijtje Schouwman

(18211030/2-na *)

op dinsdag 30 oktober 1821 Rijnsaterwoude
hypotheekacte
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8844/rep.nr.114

[1]
Repertoire nr. 114
Op heden den dertigsten october agttienhondert een en twintig compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris residerende te Woubrugge: kanton van dier naam: district Leijden provincie Zuidholland en voor de na te noemen en ondergetekende getuigen; Adolf Schuurman en Barend Schuurman beiden schoenmakers: wonende te Rijnzaterwoude; Dewelken hebben verklaard, uit het hypothecair verband ten hunnen behoeve, en ten lasten van FEIJTJE SCHOUWMAN weduwe en geinstitueerde erfgenaam van wijlen Jan Frederik Hienfeld ook wel genaamd Jan Heuneveld en PIETER VAN DE GEER wonende te Rijnzaterwoude van beroep schoemaker als in huwelijk hebbende Christina Hienfeld of Heuneveld genomen, vervat bij inschrijvinge gedaan ten kantore van den bewaarder der hipotheken te Leijden, op den zesentwintigste Julij des jaars achttienhondert en twintig deel 39 nr. 163: van de vaste of onroerende goederen daar bij omschreeven, te ontslaan de perzeelen Nummer Een zijnde een perceel houtland gelegen in de Blokandsche polder onder ter Aar in het tweeentwintigste weer: en Nummer acht: zijnde een perceel weiland gelegen in voornoemde Bloklandsche polder onder ter Aar in het vijfendertigste weer: doch blijvende voor het overige de opgemelde inschrijving van volle waarde: waarvan de comparanten hebben verzocht deze acte die aan hun voorgelezen is: Gedaan en gepasseerd te Rijnzaterwouden ter huize van
[2]
PIETER VAN DE GEER: schoenmaker aldaar, ten bijwezen van Hendrik Niemansverdriet zadelmaker; en Johan Peter Engel Ar ijzersmit beide mede woonachtig te Woubrugge, als getuigen ten dezen verzogt, die benevens de beide comparanten en mij notaris hebben ondertekend, deze minute welke in het bezit en bewaring van mij notaris is gebleven;

(w.g.)
Adolf Schuurman
Barend Schuurman
Heijndrik Niemantsverdriet
J. Peter Engel
Cornelis Kempenaar notaris

Geregistreerd te Woubrugge den een en dertigsten October
1821 Dl. 4 fo. 50 R.C 5 ontvangen negen en vijftig cents
de verhoogingen daaronder begrepen, zonder renvoijen.
(w.g.)
J.E. Heenk

Bijlage XLVIII Testament Christina Heuneveldt

(18211030/2-na *)

op dinsdag 30 oktober 1821 Rijnsaterwoude (t.h.v. Christina Heuneveld)
testament
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8844/rep.nr.113

Repertoire No. 113

[1]
Op heden den dertigste october achtienhonderd eenentwintig, compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar Notaris, residerende te Woubrugge; kanton van dien naam, District Leijden, provincie Zuidholland en voor de na te noemen en ondergetekende getuigen:
CHRISTINA HEUNEVELDT, huisvrouw van PIETER VAN DE GEER, meester schoenmaker, wonende te Rijnsaterswoude, kanton, district en provincie voorschreven ons Notaris en de na te noemen getuigen bekend:
Volkomen in staat en genegen om over haare na te laten goederen bij uiterste wille te disponeren, heeft aan ons Notaris in tegenwoordigheid van den ondergetekende getuigen haar testament en uiterste wille opgegeven en hetgeen ik Notaris geschreven hebbe als volgd:
Ik herroepe en vernietige alle bevorens door mij gemaakte testamenten, codecillen en alle andere actens van uiterste wille, hetzij alleen of met iemand anders gemaakt en gepasseerd zonder enige reserve of uitzondering. Ik stelle tot mijne erfgenaame mijne man PIETER VAN DE GEER, begerende ik dat hij bij mijn overleiden over het eigendom en genot van alles wat mij op dat tijdstip mogt toebehoren de vrije beschikking hebbe, zoo in eigendom, genot als vruchtgebruik, en dat alles in zoo verre als de dispositie volgens de wet aan mij is vrijgelaten ten zijne voordeelen te kunnen en te mogen disponeren;
En in gevalle ik zonder kinderen natelaten mogt komen te overleiden en mijne moeder dan nog in leven zijnde, zoo institueere ik gemelde mijne man PIETER VAN DE GEER tot erfgenaam in het vruchtgebruik van dat deel welk in
[2]
zodanig geval mijne moeder (= Trijntje Schouwman) zoude toekomen en ontsla gemelde mijne man in alle gevalle van de verpligting om eenige cautie te stellen;
En heeft de testatrice nadat dit haar testament door mij Notaris aan haar in tegenwoordigheid der getuigen was voorgelezen verklaard dat hetzelve haare wil inhield en alzo na haar overleiden mogt worden agtervolgd en nagekomen; Gedaan en gepasserd ten huize van de testatrice te Rijnsaterswoude ten bij wezen van Hendrik Maas, eigenaar, Klaas Jansz. van der Meer, beide wonende onder Alkemade, Hendrik Niemandsverdriet, meester sadelmaker, en Johan Pieter Engel, meester ijzersmit, de twee laatstgenoemden woonachtig te Rijnsaterswoude voornoemd, dus alle wonende in het kanton Woubrugge als getuigen ten dezen verzogt die benevens de testatrice en ons Notaris na gedaane voorlezing hebben ondertekend deze minute welke in het bezit en bewaring van ons Notaris is gebleven.

(w.g.)

Christina Heuneveldt
Hend(ri)k Maas
Klaas Jansz. van der Meer
Heyndrik Niemandsverdriet
J.Peter Engel
Cornelis Kempenaar, Notaris

Geregistreerd, houdende een blad, geene renvooijen te Woubrugge den dertienden mei achttienhonderdzesendertig, deel vijftien, blad drie recto, vijfde zesde en zevende vak. Ontvangen twee guldens veertig cents regt, makende met de
acht en dertig opcenten drie guldens een en dertig cents.
De ontvanger

Bijlage XLIX Testament Pieter van de Geer

(18211030/2-na *)

op dinsdag 30 oktober 1821 Rijnsaterwoude (t.h.v. Pieter van de Geer)
testament
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8844/rep.nr.112

Repertoire No. 112

[1]
Op heden den dertigste october achtienhonderd een en twintig, compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar Notaris, residerende te Woubrugge; kanton van dien naam, District Leijden, provincie Zuidholland en voor de nate noemen en ondergetekende getuigen:
PIETER VAN DE GEER, meester schoenmaker, wonende te Rijnsaterswoude; kanton, district en provincie voorschreven ons Notaris en de na te noemen getuigen bekend;
Volkomen in staat en genegen om over zijne natelaten goederen bij uiterste wille te disponeren, heeft aan ons Notaris in tegenwoordigheid van den ondergetekende getuigen zijn testament en uiterste wille opgegeven en het geen ik Notaris geschreven hebbe als volgd;
Ik herroep en vernietig alle bevorens door mij gemaakte testamenten, codecillen en alle andere actens van uiterste wille, hetzij alleen of met iemand anders gemaakt en gepasseerd zonder enige reserve of uitzondering;
Ik stelle tot mijne erfgenaame mijne huisvrouw CHRISTINA HEUNEVELDT, willende en begerende ik dat zij bij mijn overleiden over het eigendom en genot van alles wat mij op dat tijdstip mogt toebehoren de vrije beschikking hebbe, zoo in eigendom, genot als vruchtgebruik, en dat alles in zoo verre als de dispositie volgens de wet aan mij is vrijgelaten ten haare voordelen te kunnen en te mogen disponeren;
En in gevalle ik kinderloos mogt komen te overleiden en mijne moeder (= Maria Mouton) dan nog in leven zijnde, zoo institueere ik gemelde mijne huisvrouw Christina Heuneveldt tot erfgenaame in het vruchtgebruik van dat deel welk in zodanig geval mijne moeder zoude toekomen en ontsla gemelde mijne vrouw in
[2]
alle gevalle van de verpligting om eenige cautie te stellen; en heeft de testateur nadat dit zijn testament door mij Notaris aan hem in tegenwoordigheid der getuigen was voorgelezen verklaart dat hetzelve zijne wil inhield en alzo na zijn overleiden mogt worden agtervolgd en nagekomen;
Gedaan en gepasseerd ten huize van den testateur te Rijnsaterswoude ten bijwonen van Hendrik Maas, eigenaar, Klaas Jansz. van der Meer, mede eigenaar, beide wonende onder Alkemade, Hendrik Niemandsverdriet, meester zadelmaker, en Johan Pieter Engel, meester ijzersmit, de twee laatstgenoemden woonachtig te Rijnsaterswoude voornoemd, dus alle wonende in het kanton Woubrugge als getuigen ten dezen verzogt die benevens de testateur en ons Notaris na gedaane voorlezing hebben ondertekend deze minute welke in het bezit en bewaring van ons Notaris is gebleven.

(w.g.)

Pieter van de Geer
Hend(ri)k Maas
Klaas Jansz. van der Meer
Heyndrik Niemandsverdriet
J.Peter Engel
Cornelis Kempenaar, Notaris

Bijlage L Geboorteacte Corstiaan van de Geer

(18240804/1-bs *)

op woensdag 4 augustus 1824 Woubrugge
geboorteacte
Burgerlijke Stand - Woubrugge

In het jaar achttien honderd vierëntwintig, den vierde der maand Augustus des na de middag ten zeven uren, is voor ons Schout van Woubrugge Officier van den Burgerlijke Stand verschenen SACHARIAS VAN DE GEER oud acht en veertig jaren, van beroep bouwman, wonende in deze Gemeente, welke ons heeft verklaard, dat BATJE OUDSHOORN zijne huisvrouw op den tweeden Augustus achttien honderd vierëntwintig des avonds ten tien uren bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk bij deze geeft de voornaam van CORSTIAAN.
De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Bartholomeus van Leeuwen oud en en dertig jaren, van beroep arbeider en van Abraham Nulden, oud zes en dertig jaren, van beroep Veldwachter, wonende beiden alhier, en hebben de declarant en getuige deze na voorlezing met ons geteekend. Except Bartholomeus van Leeuwen dewelke verklaarde niet te kunnen schrijven.

(w.g.)

Z. van de Geer
Ab. Nulden
Cornelis Kempenaar schout

Bijlage LI Machtiging Pieter van de Geer

(18250905/1-na *)

op maandag 5 september 1825
machtiging
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8844

[1]

Bijlage LII Machtiging Fijtje Schouwman (wed. Jan Heuneveld)

(18250914/2-na *)

op woensdag 14 september 1825 Amsterdam
machtiging
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8848

[1]
Ik ondergetekende Fijtje Schouwman weduwe van en in gemeenschap van goederen getrouwd geweest zijnde met mitsgaders geinstitueerde erfgenamen van wijlen JAN HEUNEVELD in leven Mr. schoenmaker gewoond hebbende en overleden te Rijnsaterwoude en wonende ik ondergetekende thans te Amsterdam:
Verklaar bij deze te constitueeren en magtig te maken mijnen schoonzoon Pieter van de Geer Mr. Schoenmaker wonende te Rijnsaterwoude. Speciaal omme zoo verre mij aangaat: in mijne naam uit de hand te verkopen aan de Heer Dirk van Schravendijk ontvanger der Directe belastingen en accijnzen wonende te Rijnsaterwouden: een Huis verder getimmerte en erven het huis gequoteerd no. 67 staande en gelegen in de gemeente Rijnsaterwouden: thans bewoond en gebruikt wordende bij Hendrik Korstjans: en dat zoo als het zelve huis thans getimmerd en gemaakt staat en daartoe behoord als belende en gelegen is en het zelve met zijnen grond is strekkende (hierbij behoort nog eenige grond zoomen die thans behoort aan het huijs en erf door Pieter van de Geer zelve bewoond (aldus Trijntje Schouwman): verders verkogt zijnde de nodige en vereischte acten van verkoop en koop op transport en overdragt te passeeren: voor een daartoe bevoegd Notaris: op zoo als hij geraden zal worden: gezegde acten te tekenen ende koyspenningen daarvoor bedongen te beloven: en alles ter zake voormeld al dat geen te doen en te verrigten wat nodig zal zijn en vereischt mogte worden en ik ondergetekende zelve present zijnde zoude kunnen mogen en moeten doen: ofschoon tot het een of ander ampele volmachtwierd vereischt: alles met macht van substitutie onder belofte van

[2]
approbatie volgens de wet.
Actum Rijnsaterwoude den 14 September 1825
(w.g.) Feijtje Schouwman

Geregistreerd te Woubrugge den zeventienden September
1825 Dl. 3 fo. 145 ..C. 4 ontvangen eene gulden eene cent
de verhooginge daaronder begrepen één renvooi
(w.g.) J.W. Heenk

voor echt erkend
(w.g.) P. Van de Geer

Bijlage LIII Verkoopacte Pieter van de Geer

(18250928/5-na *)

op woensdag 28 september 1825 Woubrugge
verkoopacte
Nieuw Notarieel Archief - Woubrugge 8848/rep.nr.89

[1]
Repertoire no. 89

Op heden den achtentwintigste september achttienhonderd vijf en twintig compareerde voor mij Cornelis Kempenaar openbaar notaris residerende te Woubrugge, kanton van dier naam, district Leijden, provincie Zuid Holland voor de na te noemen getuigen:
PIETER VAN DE GEER Meester Schoenmaker wonende te Rijnsaterwoude no. 66 als in huwelijk hebbende CHRISTINA HEUNEVELD en dezelve vrouw meede compareerde, geadsisteerd met haare voornoemde man en voor denzelve tot het mede tekenen, passeeren dezeer acte geauthoriseerd en gequalificeerd, en nog gemelde PIETER VAN DE GEER als speciaal gemachtigde van FIJTJE SCHOUWMAN weduwe van en in gemeenschap van goederen getrouwd geweest met mitsgaders geinstitueerde erfgenaam van wijle JAN HEUNEVELD overleden te Rijnsaterwoude en blijkt van deze lastgeving bij onderhandsche procuratie door gemelde FIJTJE SCHOUWMAN den veertiende september laatstleden te Amsterdam getekend en te Woubrugge geregistreerd waarvan de quitancie luid als volgd, geregistreerd te Woubrugge den zeventiende september 1825 Dl.5 fol. 145 no. C 4 ontvangen eene gulden eene cent de verhogingen daaronder begrepen een renvooij/getekend H. Heenk zijnde de procuratie voor echt erkend en welke voornoemde JAN HEUNEVELD voormelde zijn huisvrouw FIJTJE SCHOUWMAN tot erfgenaam heeft nagelaten benevens zijn eenige nagelaten dochter bij versterf voorschreeve CHRISTINA HEUNEVELD huisvrouw van den eerste comparant PIETER VAN DE GEER voornoemd en indier volgende alzoo hier compareerende als verkoper in prive en qualiteit als verkoopster ter ter eenre en de Heer Dirk van Schravendijk: ontvanger der directe belastingen in en uitgaande rechten en accijnsen enz. van Rijnzaterwoude en Woubrugge wonende te Rijnzaterwoude voormeld
[2]
als koper ter andere zijde.
En verklaare de comparanten ter eene in privé en qualiteit te hebben verkocht en mitsdien in volle vrijen onbelasten eigendom te ceeteeren, transporteeren en over te dragen en de heer comparant ter andere zijde te hebben gekocht en alzoo de verkoop te accepteeren en als koper in eigendom aan te nemen en te aanvaarden.
Een huis, erf en tuin met al hetgeen daarop aard en nagelvast is en tot hetzelve behoord het gezegde huis gequoteerd met no. 67 staand en gelegen in de gemeente Rijzaterwoude benevens nog een geteelte grond thans behorende aan 't huis. Voor den komparant verkooper bewoond wordende en ten zuide van voornoemde huisinge gelegen, ter breedte van drie ellen nederlandsche maat gemeten uit de buitenkantder zuidmuur van het gezegde huis of zoveel breedte meerder of minder als den heer comparant koper in redelijkheid al benodigd hebben tot het timmeren van een zomerhuis of afdak of wat de heer comparant koper verkiezen zal te plaatsen ter lengte van het huis in deze beschreeven; zullen de heer comparant koper moeten onderhouden de muur of schutting vooraan de Dorpstraat zooverre zijn eigendom dan zal komen te strekken, belend ten oosten de Dorpstraat, ten zuiden de erven van JAN HEUNEVELD, ten westen het land van Rijnland, ten noorden Jan van der Boon.
Verklarende de comparant ter eenre dat nu wijlen JAN HEUNEVELD den eigendom van voorschreeve verkochte huis en toebehoren bekomen heeft bij behoorlijke acte van transport op den vijfde september zeventien honderd acht en negentig voor twee leden der Principaliteit van Rijnzaterwoude gepasseerd en behoorlijk gezegeld volgens de wet van dien.
Voorts verklarende wederzijdsche comparanten te zijn overeengekomen als volgd.
[3]
Eerstelijk dat gemelde perceel word verkocht zoo als het getimmert en gemaakt staat, gebruik en bewoond word met vermeerdering van grond als hier voren is omschreven en dus dan is strekkende en verder als 't zelve van ouds gestrekt heeft, verklarende de comparant koper ter andere het zelve wel te kennen en met de voorschreeve omschrijving tevreden te zijn.
Wijders met zodanige heerschende gerechtigheden en lijdende servitutes gemeenschappen vrijen en vrijheden als het zelve perceel is hebbende en lijdende en de oude brieven of andere bewijzen voor zoo veel die aanwezig zijn komen mede te brengen zonder dat de comparant verkooper ter eenre in prive en qualiteit nog de verkoopster tot eenige guarantie deswegen uit hoofde van aan hun bekende en aan den heer comparant koper verzwegene servituten of andersints wille gehouden zijn.
Ten tweede de comparant verkooper en verkoopster zoo in prive en qualiteit hunne erve of recht verkrijgende of die welke nader eigenaars worden zullen van het huis door de eerste comparante thans bewoond wordende en ten zuiden van dit verkochten huis staand zal of zullen de vrijheid hebben om tegen de zuidmuur van het gebouw door den heer comparant koper te plaatsen ter zuide het huijs zo als hier boven is gemeld te planten een druivewingaart of andere vruchtdragende beibomen, mits de heer comparant koper zijn eve of opvolgende eigenaren voor die planting niet worden benadeeld ofwel het gebouw daar dezelve tegen komen te staan en indien zulks bevonden word zal de comparant verkoper ter eenre of die in de gevolge eigenaar of bewooner van dat huis mogt worden op de eerste aanzegging van den eigenaar van dit beschreven huis ontruiming van dezelve bomen moeten doen zonder tegenzegging.
Ten derde 't voorschreeve perceel staat .... den of ten perruculen schaden bute van de heer comparant koper ter andere zijde doch zal 't zelve eerst ten
[4]
gebruike kunnen aanvaarden met permissie aanstaande.
Ten vierde dat alle de kosten ter zake dezer verkoop en koop vallende geene uitgezonderd door heer comparant koper zullen moeten worden gedragen en betaald.
Ten vijfde dat al de lasten hoe ook genaamd op het voorschreeve verkochtee legggende zullen gerekend worden met primio Janua aanstaande voor rekening van de koper uit te gaan zullende tot dien tijd dezelve door den verkooper in prive en qualiteit worden gezuiverd.
Ten zesde dat gemelde huis en erve cumannes is in voege als voren verkocht en gekocht is voor een somme van vierhondert gulden welke somme de comparant ter eenre in prive en qualiteit verklaren in contante gelden te hebben ontvangen en baar voor te kwiteren.
Op deze wijze tusschen partijen alles overeen gekomen en bepaald zijnde, verklaarden zij ter executie dezes domicilium te kiezen op hunne tegenwoordige wwonplaatsen toestaande dat alle gerechtelijke acten expliciter aldaar krachten deze geinsinneerd van waarde zullen zijn maar ter plaatse zij ook in der tijd woonachtig zoude mogen wezen.
Waarvan deze acte aan de comparanten is voorgelzen en gedagtekend.
Gedaan en gepasseerd te kantoore van ons notaris te Woubrugge voornoemd ten bijwezen van Abraham Mulder veldwachter en Pieter Klaren tuinman beide woonachtig te Woubrugge als getuigen ten dezen verzocht die beweren de comparanten en ons notaris hebben ondertekend deze minute welke in het bezit en bewaring van
[5]
ons notaris is gebleven.

(w.g.)
P. van de Geer
Christina Heuneveld huijsvrouwe van P. van de Geer
Dirk van Schravendijk
A. Mulder
Pitere Klaren
Cornelis Kempenaar
Notaris

Geregistreerd te Woubrugge den eersten october 1825 Dl. 6 Fo. 63 R.C 6 ontvangen twintig gulden zestien cent de verhoogongen daaronder begrepen, drie bladen één renvooi.


Bijlage LIV Acte van overlijden van Sacharias van de Geer

(18290205/1-bs *)

op donderdag 5 februari 1829 Woubrugge
overlijdensacte
Burgerlijke Stand - Woubrugge

Cornelis Kempenaar Burgemeester.
In het jaar achtien honderd negenentwintig, den vijfden der maans Februarij des voordemiddags zijn voor ons Burgemeester van Woubrugge Officier van den Burgerlijke Stand, verschenen JAN DE PIJPER zwager der overledene, oud vijf en veertig jaren, van beroep winkelier en Abraham Mulder oud veertig jaren, van beroep veldwachter, wonende beide in den dorp van Woubrugge, zijnde de laatstgenoemde niet verwant aan den overledene, welke ons verklaard hebben dat op den derden Februarij achttien honderd negenentwintig des namiddags ten vier ure, is overleden in het huis no. 112 SACHARIAS VAN DE GEER gehuwde arbeider, oud circa drie en vijftig jaren, wonende in Woubrugge, geboren Nieuwveen (wat niet correct is, moet zijn Aalsmeer), zoon van JAN VAN DE GEER en MARIA MOUTON en hebbende de komparanten deze na voorlezing met ons geteekend.

w.g. Cornelis Kempenaar Burgemeester
J. de Pijper
A. Mulder

Bijlage LV Memorie van Aangifte v. Sacharias van de Geer

(18290810/1-ms *)

op maandag 10 augustus 1829 Woubrugge
memorie van successie
Memorie van Successie - Woubrugge 5651

(In deze Memorie van aangifte worden drie kinderen genoemd: Jan, Neeltje en Kors. Sacharias van de Geer heeft geen onroerende goederen nagelaten. Er is geen testament).

Memorie van aangifte van den boedel en nalatenschap van wijlen SACHARIAS VAN DE GEER, gewoond hebbende en op den 3 Februarij 1829 met achterlating van kinderen overleden binnen de gemeente Woubrugge geformeerd ten kantore van het regt van successie te Woubrugge gevestigd, overgegeven doordeszelfs weduwe BARBARA OUDSHOORN, kiezende ten dezen domicilie ter harer woonstede No. 17 binnen den gemeente Woubrugge voornoemd.

De overledene zonder uiterste wilsbeschikking overleden en gemelde zijne huisvrouw met haare drie kinderen, JAN, NEELTJE, KORS, uyt hun huwelijk verwekt, tot zijne geheele nalatenschap geregtigd zijnde is mitsdien van dezelve geen recht van successie verschuldigd als behorend tot dezulke bij Art. 24 der wet sub 1 en 2 van dat regt geheel zijn vrijgesteld; als geene onroerende goederen nagelaten hebbende. En verklarende verder dat voor dit overlijden geen fideï-commis is gedevolveerd noch vruchtgebruik vervallen mitsgaders dat door niemand buiten de opgemelde erfgenamen iets uit dezen boedel genoten wordt, zijnde voormelde kinderen alle minderjarig.

Gedaan en ondertekend en deze ten voormelde kantore overgegeven, voor de in hethoofd dezes gemelde aangeeftster.

Woubrugge, den 10e Augustus 1829

w.g Barberaa Oushoorn, de weedu van
Zaag van de Geer

De Burgemeester van Woubrugge certificeerd bij dezen dat de voornoemde Sacharias van de Geer geene onroerende goederen heeft nagelaten.

Woubrugge den 11e Augustus 1829

w.g Cornelis Kempenaar

Bijlage LVI Memorie van Aangifte v. Barbara Oudshoorn

(18320224/1-ms *)

op vrijdag 24 februari 1832
memorie van successie
Memorie van Successie - Woubrugge 5663

Er wordt vermeld dat Barbara Oudshoorn in behoeftige omstandigheden is overleden op 24.2.1832.
Bijlage LVII Acte van overlijden van Barbara Oudshoorn

(18320225/1-bs *)

op zaterdag 25 februari 1832 Woubrugge
overlijdensacte
Burgerlijke Stand - Woubrugge

In het jaar achttien honderd twee en dertig den vijf en twintigsten der maand Februarij des voordemiddags ten negen ure, is voor ons Burgemeester van Woubrugge Officier van de Burgerlijke Stand, verschenen ARIE OUDSHOORN, oud zes een veertig jaren, van beroep dagloner en Christiaan Rip, oud zes en veertig jaren, van beroep arbeider wonende beide te Woubrugge, welke ons verklaard hebben dat op den vier en twintigste Februarij achttien honderd twee en dertig des voormiddags ten half twaalf ure, is overleden in het huis no. 15 BARBARA OUDSHOORN, weduwe v. ZACHARIAS VAN DE GEER, oud ruim acht een veertig jaren, van beroep zonder, wonende te Woubrugge, geboren aan de Rijpwetering, Gemeente Alkemade, dochter van KORS OUDSHOORN en van NEELTJE VAN DER BIJL en hebbende de komparanten deze na voorlezing met ons geteekend.

w.g. Arie Oudshoorn
Christiaan Rip
Cornelis Kempenaar Burgemeester

Bijlage LVIII Trouwacte Jan van de Geer/Lena van der Sterre

(18350420/1-bs *)

op maandag 20 april 1835 Bleiswijk
trouwacte
Burgerlijke Stand - Bleiswijk

Den twintigsten April Achttien honderd vijf en dertig des morgens ten negen ure, zijn voor ons Jacob van Waning, Burgemeester, Ambtenaren van den Burgerlijken Stand, in de Gemeente van Bleiswijk, verschenen: JAN VAN DE GEER, jongeman, wagenmaker, oud negen en twintig jaren, geboren te Nieuweveen en Kalslagen en wonende te Zevenhuizen, meerderjarige zoon van Arie van de Geer, metzelaar, alhier tegenwoordig en zijne toestemming gevende en Geertje Outshoorn, wonende te Nieuweveen en Kalslagen voornoemd, hare toestemming gevende bij Acte op den Veertiende dezer maand voor den Notaris C. Van der Lee en getuigen te Aarlanderveen gepasseerd, behoorlijk geregistreerd; en LENA VAN DER STERRE, jonge dochter, zonder beroep, oud twintig jaren, geboren te Hazerswoude en wonende binnen deze gemeente, minderjarige dochter van Jacobus van der Sterre, bouwman en Pietertje van Bergen, mede alhier woonachtig, alhier tegenwoordig en derzelver toestemming gevende; welke voornoemde bruidegom en bruid, na alvorens hunnen geboorte acte en het vereischte certificaat van voldoening aan de Nationale Militen dezen te hebben overgelegd, ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun huwelijk over te gaan, waarvan de afkondigingen zoo te Zevenhuizen voornoemd als binnen deze Gemeente op den vijfden en twaalfden April beiden van het jaar Achttien honderd vijf en dertig; overeenkomstig de Wet en zonder overige verhindering hebben plaats gehad; en hebben wij na voorlezing zoo der voorgenoemde stukken, als van het zesde hoofdstuk van de titel van het vigerend Burgerlijk Wetboek tot opschrift hebbende "van het Huwelijk" ieder der aanstaande echtgenoten afgevraagd of zij elkander over en weder voor man en vrouw willen erkennen, waarop door ieder van hun toestemmend zijnde geantwoord, verklaren wij in naam der Wet dat JAN VAN DE GEER en LENA VAN DER STERRE in den echt zijn verbonden, waarvan wij deze Acte hebben opgenaakt in tegenwoordigheid van Leendert van der Sterre, bouwman, oud een veertig jaren, wonende te Zevenhuizen - oom, Hendrik Westerman bouwman, oud vijf en dertig jaren, behuwd oom - Johannes de Gruiter, rietdekker oud zes en twintig jaren, behuwd broeder van de bruid en Cornelis de Gruiter, rietdekker, oud drie en zestig jaren, de Partijen Contractanten in geen maagschap bestaandeallen wonende binnen deze gemeente; en hebben de echtgenoten comparanten en getuigen deze met ons na gedane voorlezing geteekend.

(w.g)
J.v.d.Geer Pietertie van Bergen
L.v.d.Sterre
A, van de Geer L. v:d: Sterre Cor de Gruiter
J.v.d.Sterre H: Westerman
Joh. De Gruiter

Bijlage LIX Overlijdensacte Neeltje van de Geer

(18351219/1-bs *)

op zaterdag 19 december 1835 Rijnsaterwoude
overlijdensacte
Burgerlijke Stand - Rijnsaterwoude

In het jaar achttien honderd vijf en dertig den negentienden der maand December des voormiddags ten elf ure, is voor ons Burgemeester van Rijnzaterwoude Officier van den Burgerlijken Stand, verschenen PIETER VAN DE GEER oud zestig jaren, van beroep deurwaarder der belastingen en Gerrit Scheenaard oud een en zestig jaren van beroep winkelier wonende beiden te Rijnsaterwoude, de eerste en de tweede bekende van de overledene, welke ons verklaard hebben dat op den achttienden December achttien honderd vijf en dertig des morgens ten zeven ure, is overleden in het huis no. 66 NEELTJE VAN DE GEER ongetrouwd, oud zestien jaren, van beroep zonder, wonende te Rijnzaterwoude, geboren te Woubrugge dochter van SACHARIAS VAN DE GEER en BATJE OUDSHOORN beide overleden en hebben de twee declaranten deze na voorlezing met ons geteekend.

(w.g.)

Pieter vd Geer
G. Scheenaard

Bijlage LX Memorie van Aangifte Christina Heuneveld

(18360406/2-ms *)

op woensdag 6 april 1836
memorie van aangifte
Memorie van Successie - Rijnsaterwoude 5680

Memorie van aangifte der nalatenschap van Christina Heuneveld gewoond hebbende en op den 6e April 1836 te Rijnsaterswoude overleden.

[1]
Opgemaakt ten kantore van het regt van successie te Woubrugge gevestigd, overgegeven door PIETER VAN DE GEER, weduwnaar van en in algemeene gemeenschap van goederen gehuwd geweest zijnde met de overledene, beneevens door zijne bij haar verwekte en meerderjarige kinderen met namen, SOPHIA CHRISTINA VAN DE GEER, CHRISTINA HEUNEVELD VAN DE GEER, JANSJE VAN DE GEER en ANTJE VAN DE GEER, allen ongehuwd, wonende te Rijnsaterswoude.
Kiezende domicilie ten sterfhuize te Rijnsaterswoude Numero 24.

De overledene bij testament gepasseerd, gepasseerd voor den Notaris Cornelis Kempenaar en getuigen te Woubrugge in dato 30 October 1821, geregistreerd te Woubrugge den 13e Mei 1836, tot erfgenaam stellendende van het beschikbare gedeelte harer nalatenschap, haren echtgenoot, den aangever hierbover vermeld, en het onbeschikbaar gedeelte alzoo geerfd wordend door hare kinderen, de voormelde mede aangeefsters. Zoo is van deze nalatenschap geen regt verschuldigd als zijnde bij art. 45 (par.) 2 der wet van 16 Juny 1832 daarvan geheel vrijgesteld.
De onroerende goederen door de overledene nagelaten bestaan in: De helft in drie huizen en erven, staande en gelegen binnen de gemeente Rijnsaterswoude, op den kadastralen legger dier gemeente bekend met de perceel nommers 260, 261, 262, 414, 415, 416, 417, 418, 419, 462 en
[2]
463 te zamen groot 40 roede en 97 roeden en de huizen in de volgnummers dergebouwen getekend met No. 32, 63, en 71 geene sectie. En de helft in eenige partijen land en water, gelegen onder de gemeente Ter Aar en op den kadastralen legger aldaar bekend met de nommers 1053, 1054, 1055, 1057, 1058, 1059, 1060 tot en met 1066 en 1086 tot en met 1096 sectie B, te zamen groot 12 bunders 85 roeden 47 ellen, beneevens nog een huis en erf daaronder begrepen geteekend en de volgnommers der gebouwen met No. 57.
Door dit overlijden is voorts geen fideï-commis gedevolveerd, noch vruchtgebruik vervallen en wordt door niemend verder iets van deze nalatenschap genoten dan door de in het hoofd dezer vermelde personen.

Gedaan en getekend te Rijnsaterswoude den 4e July 1836


(w.g.) Pieter van de Geer
Sophia Christina van de Geer
Christina Heuneveld van de Geer
Jansje van de Geer
Antje van de Geer

Bijlage LXI Trouwacte Gerrit van de Geer/Pietertje H. Langerak

(18360501/1-bs *)

op zondag 1 mei 1836 Nieuwveen
trouwacte
Burgerlijke Stand - Nieuwveen 3

No 3
In het jaar achttienhonderd zesendertig den eersten Mei des namiddags ten vijf
uren, zijn voor ons Petrus van der Min, burgemeester, officier van den burgerlijken
staat verschenen van de Gemeente Nieuwveen met de Uiterbuurt, Kanton ..... Provincie Zuid
Holland, in het Raadhuis verschenen GERRIT VAN DE GEER, wagenmaker, oud ruim
negen en twintig jaren, blijkens doopextract geboren te Nieuwveen en alhier
woonachtig, meerderjarige zoon van ARIE VAN DE GEER, winkelier en GEERTJE
OUTSHOORN, echtelieden wonende binnen deze gemeente en PIETERTJE
HENDRIKA LANGERAK zonder beroep, oud ruim negentien jaren, blijkens
doopextract geboren te Mijdrecht en wonende binnen deze gemeente
minderjarige dochter van HENDRIK LANGERAK, landbouwer en WILLEMPJE
BOER, echtelieden wonende te Nieuwveen, welke ons hebben verzocht
het door hun voorgenomen huwelijk te willen voltrekken. Nadat de
ouders van de comparanten allen mede in Raadhuis tegenwoordig hunne
toestemming tot dit huwelijk hadden gegeven zijn wij overgegaan tot de voor
lezing der hier bovenvermelde doop en ....extracten, van het certificaat van
den Heer Gouverneur van Zuidholland, st........ ten bewijze dat de brui-
degom aan zijn verpligtingen wegen de Nationale Militie heeft voldaan
van de akten van de afkondiging des huwelijk betreffende welke op zondagen
den zeventiende en vierentwintigsten der maand April jongstleden
voor het Raadhuis alhier zijn afgelezen en aangeplakt, en omdelijk (?)
Van het zesde hoofdstuk van den titul van het burgerlijk wetboek dat
opschrift hebbende van het huwelijk. En alzoo er geene verhinde-
ring tegen deze huwelijksvoltrekking ter onzer kennisse is gebragt
en de comparanten verklaarden elkander tot man en tot vrouw te
willen nemen, hebben wij aan hun verzoek voldoende, in naam
der Wet, verklaard dat GERRIT VAN DE GEER en PIETERTJE HENDRI-
KA LANGERAK door het huwelijk zijn verbonden. Waarvan wij akte
hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van BASTIAAN BOER, landbouwer
oud zeventig jaren wonende te Wijngaarden, oom van de bruid, JAN VAN DE GEER
broeder van de bruidegom, wagenmaker, oud eenendertig jaren,wonende te
Zevenhuizen. DIRK LANGERAK landbouwer, oud negenentwintig jaren
wonende te Nieuweveen, broeder van de bruid en Jurrien Verdonk
fungerend veldwachter, oud eenenveertig jaren, wonende te
Zevenhoven.
En hebben wij deze akte voorgelezen en met de compa-
ranten hunne ouders en de getuigen ondertekend.

(w.g.)
P. Van der Min
G.v.d.Geer
P.H. Langerak H. Langerak A. van de Geer
W(illempj)e Boer G Ooutshooren
B. Boer
J.v.d.Geer D. Langerak J. Verdonk

Bijlage LXII Overlijdensacte Maria Mouton

(18380131/1-bs *)

op woensdag 31 januari 1838 Rijnsaterwoude
overlijdensacte
Burgerlijke Stand - Rijnsaterwoude

In het jaar achttien honderd acht en dertig den eenendertigsten der maand Januarij des voormiddags ten elf ure, zijn voor ons Burgemeester van Rijnsaterwoude Officier van den Burgerlijken Stand, verschenen PIETER VAN DE GEER oud drie en zestig jaren, van beroep deurwaarder en Jan Heijes oud een en dertig jaren, van beroep landbouwer wonnende beide te Rijnsaterwoude, de oudste zoon en de tweede bekende van de overledenen, welke ond verklaard hebben dat op den dertigsten Januarij achttien honderd acht en dertig des morgens ten ses ure, is overleden in het huis no. 66 MARIA MOUTON, weduwe van JAN VAN DE GEER oud een en negentig jaren, van beroep zonder wonende te Rijnsaterwoude geboren te Voorburg, dochter van SACHARIAS MOUTON en ADRIANA VERHOOG beide overleden en hebben de beide declaranten deze na voorlezing met ons geteekend.

(w.g.)

P. van de Geer
J. Heijes

Bijlage LXIII Trouwacte Maartje van de Geer/Dirk Langerak

(18420327/1-bs *)

op zondag 27 maart 1842 Nieuwveen
trouwacte
Burgerlijke Stand - Nieuwveen 1

No. 1
In het jaar achttienhonderd twee en veertig, den zeven en twin-
tigsten Maart, zijn voor ons Petrus van der Min, Burgemeester
Ambtenaar van den burgerlijken stand van de gemeente Nieuweveen
met de Uiterbuurt verschenen DIRK LANGERAK, landbouwer
oud vijf en dertig jaren, wonende binnen deze gemeente, meerder-
jarige zoon van HENDRIK LANGERAK en WILLEMPJE BOER,
bouwlieden in deze gemeente woonachtig en MAARTJE VAN DE
GEER, zonder beroep, oud acht en twintig jaren, meerderjarige
dochter van ARIE VAN DE GEER, winkelier, wonende te Nieuweveen
en van GEERTJE OUDSHOORN, overleden, welke ons hebben ver-
zocht het door hen voogenomen huwelijk te willen voltrekken.
De ouders van den bruidegom en de vader van de bruid, allen
mede in het raadhuis tegenwoordig, toegestemd hebbende in de vol-
trekking van dit huwelijk, waarvan de afkondigingen in deze
gemeente zijn geschiedt en aangeplakt op zondagen den der-
tienden en twintigsten der tegenwoordige maand Maart, ende
comparanten verklaard hebbende, dat zij elkander tot echtgenoten
aannemen, en dat zij getrouwelijk de pligten zullen vervullen,
welke door de Wet aan den huwelijken staat zijn verbonden, heb-
ben wij aan hun verzoek voldoende in naam der Wet verklaard
dat DIRK LANGERAK en MAARTJE VAN DE GEER, door het huwe-
lijk aan elkander zijn verbonden. Waarvan wij akte hebben
opgemaakt in tegenwoordigheid van Coenraad Pieter Elisa
van der Min, wijnkoper, oud zes en twintig jaren, wonende te Zeven-
hoven, GERRIT VAN DE GEER, broeder van de bruid, wagenmaker,
oud zes en dertig jaren, Gerrit van der Breggen, winkelier oud
drie en veertig jaren, en Albert Lammers, broodbakker oud drie
en veertig jaren, alle drie in deze gemeente woonachtig. En hebben
de comparanten derzelver ouders ende getuigen deze akte, na ge-
dane voorlezing nevens ondertekend.

(w.g.)
D. Langerak M.v.d.Geer P:vanderMin
H. Langerak C.P.E. vanderMin
Willempje Boer G.v.d.Geer A. Lammers
A. Van de Geer G.v.d. Breggen

Bijlage LXIV Testament Adrianus van de Geer

(18480331/2-na *)

op vrijdag 31 maart 1848 Nigtevecht
laatste wilsbeschikking
Nieuw Notarieel Archief - Alphen 978

[1]
Rep. No. 978
Voor ons Sandrinus van Kempen
notaris in het arrondissement Utrecht, residerende te Abcoude, in tegenwoordigheid des na te noemen getuigen is gecompareerd:
ADRIANUS VAN DE GEER, timmermansbaas, wonende in het dorp en onder de
gemeente van Nigtevecht; gezond van lichaam en zijne verstandelijke vermogens bezittende, zoo als aan ons notaris, ende na te noemen getuigen is gebleken.
Dewelke over zijne na te laten goederen bij uitersten wil willende beschikken, zijnen wil vooraf zakelijk aan ons notaris heeft opgegeven, waarna mij denzelven in geschrifte hebben gebragt zoo als volgt:
Vooreerst verklaarde de testateur te herroepen en te vernietigen, alle vorige door hem gemaakte testamenten of andere uiterste wilbeschikkingen, niet willende dat dezelve eenige kracht of waarde zullende hebben.
En als nu opnieuw beschikkende, zoo verklaarde hij testateur als geene ad- of
dezienden in leven hebbende, tot zijne eenigen en algeheelen erfgenamete benoe-
men en te stellen zijne huisvrouw Elisabeth Scheepmaker, en zulks in alles wat hem op den dag van zijn overlijden, zal toebehooren, en zijne nalatenschap zal uitmaken; - evenwel onder deze bepaling dat al hetgene, bij het overlijden van den zelven zijne huisvrouw Elisabeth Scheepmaker, alsdan onvervreemd of onverteerd, van zijne nalatenschap zal overig zijn, zal moeten gaan en komen, aan zijne erfgenamen ab intestato, die op den dag van zijn overlijden, volgens de wet, daartoe zullen blijkengeregtigd te zijn.
Tot executeur van dit zijn testament verklaarde hij testateur te benoeen, den Heer Casparus Johannes
[2]
Willems, genees, heel, en verloskundige, wonende te Nigtevecht, en zulks
met het regt van bezitneming van alle de goederen zijner nalatenschap, overeenkomstig de wet; aan denzelven wegens de door hem alszoodanig te nemen moeite legaterende een som van vijftig guldens vrij van het regt van Succesie, dat uit zijne nalatenschap zal moeten worden voldaan.
Hierna heeft de testateur, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, zijnen wil nader zakelijk opgegeven, waarna wij notaris denzelven, zoo als die hiervoren in geschrifte is gebragt, in tegenwoordigheid der getuigen, duidelijk aan de testateur hebben voorgelezen, en aan hem in tegenwoordigheid dier getuigen, hebben afgevraagd of het voorgelezene zijnen uitersten wil bevat; en heeft de testateur verklaard, dat hetzelve volkomen was overeenstemmende met zijne begeerte en zijnen laatsten wil.
De comparant testateur, ende hierna te noemen getuigen, zijn aan ons notaris
bekend.
Gedaan en gepasseerd te Nigtevecht, ten huize van de testateur, in tegenwoordigheid van Pieter van Putten, kleederenmaker, en Abraham van Voorburg, schoenmaker, beide wonende te Nigtevecht, getuigen hiertoe verzocht,
den een en dertigsten Maart achttienhonderd acht en veertig; en heeft de testateur, met de getuigen en ons notaris, na gedane voorlezing van het geheel, de minute des tegenwoordige geteekend, welke onder onze bewaring is verbleven.

(w.g.)
A. van de Geer
Pieter van Putten
Abraham van Voorburg
S. van Kempen
Notaris

Bijlage LXV Testament Elisabeth Scheepmaker

(18480331/2-na *)

op vrijdag 31 maart 1848 Nigtevecht
testament
Nieuw Notarieel Archief - Abcoude 979

[1]
Rep. No. 979
Voor ons Sandrinus van Kempen notaris in het arrondissement Utrecht, reside-
rende te Abcoude, in tegenwoordigheid des na te noemen getuigen is gecompareerd:
ELISABETH SCHEEPMAKER, getrouwd met Adrianus van de Geer, timmermansbaas,wonende in het dorp en onder de gemeente van Nigtevecht; gezond van lichaam en hare verstandelijke vermogens bezittende, zoo als aan ons notaris, ende na te noemen getuigen is gebleken. Dewelke over hare na te laten goederen bij uitersten wil willende beschikken, haren wil vooraf zakelijk aan ons notaris heeft opgegeven, waarna mij denzelven in geschrifte hebben gebragt zoo als volgt:
Vooreerst verklaarde de testatrice te herroepen en te vernietigen, alle vorige door haar gemaakte testamenten of andere uiterste wilbeschikkingen, niet willende dat dezelve eenige kracht of waarde zullende hebben.
En als nu opnieuw beschikkende, zoo verklaarde zij testatrice als geene ad- ofdezienden in leven hebbende, tot haren eenigen en algeheelen erfgenaam te benoemen en te stellen haren man Adrianus van de Geer, voornoemd; en zulks in alles wat haar op den dag van haar overlijden, zal toebehooren, en hare nalatenschap zal uitmaken; - evenwel onder deze bepaling dat al hetgene, bij het overlijden van den zelven haren man Adrianus van de Geer, alsdan onvervreemd of onverteerd, van hare nalatenschap zal overig zijn, zal moeten
gaan en komen, aan hare erfgenamen ab intestato, die op den dag van haar overlijden, volgens de wet, daartoe zullen blijken geregtigd te zijn.
Tot executeur van dit haar testament verklaarde zij testatrice te benoemen, denHeer Casparus Johannes Willems, genees
[2]
heel- en verloskundige, wonende te Nigtevecht, en zulks met het regt van bezitneming van alle de goederen harer nalatenschap, overeenkomstig de wet; aan denzelven wegens de door hem alszoodanig te nemen moeite legaterende, een som
van vijftig guldens vrij van het regt van Succesie, dat uit hare nalatenschap zalmoeten worden voldaan.
Hierna heeft de testatrice, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen,
haren wil nader zakelijk opgegeven, waarna wij notaris denzelven, zoo als die hiervoren in geschrifte is gebragt, in tegenwoordigheid der getuigen, duidelijk aan de testatrice hebben voorgelezen, en aan haar in tegenwoordigheid dier getuigen, hebben afgevraagd of het voorgelezene haren uitersten wil bevat; en heeft de testatrice verklaard, dat hetzelve volkomen was overeenstemmende met hare begeerte en haren laatsten wil.
De comparant testatrice, ende hierna te noemen getuigen, zijn aan ons notarisbekend.
Gedaan en gepasseerd te Nigtevecht, ten huize van de testatrice, in tegenwoordigheid van Pieter van Putten, kleederenmaker, en Abraham van Voorburg, schoenmaker, beide wonende te Nigtevecht, getuigen hiertoe verzocht, den een en dertigsten Maart achttienhonderd acht en veertig; en heeft de testatrice, met de getuigen ons notaris, na gedane voorlezing van het geheel, de minute des tegenwoordige geteekend, welke onder onze bewaring is verbleven.

(w.g.)
E. Scheepmaker
Pieter van Putten
Abraham van Voorburg
S. van Kempen
Notaris

Bijlage LXVI Trouwacte Corstiaan van de Geer/Hendrica Lieneke

(18520201/1-bs *)

op zondag 1 februari 1852 Aalsmeer
trouwacte
Burgerlijke Stand - Aalsmeer

Heden den eersten Februarij Achttienhonderd twee en vijftig, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Aalsmeer in het huis derzelve gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan, CORSTIAAN VAN DE GEER, van beroep wagenmaker, oud zevenentwintig jaren, geboren te Woubrugge en wonende te Sloten, meerderjarige zoon van SACHARIAS VAN DE GEER, en van BATJE OUDSHOORN beiden overleden, En HENDRICA LIENEKE, zonder beroep, oud drieentwintig jaren, geboren en wonende te Aalsmeer, meerderjarige dochter van JACOB LIENEKE, van beroep klompmaker en van JANSJE BRUSSEN, zonder beroep, wonende beiden te Aalsmeer, en zijn alhier tegenwoordig toestemming gevende tot dit huwelijk.
En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, vooreerst: de akten waaruit blijkt, dat de afkondigingen onverhinderd te Aalsmeer hebben plaats gevonden, benevens te Sloten, voorts de geboorteacten der verloofden, overlijdinge acten van de ouders des bruidegoms, benevens bewijs van voldoening aan de Nationale Militie.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn: hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk zijn vereenigd. In tegenwoordigheid van: Klaas Los, oud eenenvijftig jaren, van beroep ijzersmid, Klaas Kous, oud eenenveertig jaren, van beroep Rietdekker, Jacobus Johannes de Bruijn, oud zevenentwintig jaren, van beroep klompmaker en Christiaan Lindenaar, oud zesenveertig jaren, van beroep Bode, wonende de getuigen allen te Aalsmeer, zijnde bekenden des bruidegoms.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, welke na voorlezing door ons de comparanten, ouders der bruid en getuigen getekend.

(w.g.)

C. van de Geer
H. Lieneke
J. Lieneke
J. Brusse
K. Los
K. Kous
J.J. de Bruin
C. Lindenaar
De Ambtenaar voornoemd,
A. Net

Bijlage LXVII Overlijdensacte Pieter van de Geer

(18550703/1-bs)

op dinsdag 3 juli 1855 Rijnsaterwoude
overlijdensacte
Burgerlijke Stand - Rijnsaterwoude 7

No. 7
Op heden den derden Julij achttiend honderd vijf en vijftig, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in de Gemeente Rijnsaterwoude, verschenen:
Dirk Mulder, oud vieren veertig jaren van beroep slagter, wonende in de Gemeente , bekende van de na te noemen overledene, en Jan Akerboom oud tweeenveertig jaren, van beroep kastelein, wonende mede in deze Gemeente, en mede bekende van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat den tweeden Julij dezes jaars des namiddags ten drie ure, in deze Gemeente huisnummer zes en zestig is overleden Pieter van de Geer oud tachtig jaren, van beroep tapper geboren te Aalsmeer wonende te Rijnsaterwoude weduwnaar van Christina Huneveld en zoon van Jan van de Geer en Maria Mouton beide overleden.
En hebben deze Akte opgemaakt, welke, na voorlezing door de beide aangevers met ons is geteekend.

(w.g.)
D Mulder
L: Akerboom

Bijlage LXVIII Memorie van Aangifte Arie van de Geer

(18560530/1-ms *)

op vrijdag 30 mei 1856 Nieuwveen
memorie van successie
Memorie van Successie - Nieuwveen 2451/dl 12/fol 9

Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Arie van de Geer, weduwnaar van Grietje Oudshoorn, overleden te Nieuwveen den 22 April 1856. No. 1435, Ingekomen den drie en 20e Juny 1856 (Deel 12, folio 95 vo)
Reg. 4 art 7107 Tafel no 5b, deel 1 folio 46 no. 18

Wij ondergetekenden, Gerrit van de Geer, van beroep wagenmaker, Maartje van de Geer, zonder beroep, beide wonende te Nieuwveen, de laatste geassiteerd en tot het tekenen dezes geauthoriseerd door haren echtgenoot Dirk Langerak, mede te Nieuwveen woonachtig, en Lena van der Ster, zonder beroep, weduwe van Jan van de Geer, als voogdesse over hare hierna te noemen minderjarige kinderen als: Geertje, Pietje, Adrianus en Maartje van de Geer, in huwelijk verwekt bij wijlen haren overleden echtgenoot Jan van de Geer, wonende te Leyden, kiezende gezamenlijk domicilie te Nieuwveen in 't sterfhuis aldaar No. 58. Verklaren dat hunne vader Arie van de Geer op den 22e April 1800 zesenvijftig in den ouderdom van ruim 75 jaren te Nieuwveen zijne laatste geoccupeerde woonplaats is overleden. Dat hij noch onroerende noch roerende goederen heeft nagelaten, dat indien hij iets had nagelaten zijne nalatenschap ab intestato ..... ........ of verstorven zijn geweest op ons zijn kinderen of wettige descendenten deszelve in het hoofd dezes genaamd. En dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolveerd of vruchtgebruik vervallen is.

Nieuwveen, 30 mei 1856

w.g G. v.d Geer
M.v.d Geer
D.Langerak
de weduwe J.v.d Geer

Bijlage LXIX Overlijdensacte van Elisabeth Scheepmaker

(18610615/1-bs)

op dinsdag 18 juni 1861 Nigtevecht
overlijdensacte
Burgerlijke Stand - Nigtevecht 10

No. 10
In het jaar achttien honderd een en zestig, den achttienden dag der maand
Junij verschenen voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Nigtevecht Provincie Utrecht Adrianus van de Geer oud vijfenzeventig jaren, van beroep timmerman en Jan ten Brinke oud zesenzestig jaren van beroep veldwachter, beiden alhier woonachtig
Dewelke verklaarden, dat op den vijftienden dag der maand Junij
dese jaars, des namiddags ten één ure, binnen deze gemeente overleden is ELISABETH SCHEEPMAKER oud ruim tweeënzeventig jaren, zonder beroep gehuwd met
den eersten comparant, geboren te Kortenhoef, wonende alhier. Dochter
van Dirk Scheepmaker en Grietje Barrevelt, beiden overleden, en
met den tweeden comparant niet vermaagschapt.
En hebben wij deze acte na voorlezing onderteekend met de voornaemde comparanten.
(w.g.)
A. van de Geer
G. Ten Brink
de Ambtenaar
C. Willems

Bijlage LXX Openbare Verkoop inboedel v. Adrianus van de Geer

(18620401/6-na)

op zaterdag 22 maart 1862 Nigtevecht
aangifte openbare verkoping
Nieuw Notarieel Archief - Abcoude 2501

[1]
Rep.No. 2501

Registratie
Uittreksel uit het register der voorlopige aangiften van openbare verkooping van roerende goederen
Directie Amsterdam
Kantoor Loenen
Deel 9. Nummer 538

Den twintigsten Maart 1800 twee en zestig, compareerde Arie Meijers, werkman,
wonende te Loenen, in hoedanigheid als bij behoorlijk geregistreerde ten kantore berustende acte gemagtigde van den te Abcoude residerende notaris Sandrinus van Kempen, dewelke verklaarde dat zijn lastgever voornemens is om op dingsdag den eersten April deses jaars des voormiddags te tien uren, te Nigtevecht voor de huizinge gemerkt Nummer 62 aldaar te verkoopen: enige meubilaire en andere roerende goederen; zich ter die plaatse bevindende; en zulks ten verzoeke van ADRIANUS VAN DE GEER timmerman, wonende te Nigtevecht. Waarvan hij acte verzocht en heeft geteekend.
(Geteekend) A. Meijers
voor eensluidend afschrift
De ontvanger der registratie te Loenen
(Geteekend) M.E.G. van Heel

In het jaar achttien honderd twee en zestig dingsdag den eerste April, des voormiddags te tien uren.
Ten verzoeke van ADRIANUS VAN DE GEER,
timmerman, wonende te Nigtevecht.
Wordt door ons Sandrinus van Kempen notaris in het arrondissement Utrecht, residerende te Abcoude, in tegenwoordigheid des na te noemen getuigen overgegaan tot den openbare verkoop van: Eenige meubilaire en andere
roerende goederen zich bevindende in de huizinge gemerkt nummer 62a, staande in
het dorp en onder de gemeente van Nigtevecht en aan voornoemde ADRIANUS VAN DE GEER in eigendom behoorende.
Ter welke plaatse wij notaris ons met de na te noemden getuigen hebben begeven en al daar aan de vergaderde personen voorlezing gedaan der lasten en voorwaarden, waarop de-
[2]
ze veiling en verkoop zal geschieden, te weten:
[Vijf artikelen worden genoemd m.b.t. de voorwaarden die gelden voor een veiling]
Na voorlezing van de lasten en voorwaarden hebben wij notaris in
tegenwoordigheid der vergaderende personen achtereenvolgende in verkoop
toegewezen, aan de meestbiedenden, of laatste verhoogend, de navolgende goederen, te weten:
[3]; [4]; [5] en gedeeltelijk [6] geven een opsomming van in totaal 157 verkochte goederen, zoals een schop, een zaag, planken, een bank, koekenpan, waterketel, koffiemolen twaalf borden, zes kelken, een spiegel, een kabinet, een kachel ed.
[de opsomming besluit met:]
Bedragende alzo te zamen een som van honderd negen en tachtig guldens vijf en veertig cents.
Dit gedaan en niets meer te verkoopen zijn, hebben wij notaris aan de vergaderende personen bekend gemaakt, dat deze verkooping was afgeloopen.
Van al hetgene voorschreven staat, is het tegenwoordig proces verbaal opgemaakt en gesloten, ten jare, maande, dage en plaatse voormeld, des namiddags te twee uren, in tegenwoordigheid van den heer Simon Brouwer, kandidaats notaris en Rein Laverman, rijksveldwachter, beiden wonende te Abcoude, getuigen hiertoe verzocht, die met ons notaris, na gedane voorlezing de minute dezes hebben geteekend, welk onder onze bewaring is verbleven.

(w.g.)
S. Brouwer
R. Laverman
S. Van Kempen Notaris

Bij de verkooping van 189,45
is gevoegd Mul ........13,26
202.71

Bijlage LXXI Boedelscheiding Adrianus v.d. Geer/Elis. Sch.

(18680106/20-na*)

op maandag 6 januari 1868
nalatenschap
Nieuw Notarieel Archief - Nieuwe Amstel 186.15/62+65+67 nummer 14,17 + 352

Behorend bij folionr. 17 d.d. 6 januari 1868; Registratie beschikking ADRIANUS VAN DE GEER

[1]
Eigenhandige beschikking van ADRIANUS VAN DE GEER te Sloten in dato zevenentwintig January achttienhonderddrieenzestig, in bewaring genomen in gevolge procesverbaal van den Heer Kantonregter van het vierde Kanton Arrondisement Amsterdam in dato heden

registratieregten 1.10 1/2


Behorend bij folionr. 352 d.d. 18 november 1868; Registratie boedelscheiding ADRIANUS VAN DE GEER en ELISABETH SCHEEPMAKER

[2]
Scheiding van de nalatenschappen van ADRIANUS VAN DE GEER en ELISABETH SCHEEPMAKER, in leven echtelieden door CORSTIAAN VAN DE GEER, wonende te Sloten zoo voor zich in privé en als lasthebber van ABRAHAM PIJPER wonende te Gouda, JAN DE PIJPER wonende te Aarlanderveen, MATJE DE PIJPER gehuwd met PAULUS KAPTEIJN den Bouwmeester wonende Leijderdorp - Mede JAN HENDRIK WILLEM VAN DER HORST wonende te Amsterdam, als lasthebber van DIRK LANGERAK, wonende te Nieuwveen, als in gemeenschap van goederen gehuwd met MAARTJE VAN DE GEER, van PIETERTJE HENDRIKA LANGERAK, wonende te Nieuwveen, weduwe van GERRIT VAN DE GEER, zoo voor zich in privé en als moeder en voogdes over hare door denzelven haren man bij haar in huwelijk verwekte nog minderjarige kinderen genaamd JOSINA HENDRIKA, MAARTJE en PIETERTJE HENDRIKA VAN DE GEER en JACOB VAN DE GEER wonende te Nieuwveen; van WILHELMINA JACOBA VAN DE GEER, gehuwd met ARIE BOOGAARD, wonende te Waverveen; van GEERTJE VAN DE GEER, gehuwd met JOOST VAN DER HORST, wonende te Zevenhoven; en van voornoemde JACOB VAN DE GEER als toezienden voogd over voormelde minderjarigen, nog gemelde CORSTIAAN VAN DE GEER als lasthebber van ADRIANUS VAN DE GEER, wonende te Leiden, van GEERTJE VAN DE GEER, gehuwd met Simon Spruijtenburg, wonende in de gemeente Alphen; van PIETJE VAN DE GEER, wonende te Leiden en van voornoemde SIMON SPRUIJTENBER in betrekking van voogd voor de minderjarige MAARTJE VAN DE GEER en van SEBASTIAAN VAN DER STERRE, wonende te Soetermeer, in betrekking van toezienden voogd over gemelde minderjarige; nog gemelde CORSTIAAN VAN DE GEER als lasthebber van SOPHIA CHRISTINA VAN DE GEER, CHRISTINA HEUNEVELD VAN DE GEER, ANNA VAN DE GEER, allen wonende te Rijnsaterswoude, en van JANNETJE VAN DE GEER, gehuwd met CORNELIS VAN SPRONSEN, wonende te Ter Aar; HENDRIK REIJSENBACH FREDIRIKSZOON, wonende te Amsterdam, als lasthebber van ANTHONIE TE KLOEZE, wonende te Hilversum, gehuwd met MARIA HOGENBIRK; van DIRK HOGENBIRK, wonende te Bloemendaal; van BEREND HOGENBIRK wonende te Hilversum; van GRIETKE HOGENBIRK, weduwe WILLEM RIETVELD, wonende te Amsterdam; van GIJSBERT HOGENBIRK, wonende te Hilversum, weduwnaar van CLEMIJNTJE DON; van JAN BOEL als in gemeenschap van goederen gehuwd met MAARTJE HOGENBIRK GIJSBERTSDOCHTER, wonende te Hilversum en van KRIJN HOGENBIRK wonende te Hilversum; DIRK SCHEEPMAKER wonende te Amsterdam zoo voor zich in privé en als lasthebber van JEAN PIERRE SCHEEPMAKER, wonende te Amsterdam, van MADELEINE SCHEEPMAKER, gehuwd met JACOBUS OPMEER, wonende te 's-Gravenhage, van GUILLAUME SCHEEPMAKER wonende te Amsterdam, van ANNA HENRIETTE SCHEEPMAKER wonende te Amsterdam, van CATHARINA FRANCOISE SCHEEPMAKER, gehuwd met HENDRIK SLOT, wonende te Helder, van WILHELMINA SCHEEPMAKER wonende te Arnhem en van MARGOT CORNELIA SCHEEPMAKER wonende te Amsterdam; nog gemelde DIRK SCHEEPMAKER in betrekking van lasthebber van JAN Abrahams wonende
[3]
wonende te Amsterdam in betrekking van vader en voogd over zijne bij wijlen HANNA MADELEINE SCHEEPMAKER in huwelijk verwekte en nog minderjarige kinderen genaamd JOHAN CHRISTIAAN en GUILLAUME ABRAHAMS en van JEAN PIERRE SCHEEPMAKER in betrekking van toezienden voogd van genoemde minderjarigen eneindelijk nog gemelde DIRK SCHEEPMAKER in betrekking van lasthebber van JOSEPHUS HENDRICUS AUPERS wonende te Nieuwersluis gemeente Loenen in betrekking van vader en voogd voor zijnen bij wijlen GRIETJE SCHEEPMAKER in huwelijk verwekte nog minderjarige kinderen genaamd ADRIANUS JOHANNES, MARIA JOHANNES en JOHANNES AUPERS en van ANTONIUS AUPERS wonende te Baambrugge als toezienden voogd voor voormelde minderjarigen
Registratieregten 2.21


R.A. Haarlem, Not.Archief, inv.nr 186.15/65, folionr. 14, nr. 17 (notaris D.van Osenbruggen, Nieuwe Amstel)

[4]
Op heden den zesden January 1800 acht en zestig compareerde voor ons Mr. Jeronimo de Vries, Jeronimo'szoon, Regter in het vierde kanton te Amsterdam, geadsisteerd door den griffier Mr. Gozewin Hendrik Gerard Ras, de heer Dirk van Osenbruggen, Notaris, wonende te Nieuwer Amstel, te kennengevende, dat hij door de belanghebbenden bij de nalatenschap van wijlen den heer ADRIANUS VAN DE GEER,in leven zonder beroep, gewoond hebbende te Sloten en aldaar overleden den vierden January 1800 acht en zestig is verzocht om ons aan te bieden een onderhandsch
[5]
door den erflater geheel geschreven stuk, houdende beschikking na doode van gemelden overledene in zijne nalatenschap gevonden. De comparant heeft daarop aan ons ter hand gesteld een onderhandsch door den gemelden erflater geheel geschreven gedagteekend en onderteekend stuk houdende aanstelling vanexecuteuren, gesteld op een gewoon stuk papier, waarvan een zijde alleen gedeeltelijk beschreven is houdende behalve de woorden Sloote 26 January 1863 en de teekening ADRIANUS VAN DE GEER, twaalf regels of gedeelten daarvan, beginnende met de woorden "de ondergetende ADRIANUS VAN DE GEER, woonende, eindigende met de woorden "bezorging geeft van alle goederen zijner nalatenschap
[6]
Bevattende gemeld stuk geene doorhalingen tusschen regels kantteekeningen of bijvoegingen. Wij hebben vervolgens gemeld stuk aan den Heer comparant ter hand gesteld ten einde het onder zijne minute te bewaren, welke bewaring door hem is op zich genomen. Wij hebben van het bovenstaande opgemaakt dit proces-verbaal hetwelk, na gedane voorlezing door den comparant ons kantonregter en griffier is onderteekend.
get: D. van Osenbruggen
J. de Vries Jzn kantonregter
G.H.G. Ras griffier

Geregistreerd te Amsterdam den zevenden January 1800 acht en zestig deel 38, blad....
[7]
(Folio)No. 17.
"De ondergetekende ADRIANUS VAN DE GEER woonende te Sloote in Noordholland, verklaart bij dese tot zijne boedelredders bezorgers zijner begraafing en tot uitvoerders van zijne uitersten wil te benoemen DIRK SCHEEPMAAKER woonende te Amsterdam in de Derde Weeteringdwarsstrat booven BB No. 235 zoon van Krijn Scheepmaker en Gratina van Stokkem en CORS VAN DE GEER, Mr. waagemaaker te Sloote zoon van Zaggarias van de Geer en Babje van Oushoore. Aan welke beijden hij de bezorging geeft van alle goederen zijner nalatenschap."
Sloote 26 January 1863

w.g. Arienus van de Geer

Gezien 6 January 1868
J. de Vries Jzn.

[8] (Eersteblad)
BOEDELSCHEIDING: R.A. Haarlem, Not.Archief, inv.nr 186.15/67 (notaris D.van
Osenbruggen, Nieuwe Amstel) (Folio)No. 352

Op den achttienden November des jaars achttien acht en zestig , zijn voor mij Dirk van Osenbruggen, notaris in het arrondissement Amsterdam, reciderende te Nieuwer Amstel en alszoodanig over het loopende dienstjaar behoorlijk aangifte ter bekoming van het verenichte supplitoire patent te Amsterdam gedaan doch de acte daarvan alsnog niet ontvangen hebbende in tegenwoordigheid van de Edelachtbare Heer Meester Jeronimo de Vries Jeronimoizoon, regter in het vierde kanton van het arrondissement Amsterdam, mitsgaders in het bijzijn van de natenoemene getuigen, verschenen De Heer CORSTIAAN VAN DE GEER, wagenmaker, wonende te Sloten, gemeente Sloten
ter eerster
zijnde hij comparant volgens zijne verklaring een nagelaten zoon en eenig kind van SACHARIAS VAN DE GEER in huwelijk verwekt bij BARBARA OUDSHOORN. De Heer CORSTIAAN VAN DE GEER voornoemd
ter tweeders, als zijnde onderhandsche volmagt ter respective woonplaatsen van natemeldene lastgevers onderteekend en geregistreerd als volgt: No.1440 geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 131 recto, vak 8 een blad geen renvooi. Ontvangen voorregt f.-. 80 voor 38 opcenten f. 0.30 tezamen een gulden tien en een halve cent. De ontvanger b.a.w. geteekend A. de Wit, onder anderen incorten fini nagemeld, speciaal gevolmagtigd door ABRAHAM DE PIJPER, zonder beroep, wonende te Gouda - JAN DE PIJPER, koopman, wonende te Aarlanderveen, lage zijde, MATJE DE PIJPER, gehuwd met en bij onderteekening van dezelve volmagt bijgestaan geworden door PAULUS KAPTEIJN den Bouwmeester, timmerman en aannemer, wonende tezamen te Leijderdorp.
Welke ABRAHAM - JAN en MATJE DE PIJPER volgens verklaring van hunnen lasthebbers de drie eenige nagelaten kinderen en wettige afkomelingen zijn van wijlen TRIJNTJE VAN DE GEER, door mede wijlen JAN DE PIJPER bij haar in huwelijk verwekt.
De Weledelgestrenge Heer Meester JAN HENDRIK WILLEM VAN DER HORST, advocaat, wonende te Amsterdam.
ter derder
in qualiteit vooreerst als zijnde bij onderhandsche volmagt op den zestienden Januarij dezes jaars te Nieuwveen onderteekend, geregistreerd als volgt: No. 1441 Geregistreerd te Amsterdam; den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig,deel 91, folio 132 recto, vak 1 een blad geen renvooi, ontvangen voor regt f. -.80 voor 38 opcenten f. 30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cent. De ontvanger bet. no 1 geteekend A. de Wit, onder anderen mede ten fine nagemeld speciaalgemagtigd door DIRK LANGERAK, zonder beroep, wonende te Nieuwveen als in gemeenschap van goederen gehuwd met MAARTJE VAN DE GEER en deze door hem bij het teekenen van dezelve volmacht bijgestaan - ten tweeden als zijnde bij onderhandsche volmagt onder anderen mede ten fine nagemeld speciaal gemagtigd door PIETERTJE HENDRIKA LANGERAK, bouwvrouw, wonende
[9]
te Nieuwveen, primo, als in gemeenschap van goederen gehuwd geweest met en krachtens uitersten wil den zeven en twintigsten December achttien honderd negen en dertig ten overstaan van den Notaris Cornelis van der Lee en getuigen te Aarlanderveen gepasseerd, na doode geregistreerd, voor het beschikbare of een vierde gedeelte medeerfgename van Gerrit van de Geer in leven landbouwer, den veerteinden Mei achttien honderd acht en zestig te Nieuweveen overleden en secundo als moeder en mitsdien wettige voogdesse over hare nog minderjarige kinderen JOSINA HENDRIKA, MAARTJE en PIETERTJE HENDRIKA VAN DE GEER - door JACOB VAN DE GEER, zonder beroep, wonende te Nieuwveen - door WILHELMINA JACOBA VAN DE GEER, in gemeenschap van goederen gehuwd met ARIE BOOGAARD, landbouwer te Waverveen, daartoe door haren man bijgestaan - door GEERTJE VAN DE GEER, in gemeenschap van goederen gehuwd met JOOST VAN DER HORST, landbouwer te Zevenhoven, daartoe door haren man bijgestaan, zijnde genoemde JACOB, WILHELMINA JACOBA en GEERTJE VAN DE GEER met de minderjarige JOSINA HENDRIKA - MAARTJE en PIETERTJE HENDRIKA VAN DE GEER dezes enige nagelaten kinderen en afkomelingen van voornoemde GERRIT VAN DE GEER, in huwelijk hebbende bij gedachte PIETERTJE HENDRIKA LANGERAK geboren en alszoodanig zijn eenige erfgenamen volgens de wet voor de legitieme of overige drie vierde portie en ten derden als zijnde nog tot dez speciaal bij onderhandsche
geteekende procurater gevolmagtigd door voornoemden JACOB VAN DE GEER, in zijne betrekking van toezienden voogd over gemelde minderjarige JOSINA HENDRIKA - MAARTJE en PIETERTJE HENDRIKA VAN DE GEER, daartoe benoemd door de Heer Kantonregter te Woubrugge blijkens geregistreerd procesverbaal van den zeventienden Junij achttien honderd acht en zestig.
Welke twee laatstgenoemde onderhandsche volmagten na door den Heer lasthebber in tegenwoordigheid van mij Notaris en de getuigen voor echt te zijn erkend en ten blijke daarover door hen allen en mij notaris geteekend aan deze minute zijn vastgehaakt, ten einde tegelijktijdig met dezelve te worden geregistreerd.
Gemelde Heer CORSTIAAN VAN DE GEER.
ten vierden in qualiteit als zijnde bij onderhandschevolmagt ter respective woonplaatsen van natemeldenelastgevers onderteekend en geregistreerd als volgt: Geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 132, recto vak 2, een blad geen renvooi. Ontvangen voor regt f. -.80 voor 38 opcenten - f. 30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cent de Ontvanger bet. no. 1, geteekend A. de Wit, onder anderen mede ten fine nagemeld speciaal gevolmagtigd door ADRIABUS VAN DE GEER, van beroep wijnwerker, inwoner te Leijden - door GEERTJE VAN DE GEER, huisvrouw van en bij onderteekening van dezelve volmagt bijgestaan ge worden door SIMON SPRUIJTENBERG, watermolenaar, wonende met elkander aan de hoge zijde in de gemeente Alphen -
[10] (Tweedeblad)
door PIETJE VAN DE GEER, meerderjarig, ongehuwd, van beroep dientbode, wonende te Leijden en door SIMON SPRUIJTENBERG, voornoemd in betrekking van voogd over de minderjarige MAARTJE VAN DE GEER, alszoodanig benoemd en beëdigd door den Edelachtbaren Heer kantonregter te Leijden, blijkens behoorlijk geregistreerd procesverbaal in dato twaalf februarij dezes jaars - en nog in hoedanigheid als zijn erbij onderhandsche volmagt, geteekend te Soeterwoude den een en dertigsten October jongstleven en na door den lasthebber ten bijwezen van mij notaris en de getuigen voor echt erkend en ten blijke daarvan door hen allen en mij notaris geteekend te zijn, in originale aan de minute dezes vastgehecht, ten einde tegelijkertijdig daarmede te worden geregistreerd, ten deze speciaal gemagtigd door WILLEM SEBASTIAAN VAN DER STERRE, bouwman, wonende te Soeterwoude in zijne betrekking van toezienden voogd over evengemelde minderjarige MAARTJE VAN DE GEER, daartoe benoemd en beëdigd door den Edelachtbaren Heer Kantonregter te Alphen, blijkens behoorlijk geregistreerd procesverbaal van den dertigsten September jongstleden.
Zijnde gemelde ADRIANUS -GEERTJE en PIETJE VAN DE GEER benevens de minderjarige MAARTJE VAN DE GEER, volgens verklaring van hunnen lasthebber, de eenige in lven zijnde kinderen en wettige afkomelingen van wijlen JAN VAN DE GEER, geboren ui zijn huwelijk met LENA VAN DER STERRE.
En welke MAARTJE VAN DE GEER, huisvrouw van DIRK LANGERAK, met de overledenen GERRIT VAN DE GEER en JAN VAN DE GEER allen hiervoren genoemd, volgens verklaring van hun respective lasthebbers, de drie eenige nagelaten kinderen en wettig afkomelingen zijn geweest van wijlen ARIE VAN DE GEER, door hem bij mede wijlen GEERTJE OUDSHOORN in huwelijk verwekt.
Nog gemeld Heer CORSTIAAN VAN DE GEER ter vijfder als zijnde bij onderhandsche volmagt ter respective woonplaatsen van na te meldene lastgevers onderteekend en geregistreerd als volgt: No 1443 geregistreerd te Amsterdam, den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig,deel 91, folio 132 recto vak 3 een blad geen renvooi, ontvangen voor regt, f.-.80 voor 38 opcenten, f. 30 1/2 tezamen een gulden tien en een halven cent - de Ontvanger B Ano1, geteekend, A. de Wit, onder anderen mede ten fine nagemeld, speciaal gevolmagtigd door SOPHIA CHRISTINA VAN DE GEER, CHRISTINA HEUNEVELD VAN DE GEER, ANNA VAN DE GEER, allen meerderjarig, ongehuwd en zonder beroep, wonende te Rijnsaterwoude - en voor JANNETJE VAN DE GEER, gehuwd met en bij mede onderteekening van dezelve volmagt bijgestaan geworden door CORNELIS VAN SPRONSEN, tuinder, wonende met elkander te Ter Aar - welke SOPHIA CHRISTINA VAN DE GEER, CHRISTINA HEUNEVELD VAN DE GEER, ANNA VAN DE GEER EN JANNETJE VAN DE GEER, volgens verklaring van hunne lasthebber, de vier eenige nagelatene kinderen en wettige afkomelingen zijn van wijlen PIETER VAN DE GEER, voor hem bij mede wijlen CHRISTINA HEUNEVELD in huwelijk verwekt
[11]
Verklarende de comparanten dat gemelde overledenen ZACHARIAS VAN DE GEER - TRIJNTJE VAN DE GEER - ARIE VAN DE GEER - PIETER VAN DE GEER allen hiervoren genoemd zijn geweest de vier enige broeders en zuster van wijlen na te noemen erflater ADRIANUS VAN DE GEER, weduwnaar van ELISABETH SCHEEPMAKER en dat alzoo hunne kinderen en afkomelingen bovengemeld door hun overlijden bevoegd en geregtigd zijn zich te noemen en te gedragen staaksgewijs als de eenige erfgenamen bij versterf des nalatenschap van denzelven ADRIANUS VAN DE GEER en wel iedere staak voor een vierde gedeelte.
De Heer Hendrik Reijsenbach Frederikszoon, candidaat notaris, wonende te Amsterdam op de Prinsengracht bij de Leidichestraat. Ter zesder - in qualiteit als zijn erbij onderhandsche volmagt ter respective woonplaatsen van natemelden lastgevers onderteekend en geregistreerd als volgt: No 1444 geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 132 recto vak 3, een blad geen renvooi ontvangen door regt f.-.80 voor 38 opcenten f. -.30 1/2 tezamen een gulden tien en en een halve cent- de Ontvanger BA no 1 geteekend A de Wit, onder anderen mede ten fine nagemelde speciaal gevolmagtigd door Anthonie te Kloeze, werkman, wonende te Hilversum, al zonder de bestaande wet zonder huwelijksch contract gehuwd met MARIA HOGENBIRK - door DIRK HOGENBIRK, smid, wonende te Blomendaal - door BAREND HOGENBIRK, werkman, wonende te Hilversum - GREETJE HOGENBIRK, weduwe van WILLEM RIETVELD, zonder beroep, wonende te Amsterdam in de Eerste Bloemdwarsstraat - door GIJSBERT HOGENBIRK, wever, wonende te Hilversum, weduwnaar van CLEMIJNTJE DON, overleden vijf April achtttien honderd vijf en zestig met achterlating van een kind, genaamd MARRITJE HOGENBIRK - door JAN BOEL, wever, wonende te Hilversum, als onder de bestaande wetgeving zonder huwelijksche voorwaarden gehuwd met MARRITJE HOGENBIRK GIJSBERTSDOCHTER voornoemd en door KRIJN HOGENBIRK, timmerman en winkelier, wonende te Hilversum.
Zijnde genoemde MARIA - DIRK - BAREND - GRIETJE - GIJSBERT en KRIJN HOGENBIRK, volgens verklaring van hun lasthebber, de eenige nagelaten kinderen en wetttige afkomelingen van wijlen MARRETJE SCHEEPMAKER, overleden te Hilversum in den jare achttien honderd negen en vijftig aan haar in huwelijk verwekt door GERRIT HOGENBIRK.
De Heer DIRK SCHEEPMAKER, kantoorbediende, wonende te Amsterdam op de Reguliersgracht buurt Acht Numero 390. Ter zevende zoo voo zich als in qualiteit als zijnde bij onderhandsche volmagt te respective woonplaatsen van natemeldene lastgevers onderteekend en geregistreerd als volgt No 1445 geregistreerd te Amsterdam den achten twintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91, folio 132 recto vak 5, een blad een renvooi ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f. -.30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cent - de ontvanger b a no 1
[12] (Derdeblad)
geteekend A de Wit, onder anderen mede ten fine nagemelde speciaal gemagtigd door de Geer JEAN PIERRE SCHEEPMAKER, hovenier wonende te Amsterdam op de Weesperbaangracht - door Mevrouw MADELAINE SCHEEPMAKER, echtgenote van en bij onderteekening van dezelve volmagt bijgestaan geworden door den Weledelen Heer JACOBUS OPMEER, oud inspecteur van administratie, wonende tezamen te 's Gravenhage - door den Heer GUILLAUME SCHEEPMAKER, koopman wonende te Amsterdam - door Mejufvrouw ANNA HENRIETTA SCHEEPMAKER, meerderjarig, ongehuwd en zonder beroep, mede wonende te Amsterdam - door Mevrouw CATHERINE FRANCOISE SCHEEPMAKER, echtgenote van en bij mede onderteekening van dezelve volmagt bijgestaan geworden door den Weledelgestrenge Heer HENDRIK SLOT, officier van gezondheid, wonende tezamen te Helder - door Mejufvrouw WILHELMINA SCHEEPMAKER, meerderjarig, ongehuwd en als gouvernante te Arnhem woonachtig en door Mejufvrouw MARGOT CORNELIA SCHEEPMAKER, meerderjarig, ongehuwd en zonder beroep, wonende te Amsterdam.
Nog dezelve Heer DIRK SCHEEPMAKER ter achtster, in qualiteit als zijnde bij onderhandsche volmagt, geteekend te Amsterdam den negen en twintigsten Februarij dezes jaars en geregistreerd als volgt: No. 1446 geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 132 recto vak 6, een blad geen renvooi. Ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f. -.30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cent. De ontvanger B Ano 1 geteekend A. de Wit, onder anderen mede ten fine nagmeld speciaal gevolmagtigd door JAN ABRAHAMS, timmerman, wonende te Amsterdam op de Brouwersgracht, in betrekking van vader en wettigen voogd over zijne bij nu wijlen JEANNE MADELAINE SCHEEPMAKERin huwelijk verwekt en nog minderjarige kinderen met name JOHAN CHRISTIAAN en GUILLAUME ABRAHAMS - en door de Heer JEAN PIERRE SCHEEPMAKER voornoemd in qualiteit van toeziend voogd over de twee bovengenoemde minderjarige, daartoe benoemd en beëdigd door den Edelachtbare Heer regter in het vierde Kanton van het arrondissement Amsterdam, blijkens geregistreerd procesverbaal van den vijfden November achttien honderd een en zestig.
Verklarende comparant DIRK SCHEEPMAKER met en benevens zijne broeders en zusters JEAN PIERRE - nu wijlen JEANNE MADELAINE - MADELAINE - GUILLAUME - ANNA HENRIETTA - CATHARINE FRANCOISE - WILHELMINA en MARGOT CORNELIE SCHEEPMAKER te zijn de negen eenige nagelaten kinderen en wettige afkomelingen van wijlen de Heer KRIJN SCHEEPMAKER, de drie eerstgenoemden geboren uit zijn eerste huwelijk met wijlen CATHERINE FRANCOISE VAN STOCKUM en de zes laatstgemelde uit zijnen laatsten echt met MARIANNE LUIJTEN.
en genoemde Heer DIRK SCHEEPMAKER ter negender of laatster zijde in qualiteit als zijnde bij onderhandsche volmagt geteekend ter respective woonplaatsen van na te melden lastgevers en geregistreerd als volgt No. 1447 geregistreerd te Amsterdam de acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig
[13]
deel 91 folio 132 recto, vak 7, een blad geen renvooi ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f.-.30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cent - De ontvanger B Ano 1 geteekend A. de Wit, onder anderen mede ten fine nagemeld speciaal gevolmagtigd door JOSEPHUS HENDRICUS AUPERS, schoenmaker en herbergier, wonende te Nieuwersluis, gemeente Loenen, in betrekking van vader en wettige voogd over zijne bij nu wijlen GRIETJE SCHEEPMAKER in huwelijk verwekt en nog minderjarige kinderen genaamd ADRIANUS JOHANNES, MARIA JOHANNA en JOHANNES AUPERS - alsmede in hoedanigheid als zijnde bij onderhandsche volmagt op den vijftienden Augustus jongstleden te Baambrugge geteekend en na door den Heer lasthebber in tegenwoordigheid van mij notaris en getuigen voor echt erkend en ten blijke daarvan door hen allen en mij notaris geteekend te zijn, aan de minute ter registratie te worden aangeboden, onder anderen mede ten fine nagemeld speciaal gevolmagtigd door ANTONIUS AUPERS, schoenmaker, wonende te Baambrugge in qualiteit als door den Heer Kantonregter te Loenen blijkens geregistreerd procesverbaal van den eersten Julij achttien honderd acht en zestig benoemd en beëdigd tot toezienden voogd over gemelde minderjarige ADRIANUS JOHANNES - MARIA JOHANNA en JOHANNES AUPERS
Zijnde nu wijlen GRIETJE SCHEEPMAKER volgens verklaring van den Heer comparant DIRK SCHEEPMAKER geweest het eenig nagelaten kind van mede wijlen ARIE SCHEEPMAKER uit zijn huwelijk met JOHANNA MARIA MEIJER geboren
Verklarende de comparanten dat gemelde nu wijlen MARRETJE SCHEEPMAKER - KRIJN SCHEEPMAKER en ARIE SCHEEPMAKER zijn geweest de eenige zuster en broeders van wijlen erflaatster ELISABETH SCHEEPMAKER in leven huisvrouw van ADRIANUS VAN DE GEER en dat hunne hier boven genoemde kinderen en afkomelingen in voege als hierna breeder zal worden medegedeeld zijn de eenige erfgenamen ab intestato van dezelve ELISABETH SCHEEPMAKER, die op den dag van haar overlijden volgens de wet daartoe geregtigd waren en zulks staatsgewijze zijnde voor iedere staak een derde part
Zijnde al de in deze vermelde volmagten behalve de vier aan deze minute vast gehechte, navolging de wet te zijn voor echt erkend, in originale geanixeerd aan de minute van den inventaris dezes boedels op den zes en twintigsten Maart achttien honderd acht en zestig door den te Amsterdam residerenden notaris Cornelis van den Bergh, in tegenwoordigheid van getuigen te Sloten opgemaakt en gepasseerd, behoorlijk geregistreerd, doch van welke volmagten de door voornoemde notaris van den Bergh geauthentiseerd afgegevene afschriften aan deze minute zijn
[14] (Vierdeblad)
vastgehecht
Zijnde de in deze verschenen personen aan mij notaris bekend
Te kennen gevende
dat de Heer ADRIANUS VAN DE GEER, weduwnaar van ELISABETH SCHEEPMAKER, in leven zonder beroep, gewoond hebbende te Sloten, aldaar op den vierden Januarij deses jaars ab instetato zonder weder hertrouwd te zijn en zonder achterlating van kinderen is overleden, dat dezelve overledene bij eene door hem eigenhandig geschreven en getekende beschikking in dato zes entwintig Januarij achttien honderd drie en zestig tot executeuren in zijnen boedel en nalatenschap heeft benoemd en aangesteld de Heer comparanten CORSTIAAN VAN DE GEER en DIRK SCHEEPMAKER beiden hiervoren gemeld, welke onderhandsche beschikking na voor zegel te zijn geviseerd en geregistreerd als volgt: Geregistreerd te Amsterdam, den zevenden Januarij 1800 acht en zestig, deel 83, blad 171 vo vak 4, een blad geen renvooi ontvangen voor regt f. -.80 voor 38 opcenten f. -.30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cent De Ontvanger B A no 3 geteekend Knipscheer, blijkens dispositie van den Edelachtbaren Heer Regter van het vierden Kanton in het arrondissement Amsterdam in dat zes Janauarij dezes jaars, zijnde geregistreerd, in bewaring van mij notaris gesteld en alzo onder mijne minuten is berustende, dat ten verzoeke van dezelve Heeren Excecuteuren en in tegenwoordigheid van de comparanten zoo in privé als qualiteit gemeld, van den boedel en nalatenschap van wijlen gemelden Heer ADRIANUS VAN DE GEER is geformeerd eenen behoorlijken inventaris, waarbij de roerende goederen aan waardeering onderworpen, zijn getaxeerd geworden door den Heer Joris de Beurs, makelaar te Sloterdijk gemeente Sloten en zulks alles blijkens procesverbaal van inventarisatie op den zes en twintigste Maart dezes jaars ten overstaan van den te Amsterdam reciderenden notaris Cornelis van den Bergh en getuigen te Sloten gepasseerd, zijnde geregistreerd, dat voorts door dezelve Heeren Executeuren de tot dezen boedel behoord hebbende meubilaire en andere roerende goederen en effecten publiek zijn verkocht en ten gelde gemaakt, de schulden en lasten des boedels mitsgaders de aan den lande verschuldigde successieregten zijn betaald en den boedel en nalatenschap van wijlen gemelde Heer ADRIANUS VAN DE GEER alzoo geheel tot effenheid en liquiditeit hebben gebragt, waarna door hen is geformeerd eene rekening en verantwoording van hun gehouden beheer en administratie, welke aan deze acte is vastgehecht om gelijktijdig met dezelve te worden geregistreerd - welke rekening en verantwoording, waarvan de ontvangsten ten bedragen de som van drieduijzend twee honderd drie en veertig gulden
[15]
zes en zestig cents en de uitgaven de som van acht honderd negen en tachtig gulden acht en zeventig cents, alzoo is sluitende met een saldo aan contanten van twee duizend drie honderd drie en vijftig gulden acht en tachtig cents, hetwelk hierna tusschen de regthebbenden zal worden gescheiden en verdeeld
dat alvorens tot scheiding en verdeeling des boedels over te gaan ten dien einde vooraf wordt aangemerkt dat de erflater in deze met nu mede wijlen ELISABETH SCHEEPMAKER in gemeenschap van goederen is gehuwd geweest; welke ELISABETH SCHEEPMAKER, die op den vijftienden Junij achttien honderd een en zestig te Nigtevecht kinderloos en ouderloos is overleden, bij haar testament op den een en dertigsten Maart achttien honderd acht en veertig voor den notaris Sandrinus van Kempen en getuigen te Nigtevecht verleden, zijnde geregistreerd, denzelven haren echtgenoot ADRIANUS VAN DE GEER in deze heeft gesteld tot haren eeinigen erfgenaam en zulks in alles wat haar op den dag van haar overlijden zal toebehooren en hare nalatenschap zal uitmaken evenwel onder deze bepaling dat al hetgeen bij het overlijden van dezelven haren man ARDIANUS VAN DE GEER onvervreemd of onverteerd van hare nalatenschap zal overig zijn, zal moeten gaan en komen aan hare erfgenamen ab intestato dic op den dag van haar overlijden volgens de wet daartoe zullen blijken geregtigd te zijn, zoo als bereids hiervoren is gemeld
dat echter bij gebreke van eenigen inventaris met geene mogelijkheid door de Comapranten kan worden opgegeven wat onvervreemd of onverteerd van de nalatenschap van wijlen gemelde ELISABETH SCHEEPMAKER is overig gebleven zoodat het aan de comparanten zoo in privé als qualiteit gemeld onder goedkeuring van den alhier tegenwoordig zijnde Heer Kantonregter het billijtest en regtmatigst is voorgekomen om den boedel en nalatenschap van wijlen gemelde Heer DRIANUS VAN DE GEER, waarinis begrepen het onvervreemde en onverteerde des nalatenschap van mede wijlen gemelde ELISABETH SCHEEPMAKER, tusschen de ab intestate geroepene erfgenamen van wijlen gemelden ADRIANUS VAN DE GEER voor de eene helft en door de ab intestato geroepene en op het overlijden van wijlen ELISABETH SCHEEPMAKERin leven zijnde erfgenamen voor de wederhelfte te scheiden en verdeelen.
En alsnu met goedkeuring van het voren daarvan overig aan de tot voorgenomene scheiding en verdeeling, zoo verklaarden de comparanten zoo in privé als qualiteit gemeld dat het te verdeelene enkel en alleen is bestaande in voormeld saldo contanten ter somme van twee duizend drie honderd drie en vijftig gulden acht en tachtig cent (f. 2353,88)
Waarbij alsnu ter juiste verdeeling moe-
[16] (Vijfdeblad)
ten worden genoegd de betaalde successieregten ter somme van twee honderd drie en negentig gulden zestien cents (f. 293,16), zamen twee duizend zes honderd zeven en veertig gulden vier cents (f. 2647,04).
Waarin competeert
Vooreerst de ab intestato geroepene erfgenamen van wijlen ADRIANUS VAN DE GEER voor de eene helft ter somma van dertien honderd drie en twintig gulden twee en vijtig cents (f. 1323,52) onder aftrek der daarvan betaalde successieregten ad honderd twee en veertig gulden negentig cents (f. 142,90). Als wanneer het te verdeelene zuiver bedraagt de som van elf honderd tachtig gulden twee en zestig cents (f. 1180,62).
Hetwelk wordt verdeeld in maniere navolgende.
Aan den comparant ter eerste zijde CORSTIAAN VAN DE GEER in privé voor een vierde part de som van twee honderd vijf en negentig gulden vijftien en een halve cents (f. 295,15 1/2).
Aan den comparant ter tweeder zijde CORSTIAAN VAN DE GEER als gemachtigde van ABRAHAM DE PIJPER - JAN DE PIJPER en MATJE DE PIJPER tezamen voor een vierde gedeelte ter gelijker som van twee honderd vijf en negentig gulden vijtien en een halve cents (f. 295,115 1/2), zijnde voor elk der voormelde lastgevers een derde ad achten negentig gulden acht en dertig en een halve cents (f. 98,38 1/2).
Aan den comparant ter derder zijde Meester JAN WILLEM VAN DER HORST als gemagtigde van
a. DIRK LANGERAK in gemeenschap van goederen gehuwd met MAARTJE VAN DE GEER voor een derde en een vierde gedeelte ad acht en negentig gulden acht en dertig en een halve cents (f.98,38 1/2)
b. PIETERTJE HENDRIKA LANGERAK, weduwe GERRIT VAN DE GEER zoo voor zich en als moeder en wettige voogdesse over JOSINA HENDRIKA - MAARTJE en PIETERTJE HENDRIKA VAN DE GEER - JACOB VAN DE GEER - WILHELMINA JACOBA VAN DE GEER, gehuwd met ARIE BOOGAARD, GEERTJE VAN DE GEER, gehuwd met JOOST VAN DER HORST tezamen als representerende hunnen overledenen echtgenoot en vader GERRIT VAN DE GEER voor een derde en een vierde part ad acht en negentig gulden acht en dertig en een halve cents (f. 98,38 1/2), zijnde voor de weduwe een vierde ad vier en twintig gulden zestig cents
[17]
en elke der zes kinderen een zesde in drie vierde gedeelten ad twaalf gulden negen en twintig en een halve cent tezamen drie en zeventig gulden acht en zeventig en een halve cents (f. 73,78 1/2).
Aan den comparant ter vierder zijde CORSTIAAN VAN DE GEER als gemachtigde van ADRIANUS VAN DE GEER - GEERTJE VAN DE GEER, huisvrouw van SIMON SPRUITENBURG, PIETJE VAN DE GEER en de minderjarige MAARTJE VAN DE GEER tezamen voor het laatste derde ingemeld vierde part ad acht en negentig gulden acht en dertig en een halve cents (f. 98,38 1/2), zijnde voor elk der deelgenooten een vierde ad vier en twintig gulden negen en vijftig en een halve cents (f. 24,59 1/2), zamen de som van twee honderd vijf en negentig gulden vijftien en halve cents (f. 295,15 1/2).
Aan den comparant ter vijfder zijde CORSTIAAN VAN DE GEER als gemagtigd van SOPHIA CHRISTINA VAN DE GEER - CHRISTINA HEUNEVELD VAN DE GEER - ANNA VAN DE GEER en JANNETJE VAN DE GEER, huisvrouw van CORNELIS VAN SPRONSEN tezamen voor het laatste vierde gedeelte ter somme van twee honderd vijf en negentig gulden en vijftien en een halve cents (f. 295,15 1/2), zijnde voor elk dier lastgevers een vierde ad drie en zeventig gulden acht en zeventig zeven achtste cents (f. 73,78 7/8);
makende wederom het bedrag der nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER gelijk hiervoren is vermeld ad elf honderd tachtig gulden twee en zestig cents (f. 1180,62).
En ten anderen de ab intestato geroepene en op het overlijden van wijlen gemelde ELISABETH SCHEEPMAKER in leven zijnde erfgenamen voor de wederhelft ter somme der dertien honderd drie en twintig gulden twee en vijftig cents (f. 1323,52) onder aftrek der betaalde successieregten ad honderd vijftig gulden zes en twintig cents (f. 150,26), als wanneer zuiver ter verdeeling overblijft de som van elfhonderd drie en zeventig gulden zes en twintig cents (f. 1173,26); welk bedrag wordt verdeeld als volgt:
Aan den Heer comparant ter zesder zijde HENDRIK REIJDENBACH FREDERIKSZOON als gemagtigde van ANTHONIE TE KLOEZE als in huwelijk hebbende MARIA HOGENBIRK - DIRK HOGENBIRK
[18] (Zesdeblad)
BAREND HOGENBIK - GREETJE HOGENBIRK - KRIJN HOGENBIRK - GIJSBERT HOGENBIRK en JAN BOEL, als in huwelijk hebbende MARRETJE HOGENBIRK GIJSBERTSDOCHTER tezamen voor derde gedeelte ter somme van drie honderd een en negentig gulden acht twee derde cents (f. 391,08), zijnde voor ieder der vijf eerste lastgevers een zesde ad vijf en zestig gulden achttien cents alzo tezamen drie honderd vijf en twintig gulden negentig cents (f. 325,90) en voor de zesde en zevende lastgevers te zamen een zesde ad vijf en zestig gulden achttien twee derde cents (f. 65,18 2/3).
Aan den Heer comparant ter zevende zijde DIRK SCHEEPMAKER zoo voor zich en als gemagtigde van den Heer JEAN PIERRE SCHEEPMAKER - MEVROUW MADELAINE SCHEEPMAKER, gehuwd met de Heer JACOBUS OPMEER - den Heer GUILLAUME SCHEEPMAKER - Mejufvrouw ANNA HENRIETTE SCHEEPMAKER - Mevrouw CATHERINE FRANCOISE SCHEEPMAKER, gehuwd met HENDRIK SLOT - Mejufvrouw WILHELMINA SCHEEPMAKER en Mejufvrouw MARGOT CORNELIE SCHEEPMAKER tezamen achtnegende in een derde part ad drie honderd zeven en veertig gulden drie en zestig zeven zeven en twintigste cents (f. 347,63 7/27).
En alzoo voor den Heer comparant en zijne lastgevers ieder een negende gedeelte ad drie en veertig gulden vijf en veertig elf zeven en twintigste cents (f. 43,45 11/27).
Aan den comparant ter achtste zijde DIRK SCHEEPMAKER als gemagtigde aan de Heeren JAN - ABRAHAM en JEAN PIERRE SCHEEPMAKER in hunne betrekking van voogd en toezienden voogd over JOHAN CHRISTIAAN en GUILLAUME ABRAHAM hiervoor gemeld en alzoo ten behoeve der minderjarige tezamen voor het laatste negende en voormeld derde part ad drie en veertig gulden vijf en veertig elf zeven en twintigste cents (f. 43,45 11/27), zijnde voor elk hunner de helf ad een en twintig gulden twee en zeventig negentien zeven en twintigste cents (f. 21,72 19/27);
Makende te zamen het geheele derde gedeelte ad drie honderd een en negentig gulden acht en twee derde cents (f. 391).
En aan den Heer comparant ter negender of laatste zijde als gemagtigde van JOSEPHUS HENDRICUS AUPERS en ANTHONIUS AUPERS, de eerste in betrekking van voogd en laatstgemelde van toeziend voogd over ADRIANUS JOHANNES - MARIA JOHANNA en JOHANNES AUPERS en alzoo ten behoeve dier minderjarigen tezamen voor het laatste derde gedeelte ad driehonderd een en negentig gulden acht en twee derde cents (f. 391), zijnde voor een ieder hunner een derde part ad
[19]
honderd dertig gulden zes en dertig twee negende cents (f. 130,36 2/9), makende tezamen wederom het bedrag der nalatenschap van ELISABETH SCHEEPMAKER gelijk hierboven is vermeld ad elfhonderd drie en zeventig gulden zes en twintig cents (f. 1173,26).
En verklaarden de comparanten zoo in privé als qualiteit mitsgaders de bovengemelde Heer kantonregter voor zoveel de in deze geinteresserde minderjarigen betreft, met de voren staande scheiding en verdeeling te hebben en te nemen volkomen genoegen en daarmede de nalatenschappen zowel van ADRIANUS VAN DE GEER als van zijne vooroverledene huisvrouw ELISABETH SCHEEPMAKER te houden voor finaal vereffend en gescheiden, erkennende de comparanten de hun zoo in privé als qualiteit daarin toekomende aandeelen te hebben ontvangen en overgenomen, quiterende en dechargerende zij comparanten zoo voor zich als namens de door hen vertegenwoordigden diens volgens elkanders der zake dezer vereffening en scheiding over en weder finaal in absolut zonder iets hoe ook genaamd en uit welken hoofde of oorzake ook verder tot elkander last te hebben of voor te behouden, cederende zij voorts aan elkander met betrekking tot ieders toe en aanbedeelde zoodanig regt, actie en pretencie als de een der deelgenooten op des anders toe en aanbedeelde tot heden toe pro indiviso heeft gehad of gecompiteerd met belofte van vrijwaring en in dininiteit voor alle namaning, op en aanspraak deswegens gelijk in boedelscheiding gebruikelijk is, mitsgaders met renunciatie van het vorderen van eenige nadere opening, staat of inventaris, herscheiding en in het algemeen van alles wat met den inhoud dezes eenigzins zoude kunnen of mogen in strijd zijn, alles onder verband als volgens de wet.
Eindelijk verklaarden de comparanten als tezamen zoo in privé als qualiteit uitmakende de eenige erfgenamen en deelgeregtigden in de nalatenschappen van ARDIANUS VAN DE GEER en ELISABETH SCHEEPMAKER, te hebben ontvangen de rekening en verantwoording door Heeren Executeuren en dezelve nalatenschappen aan hen afgelegd, die met de daartoe betrekkelijke bescheiden te hebben vergeleken en in orde bevonden, dezelve alzoo goed te keuren en het saldo gelijk hiervoren blijkt van hen te hebben ontvangen, genoemde Heeren Executeuren dien tengevolge te kwiteren en dechargeren wegens hun gehouden beheer en voormelde betrekking, zonder eenige reserve of voorbehouding
[20] (Zevendeblad)
met belofte hen nimmermeer om eenige nadere rekening of verantwoording te zullen aanspreken of omtrent een en ander betrekkelijk hunne voormelde betrekking te zullen bemoeigelijken maar hen integendeel te zullen vrijwaren en schadeloos houden onder verband als naar regten.
Ten slotte verklaarden de comparanten in privé en qualiteit toe te stemmen dat de algemene boedelpapieren zullen berustende blijven onder den Heer comparant DIRK SCHEEPMAKER onder verpligting als volgens de wet en ten deze domicilie te kiezen ten kantore van mij notaris aan den Overtoomschen Weg in wijk II Numero 79 der gemeente Nieuwer Amstel.
In deze acte zijn in de tiende bladzijde regels een en twintig en twee en twintig twaalf woorden doorgehaald.
Gedaan en verleden te Amsterdam ter teregtzetting van de Edelachtbaren Heer Regter in het vierde kanton in het paleis van Justitie op de Prinsengracht bij de Leidschestraat in tegenwoordigheid van den Heer Jan Paling Leendertzoon, candidaat notaris en Cornelis Hoogenstijn, zonder beroep beiden te Amsterdam woonachtig, de eerste op de Leidschegracht op den Zeedijk, als ten deze verzocht en aan mij notaris bekende getuigen, die met de comparanten, den Edelachtbaren Heer kantonregter en mij notaris deze minute onmiddelijk na voorlezing hebben onderteekend.

w.g.
C. van de Geer
Mr. JH van der Horst
JW Uijtenbaent (?)
D. Scheepmaker
Jo de Vries kantonregter
J. Palinglz
C. Hoogenstijn
D. van Osenbruggen, notaris

Geregistreerd te Amsterdam den vijf en twintigsten November 1800 acht en zestig, deel 144 Blad 18 verso nr. 7 zeven en een. Ontvangender regt twee gulden en a f.-.80 f. 1,60 voor 38 opcenten 61 tezamen twee gulden een en twintig cent (f. 2,21)

w.g. De Ontvanger B.A.No. 3

Bijlage LXXII Boedelscheiding Adr.v.d.Geer/E.Sch. (Bijlagen)

(18681125/39-na*)

op woensdag 25 november 1868 Amsterdam
nalatenschap (met bijlagen)
Nieuw Notarieel Archief - Amsterdam zie:b.d.18680106

BIJLAGEN behorend bij folionr. 17 d.d. 6 januari 1868; gere gistreerd (ondergebracht) bij C. van den Bergh, R.A. Noord- Holland inv. nr. 186, 15/67 (notaris D.van Osenbruggen, Nieuwe Amstel)


Bijlage 1 bij : Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[21]
De ondergetekende ABRAHAM DE PIJPER, zonder beroep, wonende te Gouda, JAN DE PIJPER, koopman, wonende te Aarlanderveen, Lage Zijde en MATJE DE PIJPER, gehuwd met en wordende ten dezen bijgestaan door den mede ondergeteekenden PAULUS KAPTEIJN den Bouwmeester, timmerman en aannemer, wonende te zamen te Leij derdorp, welke ABRAHAM DE PIJPER, JAN DE PIJPER en MATJE DE PIJPER de drie eenige nagelaten kinderen en wettige afkomelin gen zijn van wijlen TRIJNTJE VAN DE GEER, door mede wijlen JAN DE PIJPER bij haar in huwelijk verwekt en zijnde zij te zamen alzoo bij plaatsvervulling van wijlen hunne moeder TRIJNTJE VAN DE GEER, welke is geweest eene zuster van na te noemen erflater ADRIANUS VAN DE GEER, bevoegd en gerechtigd zich te gedragen als mede erfgenamen in zijnen boedel en nalatenschap. Verklarend bij deze te constitueren en volmagtig temaken, CORSTIAAN VAN DE GEER, wagenmaker te Sloten, ten einde hen bij de beredding en liquidatie van de boedel en de nalatenschap van wijlen hunnen oom gemel-
[22]
den ADRIANUS VAN DE GEER, in leven zonder beroep, gewoond hebbende en op den vierden Januari dezes jaars ad intestate overleden te Sloten, te vertegenwoordigen en daarbij hunne regten en belangen waar te nemen, te bevorderen en uit te voeren; bij de inventarisatie en beschrijving des boedels tegenwoordig te zijn, bewaarders en schatters te benoemen, alle roerende en onroerende goederen te verkopen en ten gelde te maken, dezelve aan de koopers te leveren, kooppenningen en andere uitstaande gelden te ontvangen, daarvoor kwijting te verlenen, voor namaning in te staan, hypothecaire inschrijvin gen te roijeren, schulden en lasten des boedels te voldoen en betalen, met een ieder over alle openstaande zaken te rekenen en liquideren, met de mede erfgenamen tot scheiding en deling des boedels over te gaan, het aandeel de ondergetekenden toekomende te ontvangen, daarvoor te kwiteren en aan de mede deelgenooten het hun toekomende af te staan en toe te schei den, vrijwaring te beloven, alle terzake voormeld wordende acten aan te gaan, teekenen en passeren en voorts te dezer zake nog alles verder en meerder te doen en te verrigten watzal
[23]
worden vereischt en de ondergetekenden zelve tegenwoordig zijnde zouden kunnen mogen en moeten doen, alle met beloften van goedkeuring en onder verband als naar regten. Gedaan en geteekend ter respectieve woonplaatsen van deondergeteekenden den 2e maart 1800 acht en zestig.
(Geteekend) A.den Pijper, J. de Pijper, M.de Pijper, P.Kapteyn den Bouwmeester (ter zijde staat). Voor echt erkend door den ondergetekenden lasthebber in tegenwoordigheid van de mede ondergeteekende Notaris en getuigen op heden den zesentwintig sten Maart achttien honderd acht en zestig.
(Geteekend) C.van de Geer, J.Paling Lz., P.Hoolwerff, C.van den Bergh notaris.
De quitantie der registratie luidt: No. 1440 Geregistreerd te Amsterdam den achtentwintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 131, verso vak 8, een blad, geen renvooi. Ont vangen voor regt f.80, voor 38 opcenten
f0.305. Te zamen een gulden tien en een halve cent.
De ontvanger b.a no.1 /geteekend/ A.de Wit
Voor afschrift afgegeven door mij ondergeteekende Cornelis van
den Bergh, Notaris te Amsterdam;
[24]
zijnde de oorspronkelijke lastgeving gehecht aan de minute van een procesverbaal van boedelbeschrijving van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER, door mij op den zes en twintigsten Maart achtienhonderd acht en zestig opgemaakt, geregistreerd, en alzoo ten mijnen protocolle berustende.

Bijlage 2 bij : Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[25]
De ondergetekenden DIRK LANGERAK, zonder beroep, wonende te Nieuwveen, als in gemeenschap van goederen gehuwd met MAARTJE VAN DE GEER, ten deze door haar man bijgestaan en GERRIT VAN DE GEER, landbouwer, mede wonende te Nieuwveen, magtigenden WelEdel Gestrengen Heer Mr. Jan Hendrik Willem van der Horst, advocaat te Amsterdam, om hen in hunne hoedanigheid van erfge namen van ADRIANUS VAN DE GEER, overleden te Sloten, te verte genwoordigen. Krachtens die volmagt is hij geregtigd tegenwoordig te zijn bij de boedelbeschrijving, de roerende en onroerende goederen te verkoopen, de kooppenningen te ontvan gen en daarvoor kwijting te geven, de op te maken boedelschei ding te teekenen, hun aandeel te ontvangen en daarvoor kwij ting te geven, aangifte voor de successie te doen, die te teekenen en te beeedigen, en in het algemeen alles te doen wat hij in hun belang zal oordelen en wat zij tegenwoordig zijnde zouden kunnen mogen en moeten doen.
Nieuwveen, 16 Januari 1868
(Geteekend) D.Langerak, M.v.d.Geer, G.v.d.Geer
[26]
(achter staat) Voor echt erkend door den ondergeteekende lasthebber in tegenwoordigheid van de mede ondergeteekende notaris en getuigen op heden den zevententwintisten Maart achttienhonderd achtenzestig.
(Geteekend) J.H.W.v.d.Horst, J.Paling Lz, P.Hoolwerff, C.van den Bergh notaris.
(onder staat) No. 1441 Geregistreerd te Amsterdam den achten twintigsten Maart 1800 achtenzestig, deel 91, folio 132, recto vak 1, een blad, geen renvooi. Ontvangen voor regt f. 0.80, voor 38 opcenten f. 0.30 1/2. Tezamen Een gulden tien en een halve cent.
De ontvanger B.A. no.1 (geteekend) A.de Wit
Voor afschrift afgegeven door mij ondergetekende Cornelis van den Bergh, notaris te Amsterdam, zijnde de oorspronkelijke lastgeving gehecht aan een procesverbaal van boedelbeschrij ving van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER, door mij op den zesentwintigsten Maart achttienhonderdachtenzestig opge maakt, geregistreerd en alzoo ten mijnen protocolle berusten de.


Bijlage 3 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[27]
De ondergetekenden PIETERTJE HENDRIKA LANGERAK, bouwvrouw te Nieuwveen, als in gemeenschap van goederen gehuwd geweest met, en krachtens uitersten wil, den zeven en twintigsten december 1800 negen en dertig gepasseerd ten overstaan van de te Aar landerveen residerende Notaris Cornelis van der Lee, erfgenaam van GERRIT VAN DE GEER, in leven landbouwer, den veertienden Mei 1800 acht en zestig te Nieuwveen overleden, JACOB VAN DE GEER, zonder beroep, wonende te Nieuwveen, WILHELMINA JACOBA VAN DE GEER, in gemeenschap van goederen gehuwd met ARIE BOOGAARD, landbouwer te Waverveen, ten dezen door haar man bijgestaan, GEERTJE VAN DE GEER, in gemeenschap van goederen gehuwd met JOOST VAN DER HORST, landbouwer te Zevenhoven, ten dezen door haar man bijgestaan, de drie laatsten als erfgena men van hun overleden vader GERRIT VAN DE GEER, die voor een gedeelte geregtigd was, tot de nog onverdeelde nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER overleden te Sloten, magtigen de WelEdel Gestrengen Heer Mr. Jan Hendrik Willem van der Horst, advocaat te Amsterdam, om hen als getreden in de regten van GERRIT VAN DE GEER te vertegenwoordigen in de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER te vertegenwoordigen.
Krachtens die volmagt is hij geregtigd tegenwoordig te zijn bij de boedelbeschrijving, de roerende en onroerende goederen te verkoopen, de kooppenningen te ontvangen en daarvoor kwij ting te geven, aangifte voor de successie te doen, die te teekenen en te beëedigen en verder in het algemeen alles te doen wat hij in hun belang zal oordelen en wat zij tegenwoor dig zijnde zouden kunnen mogen en moeten doen.
[28]
De ondergetekende PIETERTJE HENDRIKA LANGERAK magtigt den hierboven genoemde gemagtigde, om haar als voogdes over hare minderjarige kinderen JOSINA HENDRIKA, MAARTJE en PIETERTJE HENDRIKA VAN DE GEER, in huwelijk verwekt met haren echtgenoot GERRIT VAN DE GEER, in de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER en wel speciaal bij de boedelscheiding te vertegenwoordi gen.
w.g.
Pietertje Hendrika van de Geer wed. G.van de Geer
Jacob van de Geer
J.van der Horst
Geertje van de Geer
Wilhelmina Jacoba van de Geer
Arie Boogaard

Voor echt erkend door den ondergeteekenden lasthebber ten bijwezen van de ondergeteekende notaris en getuigen op heden den achttiende November achttienhonderd acht en zestig.

Mr.J.H.W.v.d.Horst, J.Paling Lz., C.Hoogenwerff, D.van Osen bruggen, notaris

Geregistreerd te Amsterdam den vijfentwintigsten November 1800 achtenzestig, deel 85, blad 105 verso vak 7, een blad, geen renvooi. Ontvangen voor regt f. -.80 voor 38 opcenten f. 30 1/3 tezamen ee gulden tien en een halven cents.
(f. 1.10 1/2) De Ontvanger B.A.No.3.


Bijlage 4 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[29]
De ondergetekende JACOB VAN DE GEER zonder beroep wonende te Nieuwveen magtigt den Weledelgestrenge Heer Mr. Jan Hendrik Willem van der Horst, advocaat, woonende te Amsterdam om hem als toeziende voogd over de minderjarige kinderen JOSINA HENDRIKA, MAARTJE en PIETERTJE HENDRIKA VAN DE GEER, bij de scheiding der nalatenschap van ARIANUS VAN DE GEER te verte genwoordigen en al datgene te verrigten wat de wet van den toezienden voogd vereischt.
w.g.
Jacob van de Geer
Voor echt erkend door den ondergeteekende lasthebber ten bijwezen van de mede ondergeteekende notaris en getuigen op heden den achttienden November achtttien honderd acht en zestig.
w.g.
Mr. JWvdHorst
J.PalingLz
C. Hoogensteijn
D.van Osenbruggen Notaris
Geregistreerd te Amsterdam den vijfentwintigsten November 1800 acht en zestig deel 85 blad 105 verso vak 8 een blad geen renvooi. Ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f. 30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cents. De ontvanger B.A.No


Bijlage 5 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[30]
De ondergeteekenden
ADRIANUS VAN DE GEER, van beroep wijnwerker, wonende te Leijden.-
GEERTJE VAN DE GEER, huisvrouw van en ten deze bijgestaan door SIMON SPRUITENBURG, watermolenaar, wonende met elkander aan de hooge zijde in de gemeente Alphen.
PIETJE VAN DE GEER, meerderjarige, ongehuwd, van beroep dient bode, wonende te Leijden.
SIMON SPRUITENBURG voornoemd en GERRIT VAN DE GEER, bouwman, wonende te Nieuwveen, eerstgenoemde in betrekking van voogd en laatstgemelde van toeziend voogd over de minderjarige MAARTJE VAN DE GEER, als zoodanig benoemd en beëedigd door den Edel achtbaren Heer kantonregter te Leijden, blijkens behoorlijk geregistreerd procesverbaal van den 12 Februarij 1868.
Zijnde de ondergeteekenden ADRIANUS, GEERTJE en PIETJE VAN DE GEER met de minderjarige MAARTJE VAN DE GEER de eenige nog in leven zijnde kinderen van wijlen JAN VAN DE GEER, geboren uit zijn huwelijk met LENA VAN DER STERRE, welke JAN VAN DE GEER
[31]
een zoon van wijlen ARIE VAN DE GEER, die geweest is een broeder van na te noemen erflater ADRIANUS VAN DE GEER.
Verklaren bij deze te constitueren en volmagtig te maken CORSTIAAN VAN DE GEER, wonende te Sloten, teneinde hen als mede erfgenamen bij de bereddering en liquidatie van den boedel en de nalatenschap van wijlen gemelde ADRIANUS VAN DE GEER in leven zonder beroep, gewoond hebbende en op den 4den Januarij dezes jaars ab intestato overleden te Sloten, te vertegenwoordigen en daarbij hunne regten en belangen waar te nemen, te bevorderen en uit te voeren, bij de inventarisatie en beschrijving des boedels tegenwoordig te zijn, bewaarders en schatters te benoemen; alle zoo roerende als onroerende goederen te verkoopen en ten gelde te maken, dezelve aan de kooper te leveren, de kooppenningen en andere uitstaande gelden te ontvangen, daarvoor kwijting te verleenen, voor namaning in te staan, hypothecaire inschrijvingen te roijeren, schulden en lasten
[32]
des boedels te voldoen en betalen, met een ider over alle openstaande zaken te rekenen en liquideren, met de medeerfge namen tot scheiding en deeling des boedels over te gaan, het aandeel den ondergeteekenden zoo in privé als qualiteit toeko mende, te ontvangen daarvoor te kwiteren en aan de mede deel genooten het hun toekomende af te staan en toe te scheiden; vrijwaring te beloven; alle terzake voormeld vereischt worden de acten aan te gaan, te teekenen en passeren en voorts te dezer zake nog alles verder en meerder te doen en te verrigten wat zal worden vereischt en de ondergeteekenden zelve tegen woordig zijnde zouden kunnen, mogen en moeten doen, alles met belofte van goedkeuring en onder verband als naar regten.
Gedaan en geteekend ter respectieve woonplaatsen van de onder geteekenden, heden den vijfden Maart 1800 acht en zestig.
(Geteekend) Adrijanus van de Geer, Geertje van dde Geer, Simon Spruitenburg, Pietje van de Geer, Gerrit van de Geer.
(onder staat) Voor echt erkend door den ondergeteekenden lasthebber in tegenwoor-
[33]
heid van de mede ondergeteekende notaris en getuigen op heden den zes en twintigsten Maart achttienhonderd acht en zestig.
(Geteekend) C. van de Geer, I. Paling LZ, P. Hoolwerff, C. van den Bergh notaris.
(terzijde staat) Geregistreerd te Amsterdam den acht en twin tigsten Maart 1800 acht en zestig deel 91 folio 132 recto vak 2 een blad, geen renvooi. Ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f.-30 1/2 tezamen een gulden en tien en halve cents. De ontvanger B.A.No I (geteekend) A. de Wit.
Voor afschrift afgegeven door mij ondergeteekende Cornelis van den Bergh, notaris te Amsterdam, zijnde de oorspronkelijke lastgeving gehecht aan de minute van een procesverbaal van boedelbeschrijving van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER door mij op den zes en twintigsten Maart achttien honderd acht en zestig opgemaakt, geregistreerd, en alzoo ten mijnen prothocolle berustende
(w.g.)
C. van den Bergh, Notaris


Bijlage 5a bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[34]
De ondergeteekende WILLEM SEBASTIAAN VAN DER STERRE, bouwman wonende te Soeterwoude in betrekking van toeziend voogd over de minderjarige Maartje van de Geer als zoodanig benoemd en beëedigd door den Edelachtbaren Heer Kantonregter te Alphen blijkens behoorlijk geregistreerd procesverbaal van den dertigsten September achttien honderd acht en zestig zijnde voormelde minderjarige MAARTJE VAN DE GEER met en benevens ADRIANUS VAN DE GEER van beroep wijnwerker wonende te Leijden - GEERTJE VAN DE GEER, gehuwd met SIMON SPRUITENBURG watermolenaar wonende in de gemeente Alpen en PIETJE VAN DE GEER van beroep dientbode wonende te Leiden de eenige nog in leven zijnde kinderen van wijlen JAN VAN DE GEER geboren uit zijn huwelijk met LENA VAN DER STERRE, welke JAN VAN DE GEER, een zoon van wijlen ARIE VAN DE GEER, geweest is een broeder van na te noemen erflater ADRIANUS VAN DE GEER verklaart bij deze te constitueren en volmagtig te makenden Heere CORSTIAAN VAN DE GEER, wagenmaker, wonende te Sloten.
Teneinde hem in zijne voormelde betrekking te vertegenwoordigen bij de bereddering en liquidatie van den boedel en nalatenschap van wijle gemelde ADRIANUS VAN DE GEER in leven zonder beroep gewoond hebbende en op den 4den Januarij dezes jaars ab intestato overleden te Sloten, daarbij de regten en belangen van voormelde minderjarige bij de scheiding en verdeeling dier nalatenschap te helpen waarnemen, bevorderen en uitvoeren ten dien einde de acte van
[35]
scheiding te teekenen en nog alles verder en meerder te doen en te verrigten wat zal worden vereischt en de ondergeteekende zelve tegenwoordig zijnde zouden kunnen mogen en moeten doen, alles met de magt van substitutie belofte van goedkeuring en onder verband als naar regten.

(w.g.)
Soeterwoude den 31 October 1861
W S v Sterre

Voor echt erkend door den ondergeteekende lasthebber ten bijwezen van de mede onderteekende notaris en getuigen op heden den achttienden November achttien honderd acht en zestig.
(w.g.)
C van de Geer, I. Paling Lz, C. Hoogenstein, D. van Osenbrug gen notaris

Geregistreerd te Amsterdam den vijf en twintigsten November 1800 acht en zestig deel 85 blad 106 recto vak 1 een blad geen renvooi. Ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f.-38 1/2 tezamen een gulden tien en halven cents. De Ontvanger B.A.No 3


Bijlage 6 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[36]
De ondergeteekenden SOPHIA CHRISTINA VAN DE GEER, CHRISTINA HENNEVELD VAN DE GEER, ANNA VAN DE GEER allen meerderjarig, ongehuwd en zonder beroep, wonende te Rijnsaterwoude en JANNETJE VAN DE GEER, gehuwd met en wordende ten deze bijgestaan door den mede ondergeteekenden CORNELIS VAN SPRONSEN, tuinder, wonende tezamen te Ter Aar.
Welke SOPHIA CHRISTINA VAN DE GEER, CHRISTINA HENNEVELD VAN DE GEER, ANNA VAN DE GEER en JANNETJE VAN DE GEER de vier eenige nagelaten kinderen en wettigen afkomelingen zijn van wijlen PIETER VAN DE GEER en zijnde zij tezamen alzoo bij plaatsver vulling van denzelven hunnen vader, welke is geweest een broeder van na te noemen erflater ADRIANUS VAN DE GEER, be voegd en geregtigd zich te gedragen als mede erfgenamen in zijnen boedel en nalatenschap.
Verklaren bij deze te constitueren en volmagtig te maken CORSTIAAN VAN DE GEER van beroep wagenmaker te Sloten, ten einde hen bij de bereddering en liquidatie van den boedel en de nalatenschap van wijlen
[37]
hunnen voor gemelden ADRIANUS VAN DE GEER, in leven zonder beroep, gewoond hebbende en op den 4 Januarij dezes jaars abintestato overleden te Sloten, te vertegenwoordigen en daarbij hunne regten en belangen waar te nemen, te bevorderen en uit te voeren, bij de inventarisatie en beschrijving des boedels tegenwoordig te zijn, bewaarders en schatters te benoemen; alle zoo roerende als onroerende goederen te ver koopen en ten gelde te maken, dezelve aan de koopers te leve ren, kooppenningen en andere uitstaande gelden te ontvangen, daarvoor kwjting te verleenen, voor namaning in te staan, hypothecaire inschrijvingen te roijeren, schulden en lasten des boedels te voldoen en betalen, met een ieder over alle openstaande zaken te rekenen en liquideren, met de mede erfge namen tot scheiding en deeling des boedels over te gaan het aandeel de ondergeteekenden toekomende te ontvangen, daarvoor te kwiteren en aan de mede deelgenooten het hun toekomende af te staan en toe te scheiden, vrijwaring te beloven; alle ter zake voormeld vereischt wordenden de acten aan te gaan, teeke nen en passeren en voorts alles ter dezer zake nog allesverder en meerder te doen en te verrigten wat zel wor-
[38]
den vereischt en de ondergeteekenden zelven tegenwoordig zijnde zouden kunnen, mogen en moeten doen, alles met belofte van goedkeuring en onder verband als naar regten.
Gedaan en geteekend ter respectieve woonplaatsen van de onder geteekenden den 24sten Februarij 1800 acht en zestig.
(Geteekend) S.C. van de Geer, S.H. van de Geer, A. van de Geer, J. van de Geer, C. van Sponsen.
(onder staat) Voor echt erkend door den ondergeteekende last hebber in tegenwoordigheid van de mede ondergeteekende notaris en getuigen op heden den zes en twintigsten Maart achttien honderd acht en zestig.
(Geteekend) C. van de Geer, I. Paling Lz, P. Hoolwerff, C. van den Bergh notaris.
(terzijde staat) No. 1443 Geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 132, recto vak 3 een blad, geen renvooi. Ontvangen voor regt f. -.80 voor 38 opcenten f. -.30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cent. De ontvanger B.A.no.1 (geteekend) A. de Wit.
Voor afschrift afgegeven door mij ondergeteekende Cornelis van den Bergh, notaris te Amster-
[39]
dam, zijnde de oorspronkelijke lastgeving gehecht aan de minute van een procesverbaal van boedelbeschrijving van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER, door mij op den zes en twintigsten Maart achttien honderd acht en zestig opgemaakt, geregistreerd en alzoo ten mijnen prothocolle berustende.
(w.g.)
C. van den Bergh notaris


Bijlage 7 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[40]
De ondergeteekenden ANTONIE TE KLOESE, erkman, wonende te Hilversum als onder de bestaande wet zonder huwlijkscontract gehuwd met MARIA HOGENBIRK, eerder weduwe VOLKERT VAN KAMPEN, die in 1856 is overleden.
DIRK HOGENBIRK, smid te Bloemendaal.
BAREND HOGENBIRK, werkman te Hilversum.
GRIETJE HOGENBIRK, weduwe van WILLEM RIETVELD, wonende te Amsterdam ten huize van I. Jans 1e Bloemdwarsstraat bij de Rozengracht DD no. 482.
GIJSBERT HOOGENBIRK, wever te Hilversum, weduwnaar van CLE MIJNTJE DON, overleden 5 April 1865 met achterlating van een kind MARRETJE HOGENBIRK.
JAN BOEL, wever, wonende te Hilversum, als onder de bestaande wetgeving zonder huwelijksche voorwaarden gehuwd met MARRETJE HOGENBIRK GIJSBERTSDOCHTER voornoemd.
KRIJN HOGENBIRK, timmerman en winkelier, wonende te Hilversum.
Zijnde genoemde MARIA - DIRK - BAREND - GRIETJE - GIJSBERT en KRIJN HOGENBIRK, de eenige nagelaten kinderen van wijlen MARRETJE SCHEEPMAKER overleden te Hilversum in den jare 1859, aan haar in huwelijk verwekt door GERRIT HOGENBIRK.
[41]
Verklaren last en magt te geven aan den Heer Daniel van Dijk, notaris te Amsterdam of bij diens verhindering aan den Heer Hendrik Reijsenbach Frederikszoon, candidaat notaris te Am sterdam.
Speciaal om met de mede geregtigden tot hetgeen van de nala tenschap van ELISABETH SCHEEPMAKER, onvervreemd en onverteerd is nagelaten door haren echtgenoot A. VAN DE GEER, over te gaan tot het bepalen van dat saldo en hetzelve te constateren bij staat, inventaris of andere wijze: over te gaan tot ver koop van roerende en onroerende goederen, invordering van penningen en hypothecaire en andere vorderingen, tot het verleenen van quitanten voor alle ontvangsten en van consent tot roijement van hypothecaire inschrijvingen, over te gaan tot betaling van schulden zoo die er zijn en van successiereg ten, rekeningen op te nemen, décharge te verleenen, en het den lastgevers toekomende, te ontvangen en daarvoor te quiteren, na bevorens voltrokken scheiding of liquidatie; voorts alles te verrigten wat zal worden vereischt met magt van substitu tie.
Hilversum, Bloemendaal en Amsterdam den Januarij 1868.
[42]
(Geteekend) B. Hogenbirk, A. te Kloese, G. Hogenbirk, Jan Boel, K. Hogenbirk, D. Hogenbirk, de weduwe W. Rietveld.
(onder staat) Voor echt erkend door den ondergeteekende last hebber in tegenwoordigheid van de mede ondergeteekende notaris en getuigen op heden den zesentwintigsten Maart achttienhon derd acht en zestig.
(Geteekend) H. Reijsenbach Fz, J. Paling LZ, P. Hoolwerff, C. van den Bergh, notaris.
(ter zijde staat) No. 1444 geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 132 recto vak 3 Een blad, geen envooi. Ontvangen voor regt f. -.30 voor 38 opcenten f.-30 1/2 tezamen een gulden tien en een halve cents. De ontvanger B.A.no.1 (Geteekend) A. de Wit.
Voor afschrift, afgegeven door mij ondergeteekendeCornelis van den Bergh, notaris te Amsterdam, zijnde de oorspronkelijke lastgeving gehecht aan de minute van een procesverbaal van boedelscheiding van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER, door mij op den zes en twintigsten Maart achttien honderd acht en zestig opgemaakt, geregistreerd en alzoo ten mijnen proto colle berustende.
(w.g.)
C. van den Bergh, Notaris


Bijlage 8 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[43]
De ondergeteekenden JEAN PIERRE SCHEEPMAKER, hovenier, wonende te Amsterdam op de Weesperbaangracht.
MADELAINE SCHEEPMAKER, echtgenoote van en ten dezen bijgestaan door den mede ondergeteekenden JACOBUS OPMEER, oud inspecteur van administraie, wonende tezamen te 's Gravenhage.
GUILLAUME SCHEEPMAKER, koopman, wonende te Amsterdam.
ANNA HENRIETTE SCHEEPMAKER, meerderjarig, ongehuwd en zonder beroep, mede te Amsterdam woonachtig.
CATHERINE FRANCOISE SCHEEPMAKER, gehuwd met en ten deze bijge staan door de mede ondergeteekenden HENDRIK SLOT, officier van gezondheid, wonende te zamen te Helder.
WILHELMINA SCHEEPMAKER, meerderjarig, ongehuwd, gouvernante, wonende te Arnhem.
MARGOT CORNELIE SCHEEPMAKER, meerderjarig, ongehuwd en zonder beroep, te Amsterdam woonachtig.
Zijnde de ondergteekende JEAN PIERRE SCHEEPMAKER met den na te noemen lasthebber DIRK SCHEEPMAKER benevens de ondergeteeken den MADELAINE SCHEEPMAKER, GUILLAUME SCHEEPMAKER, ANNA HEN RIETTE SCHEEPMAKER, CATHERINE FRANCOISE SCHEEPMAKER, WILHELMI NA SCHEEPMAKER en MARGOT CORNELIE SCHEEPMAKER
[44]
de acht eenige nog in leven zijnde kinderen en wettige afkome lingen van wijlen KRIJN SCHEEPMAKER, overleden den elfden November achttienhonderd zes en dertig (de twee eerstgenoemden geboren uit zijn eerste huwelijk met wijlen CATHERINE FRANCOI SE VAN STOCKUM en de zes laatstgemelden uit zijn laatste huwelijk met MARIANNE LUIJTEN, welke KRIJN SCHEEPMAKER, is geweest een broeder van wijlen ELISABETH SCHEEPMAKER, in leven echtgenoote van den onlangs overledenen ADRIANUS VAN DE GEER.
Hebbende dezelve ELISABETH SCHEEPMAKER bij haar testament op den 31 Maart 1848 voor den notaris Jandrnus van Kempen en getuigen te Nigteveen verleden en na haar overlijden, voo gevallen den vijftienden Juny achttienhonderd een en zestig, geregistreerd tot haren eenigen erfgenaam gesteld haren gemel de man ADRIANUS VAN DE GEER en zulks in alles at haar op den dag van haar overlijden zal toebehooren en hare nalatenschap zal uitmaken, evenwel onder deze bepaling dat al hetgene bij het overlijden van denzelven haren man ADRIANUS VAN DE GEER als dan onvervreemd of onverteerd van hare nalatenschap zal overig zijn zal moeten gaan en komen aan hare erfgenamen abintestato, die op den van haar overlijden volgens de wet daartoe zullen blijken geregtigd te zijn.
Verklaren dat zij als gesubstitueerde mede erfgenamen abintes tato van gedachte ELISABETH SCHEEPMAKER en mitsdien
[45]
alsnu tengevolge van het overlijden van gemelde ADRIANUS VAN DE GEER mede gergtigd zijnde tot hetgeen van hare nalatenschap nog onvervreemd en onverteerd aanwezig zal worden bevonden en alsnu hunne regten als zodanig willende doen gelden, bij deze constitueren en volmagtig maken de Heer DIRK SCHEEPMAKER, kantoorbediende, wonende te Amsterdam op den Reguliersgracht ten einde hen met de mede erfgenamen en belang hebbenden bij de beredding en liquidatie van den boedel en nalatenschap van wijlen ADRIANUS VAN DE GEER, in leven zonder beroep, gewoond hebbende en op den Vierden Januarij dezes jaars abintestato overleden te Sloten, te vertegenwoordigen en daarbij hunne regten en belangen waar te nemen, te bevorderen en uit te voeren; bij de inventarisatie en beschrijving des boedels tegenwoordig te zijn, bewaarders en schatters te benoemen, alle zoo roerende als onroerende goederen te verkoopen en ten gelde te maken, dezelve aan de koopers te leveren, kooppenin gen en andere uitstaande gelden te ontvangen, daarvoor kwij ting te verleenen, voor namaning in te staan, hypothecaire inschrijvingen te roijeren, schulden en lasten des boedels te voldoen en betalen, met een ieder over alle openstaande zaken, te rekenen en liquideren, met de mede erfgenamen tot scheiding en deeling des boedels over te gaan: het aandeel, de onderge teekenden toekomende te ontvangen, daarvoor te kwiteren enaan de mede deelgenooten het hun toekomende af te staan en toe te scheiden; vrijwaring te beloven; alle ter zake voormel ver eischt wordende acten aan te gaan, te teekenen
[46]
en passeren en voorts te dezer zake nog alles verder en meer der te doen en te verrigten wat zal worden vereischt en de ondergeteekenden zelve tegenwoordig zijnde zouden kunnen, mogen en moeten doen alles met belofte van goedkeuring en onder verband als naar regten.
Gedaan en geteekend ter respective woonplaatsen van de onder geteekenden den Maarts des jaars 1800 acht en zestig.
(Geteekend) JP. SCHEEPMAKER, M. OPMEER SCHEEPMAKEER, J. OP MEER, G. SCHEEPMAKER, AH SCHEEPMAKER, C.F. SLOT SCHEEPMAKER, H. SLOT, W.SCHEEPMAKER, M. SCHEEPMAKER.
Voor echt erkend door den ondergeteekenden lasthebber in tegenwoordigheid van de mede ondergeteekenden notaris en getuigen op heden den zes en twintigsten Maart achttien hon derd acht en zestig.
(Geteekend) D. Scheepmaker, J. Paling Lz, P. Hoolwerff, C. van den Bergh notaris.
No. 1445 geregistreerd te Amsterdam den acht en twntigsten Maart 1800 acht en zestig, deel 91 folio 132, recto vak 5. Een blad, een renvooi. Ontvangen voor regt f. -.80 voor 32 opcen ten f.-30 1/2 Tezamen een gulden tien en een halve cents. De ontvanger B.A. no. 1 (geteekend) A. de Wit.
Voor afschrift afgegeven door mij ondergeteekende Cornelis van den Bergh notaris te Amsterdam, zijnde de oospronkelijk last geving gehecht aan de minute van een procesverbaal van boedel beschrijving van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER, door mij op den zes en twintigsten Maart achttien honderd acht en zestig opgemaakt, geregistreerd en alzoo ten mijnen proto colle berustende.
(w.g.)
C. van den Bergh notaris

Bijlage 9 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[47]
De Ondergeteekenden JAN ABRAHAMS, timmerman, woonende te Amsterdam op de Brouwersgracht, in betrekking van vader en wettigen voogd over zijne bij nu wijlen JEANNE MADELAINE SCHEEPMAKER in huwelijk verwekte en nog minderjarige kinderen JOHAN CHRISTIAAN en GUILLAUME ABRAHAMS.
en JEAN PIERRE SCHEEPMAKER, hovenier, te Amsterdam op de Weesperbaangracht woonachtig, in qualiteit van toeziende voogd over de twee bovengenoemde minderjarigen, daartoe benoemd door den Heer Regter in het vierde kanton van het arrondissement Amsterdam, blijkens geregistreerd procesverbaal van den 5den November 1861.
Zijnde nu wijlen JEANNE MADELAINE SCHEEPMAKER geweest eene dochter van KRIJN SCHEEPMAKER, overleden den elfden November achttien honderd zes en dertig, geboren uit zijn eerste huwe lijk met mede wijlen CATHARINA FRANCOISE VAN STOCKEM, welke KRIJN SCHEEPMAKER was een broeder van wijlen ELISABETH SCHEEP MAKER, in leven echtgenoote van den nu onlangs overledenen ADRIANUS VAN DE GEER.
Hebbende dezelve ELISABETH SCHEEPMAKERA bij haar testament op den 31 Maart 1848 voor den Notaris Sandrinus van Kempen en ge-
[48]
tuigen te Nigtevecht verleden en na haar overlijden, voorge vallen den 15.6.1861 geregistreerd tot haren eenigen erfgenaam gesteld haren gemelden man ADRIANUS VAN DE GEER en zulks in alles wat haar op den dag van haar overlijden zal toebehooren en hare nalatenschap zal uit maken; evenwel onder deze bepa ling dat al hetgene bij het overlijden van denzelven haren man ADRIANUS VAN DE GEER alsdan onvervreemd of onverteerd van hare nalatenschap zal overig zijn, zal moeten gaan en komen aan hare erfgenamen abintestato, die op den dag van haar overlijden volgens de wet daartoe zullen blijken geregtigd te zijn.
Verklaren bij deze te constitueren en volmagtig te maken den Heer DIRK SCHEEPMAKER, kantoorbediende, wonende te Amsterdam op den Reguliersgracht.
Ten einde voor zooveel de voornoemde minderjarigen bij repre sentatie hunner gedachte moeder alsnu tengevolge van het overlijden van gemelden ADRIANUS VAN DE GEER mede geregtigd zijn tot hetgeen van de nalatenschap van gedachte ELISABETH SCHEEPMAKER nog onvervreemd en onverteerd aanwezig zal worden bevonden, hunne personen in hunne voorzegde qualitei-
[49]
ten te representeren en de regten en belangen hunner pupillen te doen gelden, bij de beredding en liquidatie van den boedel en de nalatenschap van wijlen gemelden ADRIANUS VAN DE GEER, in leven zonder beroep, gewoond hebbende en op den vierden Januarij dezes jaars ab intestato overleden te Sloten, bij de inventarisatie en beschrijving des boedels tegenwoordig te zijn, bewaarders en schatter te benoemen: alle zoo roerende als onroerende goederen te verkoopen en ten gelde te maken, dezelve aan de koopers te leveren, kooppeningen en andere uitstaande gelden te ontvangen, daarvoor kwijting te verleen en, voor namaning in te staan, hypothecaire inschrijvingen te royeren, schulden en lasten des boedels te voldoen en betalen, met een ieder over alle openstaande zaken te rekenen en liqui deren; met de mede erfgenamen tot scheiding en deeling over te gaan; het aandeel voornoemde minderjarigen toekomende, te ontvangen, daarvoor te kwiteren en aan de mede deelgenooten het hun toekomende af te staan en toe te scheiden; vrijwaring te beloven; alle terzake voormeld vereischt wordende acten aan te gaan, te teekenen en passeren en voorts te dezer zake nog alles verder en meerder te doen en te verrigten wat zal worden vereischt en de ondergeteekenden zelve tegenwoordig zijnde zouden kunnen mogen en moeten doen, alles met belofte van goedkeu-
[50]
ring en onder verband als naar regten.
Gedaan en geteekend te Amsterdam den 29sten Februarij 1800 acht en zestig.
(Geteekend) I. Abrahams, JP Scheepmaker.
Voor echt erkend door den ondergeteekenden lasthebber in tegenwoordigheid van de medeondergeteekenden notaris en getui gen op heden den zesentwintigsten Maart achttienhonderd acht en zestig.
(Geteekend) D. Scheepmaker, J. Paling Lz., P. Hoolwerff, C. van den Bergh notaris.
No. 1446 Geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig deel 91 folio 132 recto vak 6 een blad, geen renvooi. Ontvangen voor regt f. -.80 voor 38 opcen ten f. 30 1/2. Tezamen een gulden tien en halve cents. De ontvanger B.A. No1 (geteekend) A. de Wit.
Voor afschrift, afgegeven door mij ondergeteekende Cornelis van den Bergh, notaris te Amsterdam, zijnde de oorspronkelijke lastgeving gehecht aan de minute van een procesverbaal van boedelbeschrijving van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER, door mij op den zes en twintigsten Maart achttien hon derd acht en zestig opgemaakt, geregistreerd en alzoo ten mijnen protocolle berustende.
(w.g.)
C. van den Bergh notaris

Bijlage 10 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[51]
De ondergeteekende JOSEPHUS HENDRICUS AUPERS, schoenmaker en herbergier wonende te Nieuwersluis, gemeente Loenen, in be trekking van vader en mitsdien wettigen voogd over ADRIANUS JOHANNES - MARIA JOHANNA- JOHANNES AUPERS geboren uit zijn huwelijk met wijlen GRIETJE SCHEEPMAKER, op den 18 April 1852 overleden.
en GERRIT HOOGENBERG (moet zijn Hogenbirk), wever te Hilversum woonachtig in qualiteit als door den Heer Kantonregter te Loenen blijkens geregistreerd procesverbaal van den 22 Junij 1853 benoemd en beeedigd tot toezienden voogd over evengemelde minderjarigen.
Zijnde voornoemde GRIETJE SCHEEPMAKER geweest het eenig nage laten kind van mede wijlen ARIE SCHEEPMAKER uit zijn huwelijk met JOHANNA MARIA MEIJER geboren; welke ARIE SCHEEPMAKER, een broeder van wijlen ELISABETH SCHEEPMAKER, in leven echtgenoot van de nu onlangs overledenen ADRAIANUS VAN DE GEER.
Hebbende dezelve ELISABETH SCHEEPMAKER bij haar testament op den 31sten Maart 1848 voor den notaris Sandrinus van Kempen en getuigen te Nigtevecht verleden en na haar overlijden, voor gevallen den 15 Junij 1861 geregistreerd, tot haren eenigen erfgenaam gesteld haren gemelden man ADRIANUS VAN DE GEER en zulks in alles
[52]
wat haar op den dag van haar overlijden zal toebehooren in hare nalatenschap zal uitmaken evenwel onder deze bepaling dat al hetgene bij het overlijden van denzelven haren man ADRIANUS VAN DE GEER alsdan onvervreemd of onverteerd van hare nalaten schap zal overig zijn, zal moeten gaan en komen aan hare erfgenamen abintestato, die op den dag van haar overlijden volgens de wet daartoe zullen blijken geregtigd te zijn.
Verklaren in hunne voormelde betrekkingen en alzoo mede verte genwoordigende bovengenoemde minderjarigen, die als gesubsti tueerde medeerfgenamen abintestato van gedachte ELISABETH SCHEEPMAKER en mitsdien alsnu tengevolge van het overlijden van gemelden ADRIANUS VAN DE GEER mede geregtigd zijn tot hetgeen van hare nalatenschap nog onvervreemd en onverteerd aanwezig zal worden bevonden en alsnu de regten dier minderja rigen als zoodanig willende doen gelden, bij deze te constitu eren en volmagtig te maken den Heer DIRK SCHEEPMAKER, kantoor bediende wonende te Amsterdam op de Reguliersgracht teneinde hen in hunne qualiteit bovengemeld met de medeerfgenamen en belanghebbenden bij de beredding en liquidatie van den boedel en nalatenschap van wijlen genoemde ADRIANUS VAN DE GEER, in leven zonder beroep, gewoond hebbende en op den
[53]
vierden Januarij dezes jaars abintestato overleden te Sloten, te vertegenwoordigen en daarbij de regten en belangen van hunne pupillen waar te nemen, te bevorderen en uit te voeren; bij de inventarisatie en beschrijving des boedels tegenwoordig te zijn, bewaarders en schatters te benoemen: alle zoo roeren de als onroerende goederen te verkoopen en ten gelde te maken, dezelve aan de koopers te leveren, kooppenningen en andere uitstaande gelden te ontvangen, daarvoor kwijting te verleen en, voor namaning in te staan, hypothecaire inschrijvingen te roijeren, schulden en lasten des boedels te voldoen en betalen met een ieder over alle openstaande zaken te rekenen en liqui deren met de mede erfgenamen tot scheiding en deeling des boedels over te gaan, het aandeel, de door hen vertegenwoor digd wordende minderjarigen toekomende te ontvangen, daarvoor te kwiteren en aan de mede deelgenooten het hun toekomende af te staan en toe te scheiden; vrijwaring te beloven alle ter zake voormeld vereischt worden acten aan te gaan, te teekenen en passeren en voorts te dezer zake nog alles verder en meer der te doen en verrigten wat zal worden vereischt en de onder geteekenden zelve tegenwoordig zijnde zouden kunnen, mogen en moeten doen, alles met belofte van goedkeuring en onder ver band als naar regten
[54]
Gedaan en geteekend ter respectieve woonplaatsen van de onder geteekenden den Maart 1800 acht en zestig.
(Geteekend) J.A. Aupers, G. Hogenbirk voor echt erkend door den ondergeteekenden lasthebber in tegenwoordigheid van de mede ondergeteekende notaris en getuigen op heden den zesen twintigsten Maart achttien honderd acht en zestig.
(Geteekend) D. Scheepmaker, I Paling Lz, P. Hoolwerff, C. van den Bergh, notaris.
No. 1447 Geregistreerd te Amsterdam den acht en twintigsten Maart 1800 acht en zestig deel 91 folio 132 recto vak 7, een blad, geen renvooi. Ontvangen voor regt f. -.80 voor 38 opcen ten f. 30 1/2. Tezamen een gulden tien en een halve cent. De ontvanger B.A.no I (geteekend) A. de Wit.
Voor afschrift, afgegeven door mij ondergeteekende Cornelis van den Bergh, Notaris te Amsterdam, zijnde de oorspronkelijke lastgeving gehecht aan de minute van een procesverbaal van boedelbeschrijving van de nalatenschap van ADRIANUS VAN DE GEER, door mij op den zes en twintigsten Maart achttien hon derd acht en zestig opgemaakt, geregistreerd, en alzoo ten mijnen protocolle berustende.
(w.g.)
C. van den Bergh notaris


Bijlage 11 bij: Boedelscheiding Adrianus van de Geer

[55]
De ondergeteekende ANTONIUS AUPERS schoenmaker, wonende te Baambruge in qualiteit als zijnde door het overlijden van GERRIT HOOGENBERG (moet zijn Hogenbirk), wever te Hilversum vroeger toezienden voogd over na te melden minderjarigen door den Heer Kantonregter te Loenen blijkens geregistreerd proces verbaal van den 1 Julij dezes jaars benoemd en beeedigd tot toezienden voogd over de minderjarige kinderen van wijlen GRIETJE SCHEEPMAKER op den 18 April 1852 overleden door JOSEPHUS HENDRICUS AUPERS bij haar in huwelijk verwekt genaamd ADRIANUS JOHANNES - MARIA JOHANNA en JOHANNES AUPERS.
Zijnde voornoemde wijlen GRIETJE SCHEEPMAKER geweest het eenig nagelaten kind van wijlen ARIE SCHEEPMAKER uit zijn huwelijk met JOHANNA MARIA MEIJER geboren welke ARIE SCHEEPMAKER een broeder was van wijlen ELISABETH SCHEEPMAKER, in leven echtge noot van den nu onlangs overledenen ADRIANUS VAN DE GEER.
Hebbende dezelve ELISABETH SCHEEPMAKER bij haar testament op den 31sten Maart 1848 voor den notaris Sandrinus van Kempen te Nigtevecht verleden en na haar overlijden den 15 Junij 1861 geregistreerd, tot haren eenigen erfgenaam gesteld haren gemelden man ADRIANUS VAN DE GEER en zulks in alles wat haar op den dag van haar overlijden zal toebehooren en hare nala tenschap zal uitmaken, evenwel onder deze bepaling dat al hetgene bij het overlijden van denzelven haren man ADRIANUS VAN DE GEER alsdan onvervreemd of onverteerd van hare nalaten schap zal overig zijn, zal moeten gaan en komen aan hare erfgenamen abintestato, die op den dag van haar overlijden volgens de wet daartoe zullen blijken geregtigd te zijn.
Verklaart in zijne voormelde betrekking en alzoo mede verte genwoordigende bovengemelde minderjarigen die als gesubsti teerde mede erfgenamen abintestato van gedachte ELISABETH SCHEEPMAKER en mitsdien alsnu tengevolge van het overlijden van gemelden ADRIANUS VAN DE GEER mede geregtigd zijn tot hetgeen van hare nalatenschap nog onvervreemd en onverteerd aanwezig zal worden bevonden en alsnu de regten dier minderja rigen als zoodanig willende
[56]
doen gelden bij deze te constitueren en volmagtig te maken den Her DIRK SCHEEPMAKER, kantoorbediende wonende te Amsterdam, op den Rguliersgracht, teneinde hem en zijnde voorschreeve be trekking te vertegenwoordigen bij de beredding en liquidatie van den boedel en nalatenschap van wijlen ADRIANUS VAN DE GEER, in leven zonder beroep, gewoond hebbende en op den vierden Januarij dezes jaars abintestato overleden te Sloten, ten dien einde met de mede erfgenamen tot scheiding en deeling des boedels over te gaan vrijwaring te beloven alle ter zake voormeld vereischt wordende acten aan te gaan, te teekenen en passeren en voorts te dezer zake nog alles verder en meerder te doen en te verrigten wat zal worden vereischt en de onder geteekenden zelve tegenwoordig zijnde zoude kunnen mogen en moeten doen, alles met belofte van goedkeuring en onder ver band als naar regten.
Gedaan en geteekend te Baambruge den 15den Augustus 1800 acht en zestig.
(w.g.)
A. Aupers

Voor echt erkend door den ondergeteekenden lasthebber ten bijwezen van de mede onderteekenden notaris en getuigen op heden den achtienden November achttien honderd acht en zestig.
(w.g.)
D. Scheepmaker, I. Paling Lz, C. Hoogestein, D. van Osenbrug gen notaris

Geregistreerd te Amsterdam den vijf en twintigsten November 1800 acht en zestig deel 85 blad 106 verso vak 2, een blad geen renvooi. Ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f.- .38 1/2 tezamen een geulden tien en een halven cents. De ontvanger B.A.No.3.


[57]
REEKENING EN VERANTWOORDING door Corstiaan van de Geer en Dirk Scheepmaker als executeuren in den boedel van wijlen Adrianus van de Geer, overleden 4 Januarij 1868 te Sloten, zoo aan de erfgenamen van wijlen gemelden Adrianus van de Geer als aan de ab intestato geroepene erfgenamen van wijlen zijne vooroverle den echtgenoote Elisabeth Scheepmaker.

1868 ONTVANGSTEN

Jan. 4 Per diverse coupons, bankpapier en geld f. 48,11 1/2
Maart 27 " Provinsi verkoop der volgende als
een halve gouden rijder f. 7,25
een gouden ducaat f. 5,75
een halve zilveren dukaton f. 1,55 f. 14,55
" Provinsi verkoop der volgende
effecten, als f. 2000.-h% Nat.
Schuld a 84 3/8% f.1687,50
Renten 5 maanden 26 dagen 39,11
---------
f.1726,61
Provisie 1/8% 2,50 f.1724,11
---------
f. 700.- 2 1/2% Werk:
Schuld a 53 1/6% f. 374,06
Renten 2 maanden 26 dagen 4,18
----------
f. 378,24
Provisie -.87 1/2 f. 377,36 1/2
" Obligatie ten laste digroote Russische
Spoorwegmaatschappij f. 192,-
Provisie -,50 f. 191,50
_________
28 " Ls 100.- 3% Rusland 1859
a 51 1/4% f. 615,-
Renten 4 maanden 21 dagen 14,70
---------
f. 629,70
af Provicie 1,50 f. 628,20
----------
April 4 " Provinci verkochte meubelen, goud
en zilver volgens verkoopnota van
de makelaar Th.J. van Campen te
Amsterdam f. 261,80
Af verkoopkosten f.22,36
voorschot waar-
borgkamer " 9,30 f. 31,66 f. 230,14
------- ---------
30 Een maand renten van een pro-
longatie groot f. 2500.- a 3 1/2% " 7,29
Mei 30 Eene maand renten alvoren a 4% " 8,33
Juny 30 Eene maand dito a 3 1/2% " 7,29
July 30 Eene maand dito a 3 1/4% " 6,77
----------
f. 3243,66
==========
[58]
1868 UITGAVEN

Januy 8 Aan B.A. Houders te Nigtevecht voor
begraveniskosten volgens rekening f. 55,45
advertentie Handelsblad f. 2,10
Feb: 27 " copij memorie successie f. 7,57
Maart26 " G. van der Sterre volgens rekening f. 45,00
" J.F. Bos f. 25,80
" H. Roos f. 53,16
" C. van de Geer f. 52,90
Maart29 " D. Vreeken voor vrachtloon f. 6,50
" 30 " vracht voor nagebleven goed f. 0,50
" 2 bladen coupons der certif 4%
Nat: schuld f. 0,50
" D. Scheepmaker voor vigelantvrach-
ten, onkosten, tollen, stalling enz f. 20,35
" denzelven voor vertering bij de
begrafenis te Nigtevecht f. 2,20
" diverse briefporten en fran-
keeringen f. 3,05
" eene draagplaats voor de dienst-
bode van D. Scheepmaker f. 1,50
" I.F. Henning voor waakloon volgens
kwitantie f. 2,00
Juny 22 " Successieregt erfgenamen A.v.d.Geer f. 142,90
" dito " D.Scheepmaker f. 150,26
" Notaris van Osenbruggen voor kosten
van inventarisatie, aangifte succes-
sie, liquidatie en scheiding des
boedels met verschotten zamen f. 225,-
" Heeren Executeuren hun loon volgens
de wet
over de ontvangst ad
f.3243,66 2 1/2% f. 81.09
over de uitgaaf ad
f. 796,74 1 1/5% f. 11,95
---------------
f. 93,04
----------
Zamen aan uitgaven f. 889,78
Resteert Saldo aan contanten f. 2353,88
----------
f. 3243,66
==========

Amsterdam den achttienden November 1800 acht en zestig
(w.g.) C. van de Geer
D. Scheepmaker

[59]
Geregistreerd te Amsterdam den vijf en twintigsten November 1800 acht en zestig deel 85 blad 106 recto vak 3 een blad geen renvoor. Ontvangen voor regt f.-.80 voor 38 opcenten f.0.30 1/2 tezamen een gulden tien en een halven cents. De ontvanger B.A.No.3.

Bijlage LXXIII Overlijdensacte Maartje van de Geer

(18810503/1-bs)

op dinsdag 3 mei 1881 Nieuwveen
acte van overlijden
Burgerlijke Stand - Nieuwveen 11

(Akte)No. 11

In het jaar een duizend acht honderd een en tachtig den derden Mei zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van de Gemeente Nieuwveen, verschenen Hendrik Willem Langerak, oud acht en twintig jaren, koopman, zoon en Arie de Rooij, oud negen en zestig jaren, koopman, geen bloedverwant van de overledene, beide wonende binnen deze Gemeente, welke ons hebben verklaard, dat MAARTJE VAN DE GEER, oud zeven en zestig jaren, en twee maanden ruim, zonder beroep, dochter van Arie van de Geer en Geertje Oudshoorn, beiden overleden, gehuwd met Dirk Langerak, zonder beroep, geboren en wonende binnen deze Gemeente, op den tweeden dezer maand des avonds negen ure ten harer woonhuize in nummer drie en tachtig binnen deze Gemeente is overleden. Wij hebben deze akte voorgelezen en met de beide comparanten onderteekend.
(w.g.)
H.W. Langerak
A de Rooi
J. Van Driel

Index

Baas

Marretje (1709-1793) IV-B.1.

Barneveldt

Grietje Arisze (1760-1823) IV-B.6.

Berg en Trijntje van Gelder, van den

Arend (?-?) III-B.6.

Berg Trijntje Barends van Gelder, van den

Arent (?-?) III-B.2.

Berg Trijntje van Gelder, van den

Arend (?-?) III-B.3, III-B.4.

Berg, van den

Arend (1728-1763) III-B.2, III-B.3, III-B.4, III-B.6.

Besooyen Maria Mouton, van

Adrian (?-?) III-A.1.

Besooyen, van

Adriana (?-?) IV-A.1, IV-A.2, IV-A.3; Adriana (1715-?) III-A, IV-A.1, IV-A.2, IV-A.3; Cornelis (?-?) III-A.2, IV-A.

Bijl, van der

Neeltje Ariens (1747-1810) IV-B.2.

Boogaart

Ameila (?-?) IV-B.4.

Borst

Marritje (1755-?) IV-B.3.

Bruynhof, van

Maria Jans (1675-?) I.

Coepe

Johannes Maton en Ariaentje (?-?) II-A.1.

Copee

Petrus Maton Maria (?-?) II-B.2.

CoupÉ

Ariaentje (1680-?) II-A.1; Jacob (1650-1711) II-A; Maria (1676-1747) II-A; Susanne (1680-?) II-A.2, III-A.

Couprie

Willem (1750-?) IV-B, *70.

Es, Susanne Copee Johannes Maton, van

Adraentje (?-?) II-A.2, III-A.

Es, van

Adriaantje (1650-1722) II-A.2, II-A, III-A; Coobus (1650-?) II-A.

Esch, van

Susaane Pouley Coobus (?-?) II-A.

Eyck, van

Marretje (1750-?) IV-B.4.

Gaale, van

Jan (1740-?) III-A.1.

Geer, van de

Adrianus (1786-1868) IV-B.6; Ariaantje (1784-1785) IV-B.5; Arie (1780-1856) IV-B.4; Corstiaan (1824-1915) IV-B.1, *102; Jan Pieterse (1743-1799) IV-B; Jan (1675-1758) IV-B; Neeltje (1819-1835) IV-B.1, *103; Pieter Janse (1716-1798) IV-B; Pieter (1774-1855) IV-B.1; Trijntje (1778-1848) IV-B.3; Zacharias (1776-1829) IV-B.2, *102, *103.

Gelder (wed. van Arend van den Berg), van

Trijntje (?-?) III-B.8.

Gelder, van

Barend Tjalling (1695-1758) III-B; Catarina (1725-?) III-B.2, III-B.3, III-B.4, III-B.6, III-B.8; Marijtje Barends (1728-?) III-B; Marijtje (1728-?) IV-B.2.

Herk, van den

Anneken (?-?) II-A.

Heuneveld

Christina (1779-1836) IV-B.1.

Hienfeld

Jan Frederik (1750-1821) IV-B.1.

Langerak

Johanna Jans (1700-1732) III-B.

Leenders

Lijsbeth (1705-?) III-B.

Lelijveld

Trijntje Cornelis (1713-1771) IV-B.

Lieneke

Hendrica (1829-1893) *102.

Lindenhol

Jan Pool Catrina (?-?) II-B.1.

Maton

Adriana (1777-?) IV-A.3; Anna Maria (1714-?) I.4; Cornelis (1744-?) IV-A; Emilia (1708-?) II-A.1; Henderickus (1726-?) II-B.3; Isaäc (1683-1724) II-A; Isak (1747-1747) III-A.3; Jacob (1715-1719) II-A.4; Johannes (1685-1728) II-A.1, II-A.2, II-B, III-A; Maria (1741-?) III-A.1; Maria (1774-?) IV-A.2; N.N. (1752-1752) III-A.5; Petrus (1723-1725) II-B.1; Petrus (1725-?) II-B.2; Philippus (1711-1770) III-A, III-B.5, IV-C; Philippus (1772-?) IV-A.1; Pieter (?-1727) I.1; Sacharias (1660-1717) I; Ysak (1749-?) III-A.4.

Matton

Sagcharias (1713-1792) III-B; Sagcharius (1660-1717) I.

Mouton

Barend (1761-1763) III-B.6; Barend (1766-?) III-B.8; Barendina (1765-?) III-B.7; Cornelis (1793-?) IV-C.8; Isaäc (1759-1835) IV-C; Jacob (1784-1786) IV-C.2; Jacob (1786-1788) IV-C.4; Jacob (1788-1824) IV-C.5; Johanna (1752-1753) III-B.2; Johanna (1753-1755) III-B.3; Johanna (1755-?) III-B.4, IV-B.3; Johannes (1791-?) IV-C.7; Maria (1747-1838) IV-B; Neeltje (1786-1790) IV-C.3; Neeltje (1790-?) IV-C.6; Philip. (?-?) III-B.5, IV-C; Zacharias (1713-1792) III-B; Zacharias (1783-1844) IV-C.1.

Moutton

Isaak (1759-1835) IV-C.

Oudshoorn

Barbara (1783-1832) IV-B.2, *102, *103; Cornelia (?-?) IV-B.2; Cornelis (?-?) IV-B.2; Cornelis (1750-1805) IV-B.4; Corstiaan Jacobszn. (1755-1828) IV-B.2; Geertje (1778-1842) IV-B.4.

Oyen, van

Lena (?-?) IV-B.4.

Peeper

Adriana (1745-?) IV-A.

Pijper

Grietje (?-?) IV-B.3.

Pijper, de

Abraham (1750-?) IV-B.3; Jan (1782-1857) IV-B.3.

Rietveld

Marretje (1689-1744) IV-B.

Rijsdijk

Maria (1754-1844) IV-C.

Rosenbos

Johanna (1685-?) II-B.

Scheepmaker

Dirk Krijn (1755-1823) IV-B.6; Elizabeth (1788-1861) IV-B.6; Trijntie (?-?) IV-B.6.

Schouwman

Trijntje (1750-1825) IV-B.1.

Snik

Anna (?-?) III-A.3, III-A.4.

Stam

Thomas (1675-1708) I, *7.

Verhoog

Adriaantje (1727-1749) III-B; Leendert (1700-?) III-B.

Visser Neeltje Middelcoop, de

Salomon (?-?) II-B.3.

Vries, de

Lut (?-?) III-B.4.

Waeter, van den

Emilia (1660-1708) I.

zonder achternaam

Ariaantje (1727-1749) III-B; Arienus (1786-1868) IV-B.6; Arij (1780-1856) IV-B.4; Baartje (1783-1832) IV-B.2; Batje (1783-1832) IV-B.2; Coepe (1676-1747) II-A; Elisabeth (1788-1861) IV-B.6; Kors (1824-1915) *102; Lutje (?-?) III-B.4; Maria (1728-?) III-B; Marijtje (1741-?) III-A.1; Matton (1708-?) II-A.1; Moutton (1713-1792) III-B; Moutton (1747-1838) IV-B; Sacharias (1776-1829) IV-B.2; Zaag (1776-1829) IV-B.2.

* verwijzing naar noot.